- Student
- 18/01/2022
Student van arme ouders gaat sneller op kamers
Studenten gaan eerder op zichzelf wonen als hun ouders een krappe portemonnee hebben. En studenten op kamers hebben weer vaker financiële zorgen dan thuiswoners. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Eurostudent’, dat de situatie van studenten in heel Europa vergelijkt.
Minister Robbert Dijkgraaf heeft allerlei Europees onderzoek ter kennisgeving naar de Tweede Kamer gestuurd. De onderzoekers geven twee verklaringen waarom studenten uit minder draagkrachtige gezinnen vaker op zichzelf wonen. Allereerst zijn zij meestal iets ouder als ze gaan studeren: volgens de Europese cijfers scheelt het meer dan twee jaar. Een andere verklaring is misschien dat deze studenten hun ouders willen ontzien en daarom uit huis gaan. Ze hebben ook vaker dan andere studenten een betaalde baan naast hun opleiding.
De data is, op een paar landen na, verzameld in 2019. Dat was dus voordat de coronapandemie uitbrak. Vijf landen rechts in de grafiek wijken af in de steekproef en zijn niet geheel vergelijkbaar. Dit zijn eveneens de landen waarvan de data in de pandemie is verzameld in plaats van ervoor.
Voor de meeste studenten is het goedkoper om bij hun ouders te blijven wonen, overwegen de onderzoekers, omdat ze dan weinig of geen huur betalen en kunnen mee-eten. Dat is deels een verklaring waarom studenten die op zichzelf wonen vaker financiële problemen ervaren.
In Nederland is dat nog sterker het geval dan in de meeste andere landen. Alleen in Luxemburg is de kloof wijder dan hier.
Er kunnen allerlei redenen zijn voor de verschillen in financiële problemen van studenten, zoals de studiefinanciering in de diverse landen. In Nederland is in 2015 de basisbeurs afgeschaft, wat studeren duizenden euro’s duurder heeft gemaakt. Het nieuwe kabinet wil weer een basisbeurs invoeren.
Discussie