Minister wil ‘bindende afspraken’ over kennisveiligheid

Kennisinstellingen moeten zich beter wapenen tegen ongewenste inmenging van onvrije landen. Het is aan de raden van toezicht om dat te controleren, zei minister Dijkgraaf gisteren in de Tweede Kamer.

door
foto Lightspring / Shutterstock

Kennisveiligheid staat al langer hoog op agenda. Vorige week opende minister Dijkgraaf er nog een speciaal loket voor. Daar kunnen instellingen informatie inwinnen over de strijd tegen zaken als spionage en andersoortige ongewenste inmenging.

Grote schoonmaak

Maar dat had nog niet alle zorgen weggenomen, bleek woensdag tijdens een Kamerdebat. Volgens VVD-Kamerlid Hatte van der Woude is er een “operatie grote schoonmaak” nodig in het hoger onderwijs. Niet alleen toekomstige, maar ook bestaande samenwerkingsverbanden zouden getoetst moeten worden. Het mag volgens Van der Woude niet vrijblijvend zijn voor instellingen om met kennisveiligheid bezig te zijn.

Ze haalde het mensenrechtencentrum van de Vrije Universiteit aan dat in opspraak kwam toen bleek dat het gefinancierd werd door China. “Het zelfreinigend vermogen is niet voldoende”, concludeerde ze. Daar sloot Harry van der Molen (CDA) zich bij aan: “Het laat zien dat men tegelijkertijd zeer intelligent en zeer naïef kan zijn”.

Regelmatig doelwit

Ook Dijkgraaf maakt zich zorgen. Nederlandse kennisinstellingen zijn regelmatig doelwit van beïnvloeding en inmenging en dat houdt volgens hem voorlopig niet op. “Dan moeten we ons daartegen wapenen.”

Hij wil dat kennisveiligheid een “integraal onderdeel” wordt van het instellingsbeleid en beloofde daarover “bindende afspraken” te maken. De raden van toezicht moeten dat controleren. En op zijn beurt gaat de minister twee keer per jaar met ze in gesprek om te kijken of ze de boel goed in de gaten houden.

Modelcontracten

Er waren meer ideeën. Zo pleitte Jeanet van der Laan (D66) voor het wettelijk vastleggen van de academische vrijheid bij samenwerkingsverbanden, zodat onderzoekers hun resultaten bijvoorbeeld altijd mogen publiceren. Daar zouden “modelcontracten” bij kunnen helpen, opperde ze, zodat onderzoekers niet steeds vanaf nul hoeven te onderhandelen met partners als China.

De minister was bereid om een “aantal cruciale bouwstenen” voor zo’n contract op een rij te zetten. Een modelcontract opstellen ging hem alleen wat te ver, omdat een samenwerking vaak ook maatwerk is.

Botte methodes

Harry van der Molen (CDA) vroeg aandacht voor individuen met kwade bedoelingen. Hij ziet graag “toetsing van individuen die toegang willen tot gebieden waarop de risico’s voor de nationale kennisveiligheid groot zijn”. En bij sommige kennisterreinen die “evident kwetsbaar” zijn, zoals nucleaire technologie, pleit hij voor “generieke maatregelen”. Dan hoeven de instellingen niet verplicht “elk individu door de mangel te halen, terwijl we weten dat wij bijvoorbeeld een instroom uit een specifiek land gewoon niet willen”.

Dijkgraaf maakte wel een voorbehoud. Hij wil waken voor “botte methodes” waardoor het kennissysteem “op slot gaat”, al is het “absoluut mogelijk dat we op een gegeven moment een soort generieke conclusies over specifieke domeinen en specifieke uitwisselingsprogramma’s kunnen trekken”.

Er zijn overigens al kennisembargo’s tegen Iran en Noord-Korea, zodat er voor sommige vakgebieden al een vorm van individuele toetsing is. Maar die is beperkt; er zijn misschien wel meer landen waar bepaalde kennis beter niet terecht kan komen. Er komt een toetsingskader voor iedereen van buiten de Europese Unie, schreef Dijkgraaf eerder. Hij verwacht dat het in de loop van 2023 in gebruik genomen wordt. “Liever eerder dan later”, zei hij gisteren.

Deel dit artikel