Tineke van den Bosch: “Niet vastroesten”

In 1984 stapte er een schuchtere uitzendkracht binnen bij de faculteit Werktuigbouwkunde. Tineke van den Bosch bleef en er gebeurde iets onverwachts: het meisje dat niet van school hield, begon naast haar werk de ene na de andere opleiding af te ronden. Haar drive? Een fascinatie voor mensen. “Hoe we allemaal zo verschillend zijn, maar ook hetzelfde.” Ze ontwikkelde zich in personeelsadvies en -beleid en werd coach en vertrouwenspersoon. Vandaag neemt ze afscheid van de TU/e, om in het nieuwe jaar met pensioen te gaan.

“Op de typemachine tikte ik een thesis uit.” Het was februari 1984 toen de geboren en getogen Eindhovense Tineke van den Bosch (nu 62) een uitzendklusje deed voor de TU/e. Later dat jaar werd ze teruggevraagd voor een vervanging op het secretariaat, en ze bleef. Ze mocht de personeelsadviseur assisteren en rolde het personeelsadvies in. “Ik dacht: hé, dit is leuk. Hier wil ik meer van weten.”

Ze mocht een hbo-opleiding personeelsbeleid volgen en tot haar eigen verrassing bleek Tineke, die na de mavo zo snel mogelijk aan de slag was gegaan, opeens graag te leren. “De combinatie studeren en werken was pittig maar heel leuk. Geweldig om nieuwe kennis meteen toe te kunnen passen.”

Na vijftien jaar kwam de behoefte aan een nieuwe uitdaging en die vond ze uiteindelijk intern, bij de faculteit Bouwkunde. Haar enige voorwaarde? Een nieuwe opleiding: een master Managing human resources. Tineke – in haar eigen ogen een eeuwige middenmoter – verbaasde zichzelf door de opleiding met vlag en wimpel af te ronden, als eerste van haar lichting.  

Bouwkunde profiteerde mee, want de masterthesis was een kant en klaar, stevig onderbouwd plan voor personeelsbeleid dat ze vervolgens invoerde op de faculteit. “Operatie Tychon, vernoemd naar de Griekse god van de kans.” Er kwamen feedbackinstrumenten, trainingen om de communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers te verbeteren, en zelfs een faculteitsblad om de betrokkenheid te vergroten. “Was ik opeens eindredacteur.”

Wat doe jij?

In 2009 volgde een overstap naar ‘centraal’. Aanvankelijk deels, om de aanbesteding voor de cursussen Academisch Leiderschap te begeleiden, vervolgens volledig. “Daar moest ik wel over nadenken, want de faculteit is de vloer. Daar zijn de mensen voor wie je het doet.”

Veel tijd om daarbij stil te staan was er echter niet. Waar het personeelsbeleid zich voorheen met name richtte op de wetenschappers (WP), moest er nu ook gericht beleid komen voor het ondersteunend personeel (OBP). Tineke kreeg de leiding over dat project. “Het grootste wat ik heb gedraaid: er waren zeventig mensen betrokken in verschillende klankbord- en werkgroepen, en ook de bonden dachten mee.”

In 2012 stond het OBP-beleid er, inclusief een opleidingsprogramma, instrumenten om de mobiliteit te vergroten, trajecten om doorgroeien te stimuleren en een campagne met eigen TU/e-medewerkers, onder de noemer ‘Wat doe jij?’ “De toeloop bij de kick-off was zo groot dat we meteen een tweede bijeenkomst hebben gepland.”

Vastroesten

Daarna kwamen er meer grote projecten en beleidsthema’s op haar pad.  Zo is ze lang druk geweest met Talent naar de Top, een programma met als doel meer vrouwelijke wetenschappers te laten in- en doorstromen naar uhd- en hoogleraarposities. “Belangrijk was het bevorderen van bewustwording van de genderbias die we bijna allemaal hebben. Ik denk dat wij het pad een beetje hebben kunnen vrijmaken. Mooi om de grote stappen te zien die met het huidige diversiteitsbeleid zijn gemaakt.”

Goede herinneringen heeft ze daarnaast aan de Inspiration Days. Medewerkers konden ‘gluren bij de buren’, ofwel meelopen met collega’s in andere functies. “Alles om employability te stimuleren: zorgen dat medewerkers niet vastroesten, maar zich blijven ontwikkelen.” Dat onderschreef ook de TU/e door een makelaar mobiliteit aan te stellen: de kers op de taart voor Tineke. “Ik ben heel blij dat die functie er is gekomen.”

Zelf ging ze zich bezighouden met de employability van mensen voor wie een baan niet vanzelfsprekend is: ze nam de uitvoering van de Participatiewet op zich. De TU/e dient een vastgesteld percentage medewerkers aan te stellen met een arbeidsbeperking. “Denk aan autisme, een taalachterstand of een fysieke beperking. Ik heb er vaak heel hard aan moeten trekken, maar dat heeft ook mooie matches opgeleverd – al zijn we er nog lang niet.”

Tienertoer

Vastroesten zit overigens allesbehalve in Tinekes eigen aard. Naast beleidsmedewerker pakte ze nog twee functies op: ze werd vertrouwenspersoon en personal coach. Rollen die beide volgen uit de niet-aflatende interesse voor mensen, wat ze doen en hoe ze denken. “Vroeger op Tienertoer interviewde ik al medereizigers in de trein.”

Toch hoorde ze als vertrouwenspersoon soms méér over de mensheid dan haar lief was. “Ik heb zeker wel eens gedacht: wow, ik wist niet dat dat op de universiteit gebeurde – al ben je je ervan bewust dat je maar één kant van het verhaal hoort.” Die belastende zwaarte gaat ze na haar pensionering niet missen, maar wel de constructieve rol die ze kon spelen: luisteren, sparren, de medewerker steunen bij een gesprek met de andere partij.

De recente berichten over de misstanden bij tv-programma DWDD triggeren Tineke. “Matthijs van Nieuwkerk had geholpen moeten worden”, zegt ze zeer beslist. Iemand die zo op een voetstuk staat, kan zonder kaders of begeleiding flink ontsporen.

Vanuit de TU/e kent ze ook gevallen waarin medewerkers niet gelukkig waren met de stijl van een leidinggevende, maar in detail wil ze gezien haar geheimhoudingsplicht niet treden. Haar algemene indruk is wel dat de casuïstiek op de universiteit complexer is geworden. “Je hebt een conflict tussen twee mensen, maar op de achtergrond spelen allerlei factoren mee. Denk aan hoge werkdruk, onderlinge competitie en politieke issues.”

Smokkelen

Het coachen zorgde voor tegenwicht: “Daar zaten zulke mooie trajecten bij.” In totaal heeft ze met veel voldoening tegen de tachtig medewerkers gecoacht uit alle lagen van de universiteit. Ze moest wel eerst de personeelsadviseur in zichzelf het zwijgen opleggen: “Ik had de neiging advies te geven of te smokkelen met sturende vragen, terwijl je als coach de ander juist stimuleert zelf tot inzichten te komen.”

Tineke volgde in totaal drie coachingsopleidingen en specialiseerde zich in transactionele analyse. “Het uitgangspunt is: je bent als mens goed zoals je bent.” Het is je gedrag dat misschien aanpassing kan gebruiken, als je er hinder van hebt. En de trigger voor hinderlijk gedrag is bij iedereen verbazingwekkend gelijk: “Onzekerheid. Daar heeft iedereen last van.”

En dat blijft, maar wie zichzelf dwingt toch kleine stapjes te zetten, doet positieve ervaringen op om tegenover die onzekerheid te stellen, legt ze uit. Waar zit Tinekes eigen onzekerheid? “Ik sta helemáál niet graag in het middelpunt van de belangstelling.” Het afscheidsinterview met Cursor is zo’n stapje waar ze zich bewust toe zet.  

Bonte specht

Het coachen gaat ze missen, net als de hoopvolle bijdrage die ze als vertrouwenspersoon kon leveren. En haar collega’s, hoewel ze van hen in coronatijd tegen wil en dank al wat is losgekomen. “Ik ben blij dat we elkaar het laatste half jaar weer vaker op de campus hebben gezien.”

Tineke blijft vrijwilliger in verpleeghuis De Landrijt in Woensel. Daarnaast gaat ze reizen met echtgenoot Ton, die ongeveer even lang in haar leven is als de TU/e. Ze delen een voorliefde voor het Iberisch schiereiland: Portugal en de prachtige vogelgebieden in Spanje. Al hoeft ze niet ver te gaan om van vogels te genieten, weet ze uit ervaring. “In mijn vroegere werkkamer in Traverse zag ik vaak de ogen van bezoekers afdwalen naar het raam. Dan wist ik zonder zelf te kijken: de bonte specht is weer op bezoek.”

Deel dit artikel