Studenten kijken samen met de rector vooruit
Zo’n twintig studenten spraken gisteren in de University Club twee uur met rector Frank Baaijens over allerlei onderwerpen, waarbij het instellingsplan 2020-2025 de basis vormde. Na een inleiding van de rector volgden er opmerkingen en vragen, onder meer over het belang van duurzaamheid in het onderwijs en onderzoek en over de banden die de universiteit heeft met het bedrijfsleven. Ook werd er gesproken over sociale veiligheid, prestatie- en examendruk en studentenwelzijn.
Wees transparanter over de banden die de universiteit heeft met het bedrijfsleven. Dat was een verzoek dat door enkele studenten werd geuit gistermiddag. De reden waarom ze daar meer zicht op willen hebben, en dan met name op de aard van de relaties, is dat dan beter kan worden onderzocht of die banden mogelijk invloed hebben op de invulling van het onderwijs. Over die mogelijke invloed was rector Frank Baaijens zeer duidelijk: “De universiteit bepaalt wat er voor onderwijs wordt aangeboden, daar heeft het bedrijfsleven geen enkele zeggenschap in. Wat we hier wel doen, is onze studenten voorbereiden op hun tijd na het afstuderen, wanneer ze in het bedrijfsleven aan de slag gaan. Daar is wel overleg over met het bedrijfsleven, en dat is er ook altijd geweest. Maar als het aankomt op de invulling van ons onderwijs, staat onze onafhankelijkheid daarbij voorop.”
Duurzaamheid
Veel studenten stelden ook vragen over hoe de universiteit aankijkt tegen het belang van duurzaamheid en hoe het CvB denkt daar meer aandacht aan te gaan besteden in het onderwijs en onderzoek. Over dat laatste zei Baaijens dat heel wat onderzoeksprojecten vaak al een component in zich hebben die met duurzaamheid te maken heeft, “ook al is dat niet altijd direct zichtbaar”. Er ligt daar volgens hem een taak om dat duidelijker te maken. Maar hij wees er ook direct op dat er ook ander onderzoek wordt uitgevoerd aan de TU/e. “Niet al ons onderzoek kan alleen maar op duurzaamheid gericht zijn.”
Maar de urgentie om er nog meer nadruk op te leggen onderschreef hij ook. Diverse malen tijdens de twee uur durende bijeenkomst, vertelde hij geschrokken te zijn van de conclusie uit het jongste IPCC-rapport, dat er nog maar acht jaar resteert voordat het kantelpunt is bereikt dat er nog echt iets aan de klimaatproblematiek gedaan kan worden. “In die korte periode van acht jaar staat ons nog een enorme hoeveelheid werk te wachten.”
Kijkend naar onderwijs en duurzaamheid constateert Baaijens dat daar steeds meer zaken voor in ontwikkeling zijn, en dat vooral de Challenge Based Learning-projecten erop gericht zullen zijn om de betrokkenheid van studenten bij dit onderwerp verder te vergroten. Baaijens: “Ik zie dat veel faculteiten intrinsiek gemotiveerd zijn om hier werk van te maken, maar we moeten ons daarbij wel realiseren dat het iets van de lange termijn is.” Hij liet ook nog weten dat er op dit moment wordt gewerkt aan een brede visie op duurzaamheid, maar hij kon nog niet vertellen wanneer die gepresenteerd gaat worden.
Prestatiedruk
Heel wat van de aanwezige studenten kaartten ook zaken aan die van invloed zijn op studentenwelzijn. Dat varieerde van de druk die ze steeds vaker voelen bij de overvolle studieprogramma's tot de soms erg ongelukkig geplande examenperiodes, waardoor er voor studenten geen echte rustperiodes meer zijn. Maar het ging ook over de moeilijkheden die kunnen ontstaan bij het combineren van een bestuursfunctie met de studie, wat geregeld zou leiden tot studenten met een burn-out. Ook de druk die voortkomt uit de verwachtingen die het bedrijfsleven van hen heeft als ze zijn afgestudeerd, werd benoemd.
Baaijens zei dat er op dit moment met een aantal faculteiten wordt overlegd over hun studieprogramma’s. “Het is voor sommige faculteiten echt een uitdaging om de 60 studiepunten die jaarlijks behaald moeten worden, ook echt in de 1600 uur te krijgen die daarvoor ter beschikking staan.” Maar hij wees ook op de eigen verantwoordelijkheid van studenten. “Deels zit er ook een verantwoordelijkheid bij de student zelf, als die soms overambitieus is.”
Voor de opleidingsdirecteuren is hier volgens Baaijens een belangrijke taak weggelegd. “Zij zijn degenen die binnen hun faculteit het beste zicht hebben op wat er allemaal in de opleiding zit. We kijken op dit moment wel of we voor studenten tijdens het jaar rustmomenten kunnen inbouwen. Daarbij vragen we ons bijvoorbeeld af of het wel verstandig is om direct na de kerstperiode een tentamenperiode te plannen.”
Corona
De gevolgen van de coronapandemie werden ook besproken. De vraag daarbij is welke rol online onderwijs in de toekomst gaat spelen. Baaijens benadrukte nog maar eens dat de TU/e een on-campus universiteit is en dat ernaar gestreefd wordt studenten zoveel mogelijk naar de campus te krijgen. Dat daar dan meer faciliteiten voor moeten komen, begreep hij ook. “Die komen er in september in Neuron, het vroegere Laplacegebouw, en straks ook in de laagbouw tussen de twee nieuwe studentenflats die gebouwd gaan worden.” Er zal volgens hem altijd behoefte zijn naar nog meer faciliteiten, “maar onze financiële mogelijkheden zijn hierbij wel bepalend voor wat we kunnen doen”.
Wat de gevolgen van de pandemie zijn voor de afgelopen twee generaties studenten, die veel van huis uit moesten doen, wordt volgens Baaijens nauw gemonitord. “Het is een grote groep studenten die daar onder te lijden heeft gehad, en als er problemen zijn, moeten we daarop actie ondernemen.”
Betrokkenheid
Aan het slot van de bijeenkomst, kwam een onderwerp aan bod waarbij direct gereflecteerd kon worden op discussiemiddag zelf. Hoe krijgen we over de breedte studenten zover dat ze zich meer betrokken voelen bij wat er aan de universiteit wordt beslist en dat ze er ook over willen meepraten? Baaijens wees op de bescheiden opkomst die deze middagsessie had opgeleverd en vroeg nadrukkelijk om suggesties om dat in de toekomst te verbeteren.
Naomi Amsing, voormalig studentlid van de U-raad, suggereerde dat om te beginnen de aankondiging wat anders had mogen zijn. “De woorden ‘Mid Term Review’, zoals deze bijeenkomst nu werd aangekondigd, zullen de doorsnee student niet veel zeggen.” Maar dat het stimuleren van studentenbetrokkenheid een lastige kwestie is, daar waren veel aanwezigen wel van doordrongen. Mails met veel tekst worden niet of niet in zijn geheel gelezen en aankondigingen op de schermen op de campus vallen ook veel studenten niet op.
Koen de Nooij, die op dit moment als studentlid in de U-raad zit, gaf de rector een tip. “Ga af en toe met een kraampje in MetaForum staan en spreek direct studenten aan over onderwerpen die op hen betrekking hebben. Het betekent dat je je daarbij kwetsbaar opstelt, maar je krijgt dan vast en zeker de eerlijke mening van studenten te horen. Zo hebben wij het met onze studentenfractie vorig jaar ook gedaan in de aanloop naar de U-raadsverkiezingen.” Baaijens zei de suggesties zeker mee te nemen en voor de toekomst zei hij te hopen op nog meer interactie met studenten.
Discussie