Student biedt Oekraïense vluchtelingen onderdak
Een Oekraïense moeder en zoon die de oorlog in hun land ontvluchtten zijn door TU/e-student Miriam Pouwels en haar vriend opgenomen in diens huis in het Eindhovense Tongelre. Voor Luba en Artem hebben ze de zolder ingericht met twee bedden en er is ook ruimte voor ze in de woonkamer en tuin. “Het is gezellig, maar kost ook veel tijd.”
Snel waren Miriam Pouwels (masterstudent Architecture, Urbanism and Building Sciences) en haar vriend Christian van der Krift (alumnus Industrial Engineering and Management Sciences) het eens toen de voorganger van hun kerk (Evangelische Baptistengemeente Het Baken) vroeg of zij Oekraïense vluchtelingen wilden opnemen. “Hij wist dat we ruimte hadden en heeft zelf contact met een kerk in Oekraïne”, zegt Christian. Binnen een paar dagen was de match gemaakt tussen hen en deze moeder en veertienjarige puberzoon.
“We voelen dat dit is wat we moeten doen vanuit onze christelijke normen en waarden en ook vanuit burgerplicht. Het zou egoïstisch zijn om het niet te doen”, zegt Miriam. Christian merkt op dat de opvangplekken die de Nederlandse overheid biedt in bijvoorbeeld sportzalen in zijn ogen behoorlijk te kort schieten.
Drie weken leven de vier nu samen. “Het is wel wennen, want we hebben een ander ritme en we delen alles. Ook de inhoud van de koelkast en de voorraadkast. Wij betalen nu nog alles, maar er wordt op gemeenteniveau aan gewerkt dat vluchtelingen leefgeld krijgen. Hoeveel en wanneer is ons nu nog onduidelijk.”
Fietsles
Ze krijgen veel hulp van hun eigen netwerk. Luba en Artem kunnen soms bij vrienden eten en ze hebben ook beiden een fiets gekregen. Dat betekende voor Christian dat hij ze fietsles mocht geven. Waar ze vooraf niet bij stil stonden is dat vluchtelingen opvangen een beroep doet op heel veel tijd. “Wij zijn zelf best flexibel en snel”, zegt Miriam. “Op de fiets zijn we binnen tien minuten bij het gemeentehuis. Nu moeten we met ons vieren gaan en duurt het een half uur. Voor één afspraak heb je dan al gauw drie uur nodig. En het moet overdag.”
De Oekraïners zijn een week onderweg geweest voor ze in Eindhoven kwamen. Erover vertellen is wat lastig, communicatie gebeurt met Google Translate, een klein beetje Engels en veel glimlachen. Sowieso snijdt Christian de onderwerpen oorlog en thuisland niet graag aan: “Je bent voorzichtig om niet op een zere plek te gaan duwen. Zij zijn niet de hele dag heel verdrietig. Het verdriet komt met vlagen.” Als Miriam merkt dat hun gasten ermee bezig zijn, gaat ze bij hen zitten en probeert zo goed mogelijk te luisteren. Luba heeft haar ouders en een volwassen dochter achtergelaten. Maar Miriam en Christian hadden vooraf al het advies gekregen om niet de therapeut te zijn. “Dat moet niet onze rol zijn.”
Huisregels
Tot nu toe is privacy geen punt geweest. Sterker; Miriam en Christian merkten dat moeder en zoon probeerden vooral niet in de weg te zitten en veel op de zolderkamer verbleven. Na anderhalve week settelen hebben ze toen samen een lijst met huisregels gemaakt. “Dat was om ergernissen te voorkomen. Bovenaan: je mag altijd in de woonkamer zijn. Op twee: altijd de wc-bril naar beneden. Ook: we zitten samen aan tafel bij de maaltijd tot het einde.”
“Ik vind het belangrijk dat zij zich thuis voelen. We merkten in het begin dat ze er bang voor waren dat het tijdelijke opvang was. Maar we bieden ruimte zo lang als nodig is, tot het elders beter voor ze is. Soms is het best gezellig. We doen al spelletjes als Rummicub, Triominos en Kolonisten van Catan. Ook kijken we wel eens een Engels gesproken film met Oekraïense ondertiteling.”
Puber
Artem laat ze niet vergeten dat hij een puber is. “Hij gamet heel veel, ook afgelopen nacht. Hij eet weinig van het avondmaal dat wij maken met veel groentes, maar eet intussen wel koek en chips. Maar ja, wij zijn niet zijn ouders. Het is niet onze verantwoordelijkheid. Gelukkig kunnen we af en toe ventileren bij vrienden”, zegt Christian. Miriam benadrukt nog eens dat ze het heel knap vindt hoe positief de vluchtelingen onder de gegeven omstandigheden zijn. “Er is nog geen dagbesteding. Straks komt er misschien school voor Artem. Dat is in Blixembosch, dat wordt 16 kilometer fietsen per dag. Ik hoop dat er ook iets komt voor Luba. Zij was in Kiev verpleegster, ik heb de indruk dat ze wel een actief leven had.”
Behoefte
Waar de hulpverleners zélf behoefte aan hebben is wat meer structuur in de informatie vanuit de overheid. “Er zijn wel tienduizend sites”, zegt Miriam. Christian voegt toe: “Ik hoop niet dat iedereen die vluchtelingen opvangt steeds zelf moet uitvinden wat er moet gebeuren.”
Ze kennen geen anderen die vluchtelingen hebben opgenomen. Is het iets om aan te raden? “Ja”, vindt Miriam. “Maar denk goed na of je naast ruimte, ook genoeg tijd hebt of zorg in ieder geval dat mensen om je heen je ook helpen. Het is meer dan alleen een ruimte geven, je bent er om ze te helpen, en dat is de hele week door. Maar het is heel mooi om dat te kunnen doen.”
Discussie