Dom zijn is een eigenschap, geen gebrek aan intelligentie

Literatuurwetenschapper Matthijs van Boxsel stelt ons gerust: iedereen is dom en je gebruikt je intelligentie om je domheid te managen. Op woensdag 13 oktober presenteerde hij bij Studium Generale een lezing over de menselijke domheid.

door
illustratie Fran Kie / Shutterstock

Dit bolwerk van slimme mensen – de Brainport-regio – is een mooie plek om het onderwerp domheid te bespreken, zegt Gijs van de Sande, programmamaker bij SG. De uitspraak “Je was een beetje dom” van Koningin Maxima kennen we (bijna) allemaal, evenals de klassieker van Louis van Gaal “ben ik nou zo slim, of ben jij zo dom?” "Maar wanneer ben je nou eigenlijk dom en hoe definieer je dat? En waarom is het belangrijk voor ons om anderen zo te bestempelen?" vraagt Van de Sande zich af.

Zo’n tweehonderd bezoekers in totaal – in de Blauwe Zaal en online – vullen de Mentimeter in om de stemming te peilen. Ruim twee derde stoort zich regelmatig aan domme mensen en de domste bekende Nederlander blijkt volgens het publiek Famke Louise. 75 procent van de invullers ziet intelligentie als een belangrijk onderdeel van de eigen identiteit. Maar, zo stelt domheidsspecialist Van Boxsel "Domheid is geen kwestie van kennis. We weten dat roken slecht is, maar doen het toch. Domheid is het vermogen tegen je eigen belang te handelen, met de dood als uiterste gevolg.” De toon is gezet. “Iedereen is dom. Als je niet dom was, was je een dier. Dieren zijn niet dom.”

Aan de verkeerde kant

“Zelfdestructieve domheid bedreigt ons dagelijks en vormt de grondslag van onze beschaving. Want om niet aan onze domheid ten onder te gaan, zijn we gedwongen intelligentie te ontwikkelen om met de domheid om te gaan. Domheid hebben u en ik gemeen, we verschillen in de strategieën om daar grip op te krijgen. Intelligentie biedt overigens geen garantie voor zelfbehoud, sterker nog, het kan de domheid zelfs kracht bijzetten.” Van Boxsel laat een voorbeeld zien van een man die prima de techniek van een elektrische zaag weet toe te passen om een tak van een boom door te zagen. Hij bereikt zijn doel: de tak gaat eraf, maar hij valt zelf mee naar beneden, omdat ie aan de verkeerde kant van de tak zit.  

Het toppunt van domheid is volgens Van Boxsel Nederland. “Op school leren we over de strijd tegen het water. Maar niemand zegt dat Nederland tot het jaar 1000 vele meters boven de zeespiegel lag. Toen kwamen er stammen uit Duitsland die plekken zochten voor veeteelt. Dat werden de turfkussens waar eerst het water uit moest, dus werden er kanaaltjes gegraven. En toen is het gelukt om dit land binnen twee eeuwen onder de zeespiegel te krijgen. Die domheid heeft ons gedwongen om sluissystemen te ontwikkelen. Domheid ligt aan de grondslag van de Nederlandse beschaving.”

Domoorden

“Geen mens is intelligent genoeg om zijn eigen domheid te begrijpen”, zegt Van Boxsel. “Domheid is dan ook geen gebrek aan intelligentie, maar een eigenschap.” Inmiddels heeft de domheidsdeskundige acht boeken op zijn naam staan, waaronder De Encyclopedie van de Domheid en het recent uitgebrachte De Topografie van de Domheid. In dit laatste boek gaat hij in op het wereldwijd voorkomende fenomeen ‘domoorden’: landen en steden die spreekwoordelijk bekend staan als dom, waar domdaden aan worden toegeschreven en die vooral ook doelwit zijn van spot. Elk land heeft wel domme gebieden gedefinieerd. De Nederlanders maken de Belgen belachelijk, de Belgen de Luxemburgers, die dan weer de Duitsers, et cetera. Het drijven van spot met de domheid van anderen versterkt het gevoel van eigenwaarde. Elke externe strijd illustreert ook een interne strijd: onze focus op domheid bij Belgen, gaat ook over de innerlijke strijd wat Nederlanderschap is.

Domme vragen

Als er vervolgens nog wat ruimte is voor vragen, stelt Van de Sande de onvermijdelijke: “Bestaan er domme vragen?” Van Boxsel: “Een domoor kan meer vragen stellen dan duizend wijzen kunnen beantwoorden. Maar een dom iemand kan ook een heel filosofische vraag stellen en een slim iemand een domme vraag. Dus ja, ze bestaan. Maar als je een domme vraag stelt en je herhaalt hem vervolgens, dan ben je plots een komiek. Dus dat kan je altijd nog even doen, herhalen en je redt jezelf.”

Wat Van Boxsel dan van IQ-testen vindt, wordt gevraagd. Kunnen domme mensen dan ook een hoge score halen, als domheid niets met intelligentie te maken heeft? Van Boxsel gelooft niet zo in die testen: “IQ-testen zijn uitstekend om te meten hoe goed je bent in het maken van IQ-testen. Het principe vind ik ridicuul.”

Voor Van Boxsel staat het buiten kijf dat de mens de domheid wel moet omarmen, “anders ga je eraan onderdoor. Het is belangrijk om grip te krijgen op je eigen idiotie. Sommigen mensen doen dat middels voetbal, anderen met geloof en weer anderen door met hun poes te praten. Mijn manier is de laatste. Dan zet ik altijd mijn poezenstem op en dat helpt geweldig."

Deel dit artikel