De studietoeslag is bedoeld voor studenten die vanwege een beperking niet of nauwelijks kunnen werken naast hun studie. Gemeenten mogen sinds 2015 zelf bepalen hoeveel geld ze voor die toeslag uittrekken. Dat heeft geleid tot uiteenlopende bedragen: in Heerlen krijgt een student met een beperking een toeslag van 31 euro per maand, terwijl die in Zwolle tien keer zoveel zou krijgen, bleek uit onderzoek in 2018.
Er is al vaker geprobeerd een einde te maken aan de verschillen in toeslagen per gemeente. In 2019 werd een motie aangenomen om de bedragen gelijk te trekken. Maar die werd ‘controversieel verklaard’ toen het kabinet viel. Het demissionaire kabinet riep gemeenten wel op om een nieuwe wetswijziging niet af te wachten en zich alvast aan de nieuwe regeling met gelijke bedragen te houden, maar daar kwam niet overal wat van terecht.
300 euro per maand
Het amendement dat gisteren is besproken, laat de gemeenten vanaf april geen keus meer. Per leeftijdscategorie wordt dan een vast bedrag ingevoerd. Voor studenten vanaf 21 jaar betekent dat een vergoeding van 300 euro en studenten van 18 jaar ontvangen dan in elke gemeente een vergoeding van 150 euro.
In veel gevallen betekent dit dat studenten erop vooruitgaan. Maar in Amsterdam bijvoorbeeld krijgen studenten vanaf 23 jaar op dit moment een hogere toelage: 385 euro per maand. Deze lopende, hogere vergoedingen worden niet naar beneden bijgesteld, maar nieuwe vergoedingen wel. Studietoelages die op dit moment lager liggen, worden wel verhoogd.
Dat de toeslag overal hetzelfde wordt, vindt de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) goed nieuws. “Het is natuurlijk wel schrijnend dat het nu pas gebeurt, want die toeslag is heel belangrijk voor studenten die daar recht op hebben”, zegt LSVb-voorzitter Ama Boahene.
Dat het bedrag in april ook omlaag wordt bijgesteld volgens de nieuwe regeling vindt ze wel vreemd. “Waarom zou het niet méér mogen zijn?”, vraagt ze zich af. “Dat is nog wel een strijd die we kunnen voeren.”
Informatie over toeslag
Volgens de LSVb zijn sowieso nog niet alle problemen uit de lucht: de informatievoorziening over de studietoeslag moet bij gemeenten op orde worden gebracht.
“Gemeenteraadsleden bellen ons met de vraag hoeveel studenten met een beperking er in hun gemeente wonen. Dat laat zien dat ze geen goed overzicht hebben”, zegt Boahene. Daar is volgens haar nog een slag te winnen, zodat studenten ook de juiste informatie over de toeslag bij hun gemeente kunnen krijgen.
Discussie