- De universiteit , Mensen
- 16/11/2021
Heleen de Coninck brengt Glasgow naar de Tweede Kamer
Terug uit Glasgow heeft TU/e-hoogleraar Heleen de Coninck nauwelijks tijd om terug te blikken op klimaattop COP26. De tijd dringt en Nederland moet overtuigd worden de klimaatvoornemens door te voeren – er staan een symposium en een Technische Briefing voor de Tweede Kamer op het programma. “Hoewel de ambities hoger waren dan de uiteindelijke uitkomst, kijk ik positief terug op de klimaatconferentie: er spreekt een urgentie uit de slotverklaring die ik nooit eerder heb gezien.”
“Bij eerdere conferenties hadden de deelnemende landen moeite overeenstemming te krijgen over het erkennen van de conclusies van IPCC-rapporten. Wat mij betreft is het feit dat ‘kolen’ überhaupt genoemd worden een overwinning op zich.” Hoogleraar klimaatverandering Heleen de Coninck verwijst naar de afzwakking die op de valreep is doorgevoerd in de slotverklaring: voornemen is de energie uit kolencentrales te verminderen – waar eerst ‘afbouwen’ stond.
De Coninck houdt zich onder meer bezig met het financiële systeem en de wereldwijde investeringen in mitigatie (projecten die de opwarming van de aarde beperken). In het kort: rijke landen moeten investeren in duurzame energieprojecten in armere landen. Dat zijn projecten met een goed rendement, maar toch gebeurt het niet, omdat de investeringen worden gezien als te risicovol.
Wat heeft COP26 opgeleverd wat dit betreft? “De rijke landen hebben een schuldbekentenis gedaan: ze betuigen spijt dat zij hebben verzaakt om, zoals eerder beloofd, jaarlijks samen 100 miljard dollar in te leggen voor arme landen om ze te helpen bij klimaatmitigatie en zich te beschermen tegen klimaatverandering.”
De Coninck ziet een gegroeid bewustzijn bij de rijkere landen, die in veel gevallen nu ook zelf de gevolgen van het veranderende klimaat beginnen te voelen: “Die begrijpen nu beter hoezeer het ook in hun eigen belang is financiering te verstrekken. Dat kan verder gaan dan alleen via de Wereldbank en de nationale ontwikkelingsbanken het investeringsbeleid te veranderen.”
Voortrekkersrol
Weer in Nederland draagt De Coninck de boodschap uit Glasgow graag uit, want wat haar betreft pakt ons land een voortrekkersrol. Zo spreekt ze deze avond in een online symposium over de vraag: ‘What does the UN Climate Summit mean for you?’ en staat ze volgende week voor de Commissie EZK (Economische Zaken en Klimaat) van de Tweede Kamer. Dan is er de Technische Briefing over de Wetenschapstoets van het nationale klimaatbeleid, die zij samen met Utrechtse hoogleraar Gert Jan Kramer (voorzitter Sustainable Industry Lab) heeft uitgevoerd.
Wat zou Nederland als eerste moeten aanpakken? “Als ik één ding moet noemen, dan vind ik dat we de systeemtransities in gang moeten zetten om tien jaar eerder CO2-neutraal te zijn: in 2040 in plaats van 2050. Onder andere in het Parijsakkoord is afgesproken dat rijke landen eerder hun emissies moeten reduceren dan armere. En het is onze morele plicht; als wíj het als rijk en goed opgeleid land niet doen, doet niemand het.”
Vooruitblikkend op het aanstaande bezoek aan de Tweede Kamer, pleit De Coninck daarom voor fundamenteel ander beleid: “We moeten nú beginnen met systemische veranderingen in allerlei sectoren als landbouw en industrie. Veranderingen die dieper gaan dan technologie en beleid, die ook kijken naar wetgeving en gedrag: wat wij als mensen nu eigenlijk echt belangrijk vinden.”
TU/e
Technologische kennis is onmisbaar om te verduurzamen: “bij gebrek daaraan kiest een land als Botswana – ideaal voor zonne-energie – er bijvoorbeeld toch voor een kolencentrale te bouwen”. En daar komt de TU/e om de hoek kijken. Wat kunnen we hier op de campus doen om de voornemens van Glasgow werkelijkheid te laten worden?
“Belangrijk zijn initiatieven als Technology for Global Development, een club waarvoor hopelijk snel meer ondersteuning beschikbaar komt – bijvoorbeeld in innovation Space. Onder leiding van Henny Romijn is er onder andere een masteropleiding op het vlak van hernieuwbare energie in Somalië uit voortgekomen.”
Ten slotte pleit De Coninck voor een universiteitsbrede duurzaamheidstoets: “Wat mij betreft lichten we al het onderzoek en onderwijs door: in hoeverre draagt het bij aan duurzaamheid? En stel dat een onderzoek verduurzaming juist tegenwerkt, dan is de vraag: moeten we het nog wel doen?”
Aanmelden voor het online symposium ‘What does the UN Climate Summit mean for you?’ (dinsdag 16 november, 18.00-19.30 uur) is nog mogelijk.
Discussie