Open science? Goed idee, maar lukt nog niet altijd
Het is belangrijk om wetenschappelijke data voor iedereen vrij toegankelijk te maken, vinden veruit de meeste onderzoekers. Maar in de praktijk werkt slechts de helft daaraan, meldt onderzoeksfinancier NWO. Het Open Science team van de TU/e herkent de genoemde struikelblokken: het kost geld en tijd, en je hebt wel hulp nodig van een expert.
Meer dan duizend onderzoekers uit de database van NWO hebben in september een vragenlijst ingevuld om hun mening over open science te geven: wat vinden ze ervan en wat doen ze ermee?
Onder ‘open science’ valt een hele reeks praktijken die de vruchten van wetenschappelijk onderzoek voor iedereen toegankelijk moeten maken, zoals artikelen gratis leesbaar maken, het delen van onderzoeksdata en het betrekken van het publiek bij de wetenschap.
Voorstander
NWO is er groot voorstander van: open science leidt tot meer impact, stelt de onderzoeksfinancier, zowel op de wetenschap als de maatschappij. Al het publiek gefinancierde onderzoek zou open beschikbaar moet zijn.
Zo denken de meeste wetenschappers er blijkbaar ook over. Van alle respondenten is 87 procent (zeer) positief over open science, en jonge wetenschappers nog iets vaker: 94 procent. Slechts 4 procent van de onderzoekers (zeer) negatief.
Maar het komt er niet altijd van. Vrij veel wetenschappers publiceren regelmatig in open access (gratis leesbare artikelen), maar het delen van onderzoeksdata en het betrekken van het publiek bij het onderzoek is minder gebruikelijk. In de praktijk doet ruim de helft dat.
Wat de hindernissen zijn? 71 procent noemt geldgebrek. Het publiceren in open access kost bijvoorbeeld geld (zodat lezen gratis is), maar dat moet je dan wel hebben. Tussen de 40 en 50 procent heeft geen tijd voor open science, of mist een goede infrastructuur en heldere richtlijnen.
TU/e
“Wij herkennen de belemmeringen die in deze enquête worden genoemd”, zegt Kristina Korshunova namens het Open Science team TU/e. “Zo vergt het delen van onderzoeksdata volgens de richtlijnen van financiers veel tijd en kennis. Daarom helpen data stewards van de dienst Data Management & Library (DML) onderzoekers met de richtlijnen over research data management. Hoe ze hun data niet alleen open, maar ook FAIR (Findable, Accessible, Interoperable, and Reusable) kunnen maken.”
Voor open access publiceren vormen de kosten inderdaad ook een hindernis, denkt het Open Science team. “Om onderzoekers te ondersteunen, hebben we Read and Publish-overeenkomsten met uitgevers, waardoor auteurs van de TU/e gratis open access kunnen publiceren in geselecteerde tijdschriften.”
Korshunova heeft in september de vragenlijst van NWO niet ingevuld en kan niet met zekerheid zeggen wat de houding van TU/e-onderzoekers is. Daniël Lakens, lid van TU/e Young Academy of Engineering, heeft het gevoel dat de resultaten van de enquête ook gelden voor Eindhoven. “Mensen zijn welwillend en data delen vinden zij belangrijk. Maar het is een skill die je moet leren of waar je in geholpen moet worden door een expert.” De data stewards van DML zijn verbonden aan de verschillende faculteiten.
Discussie