Kabinet wil geen ‘zwarte lijst’ met Chinese universiteiten
Het is goed mogelijk dat Delftse kennis via Chinese onderzoekers terugvloeit naar het Chinese leger. Toch ziet het kabinet niets in strenge screenings en zwarte lijsten en houdt het vast aan de huidige plannen voor meer ‘kennisveiligheid’. Volgens demissionair minister Van Engelshoven werkt ook de TU/e samen met Chinese universiteiten die een nauwe band hebben met defensie.
Helpt de TU Delft door haar samenwerking met Chinese promovendi en gastonderzoekers onbedoeld het Chinese leger vooruit? Die zorg lijkt gegrond, schreef universiteitsblad Delta in maart in een reeks onderzoeksverhalen.
Het is de nieuwste aanvulling van het Haagse zorgenlijstje over samenwerking met China op het gebied van onderwijs en onderzoek. Eerder zette de Tweede Kamer al vraagtekens bij de rol van de Confucius Instituten en een groot onderzoeksproject met techgigant Huawei.
Kansen en risico’s
Dit keer is het de PVV die tekst en uitleg wil. De partij vreest voor een “Chinese invasie” in Delft en pleit daarom voor screening van “alle toekomstige plus reeds aanwezige Chinese onderzoekers” en een “zwarte lijst” van Chinese instellingen waar Nederland niet meer mee moet samenwerken.
Maar daar begint het kabinet allemaal niet aan. De wet biedt helemaal geen basis voor zo’n screening, schrijft demissionair minister Van Engelshoven namens het kabinet, en het zou in strijd zijn met het non–discriminatiebeginsel.
Verder benadrukt ze – zoals vaker bij antwoorden op Kamervragen over China – de hoge mate van autonomie van Nederlandse instellingen: het is aan henzelf met wie ze in zee gaan, zolang ze maar goed nadenken over de kansen en risico’s die een samenwerking oplevert.
Seven Sons
Wat niet wegneemt dat spionage door China voor het kabinet een punt van zorg is. Dat Chinese promovendi en onderzoekers verbonden zijn aan het leger is volgens de Nederlandse wet niet strafbaar, “maar kan wel risico’s voor de nationale veiligheid opleveren”.
Die risico’s ziet het kabinet vooral bij samenwerking met de zogeheten Seven Sons of National Defense: deze zeven Chinese universiteiten hebben nauwe banden met het leger en zijn gespecialiseerd in thema’s als lucht- en ruimtevaart en bewapening. Volgens de minister werken naast de TU Delft in elk geval ook de Rijksuniversiteit Groningen, TU Eindhoven en de Universiteit Twente met de Seven Sons samen.
De Seven Sons zijn: Beijing Institute of Technology, Beijing University of Aeronautics and Astronautics, Harbin Institute of Technology, Harbin Engineering University, Northwestern Polytechnical University, Nanjing University of Aeronautics and Astronautics en Nanjing University of Science and Technology.
Een kleine inventarisatie van Cursor brengt in elk geval één samenwerkingsverband met zo'n ‘zoon’ aan het licht. Universitair docent Arno Pronk reisde in het recente verleden af naar het in de winter ijzig koude noordoosten van China om samen met het Harbin Institute of Technology zijn bouwmethode met door cellulose versterkt ijswater in de praktijk te testen - een onderzoeksonderwerp dat op het eerste gezicht geen link met defensietechnologie doet vermoeden.
Landenneutraal
Het kabinet sluit hoe dan ook niet uit dat samenwerking met China “in bepaalde gevallen kan hebben geleid tot ongewenste technologieoverdracht”. Het werkt sinds vorig jaar aan allerlei plannen voor meer ‘kennisveiligheid’ in het hoger onderwijs en onderzoek.
Zo komt er een inventarisatie om scherper in beeld te krijgen welke vakgebieden extra aandacht verdienen in het licht van nationale veiligheid. Ook werkt het kabinet met instellingen aan ‘bestuurlijke afspraken’ over hun veiligheidsbeleid.
Belangrijk om te vermelden is dat het kabinet zich hiermee niet wil richten op één specifiek land. De aanpak is “landenneutraal”, benadrukt de minister een keer of vijf in haar brief. In het najaar hoort de Tweede Kamer er meer over.
Hoeveel Chinese promovendi en onderzoekers werken er eigenlijk aan Nederlandse instellingen? Dat soort cijfers zijn er niet, schrijft de minister. De universiteiten werken wel aan een landelijk registratiesysteem voor promovendi. Maar: gegevens over nationaliteit worden daar niet in meegenomen vanwege de privacy.
Discussie