Alle eredoctoraten gaan in jubileumjaar naar de VS
De drie hoogleraren die in dit dertiende lustrumjaar door de TU/e worden benoemd tot eredoctor, zijn allen actief aan Amerikaanse topuniversiteiten. Numeriek wiskundige Margot Gerritsen (Stanford), scheikundig technoloog Klavs Jensen (MIT) en biomedisch ingenieur David Mooney (Harvard) ontvangen, als de corona-restricties dan geen spelbreker meer zijn, op 15 oktober hun onderscheiding tijdens de viering van MomenTUm.
De in Zeeland geboren Margot Gerritsen studeerde af in Delft bij hoogleraar Henk van der Vorst, een bekende naam in het vakgebied van de numerieke wiskunde. Ze trok daarna de wijde wereld en na een promotie aan de Stanford University werkte ze een aantal jaren in Auckland, Nieuw-Zeeland, voordat ze terugkeerde naar Stanford. Daar is ze nu hoogleraar Energy Resources Engineering. Ze is een veelzijdig wiskundige met een fijne neus voor aansprekende onderwerpen, vertelt haar erepromotor Barry Koren, hoogleraar Scientific Computing. Als voorbeeld noemt hij een studentenproject waarbij hij met Gerritsen de begeleiding deed.
Koren: “National Geographic wilde aan de hand van fossiele botten laten zien hoe pterosauriërs konden vliegen. Maar ook heeft ze bijvoorbeeld gerekend aan de optimale vorm van zeilen voor boten die deelnemen aan de beroemde America’s Cup. Margot is echt heel goed in public outreach en onderwijs en daarnaast is ze is ook organisatorisch sterk. Je ziet niet vaak wiskundigen grote projecten trekken, maar Margot is daarin een uitzondering.”
Ambassadeursrol
In haar wetenschappelijke werk ligt volgens Koren de nadruk op energie en aardwetenschappen. “Ze rekent aan oceaanstromingen en bosbranden, maar ook aan verbrandingsprocessen in de industrie. Daarnaast is ze gespecialiseerd in het doorrekenen van vloeistofstromingen in poreuze media - van belang voor winning van aardolie en drinkwater.”
Op het gebied van poreuze media heeft de TU/e ook een goede reputatie, met het Darcy Lab en - vooral in het verleden - gespecialiseerde wiskundigen zoals oud-rector Hans van Duijn, met wie Gerritsen nog in de nationale Commissie Sectorplan Bèta en Techniek zit. "Dat tekent haar, want Margot is allesbehalve een kamergeleerde en zeer betrokken bij Nederland”, aldus Koren. Hij hoopt dat Gerritsen als eredoctor een ambassadeursrol kan vervullen tussen de TU/e en Stanford. “Het lijkt me geweldig als we bijvoorbeeld studenten zouden kunnen uitwisselen met Stanford University.”
Microreactors
De keuze om Klavs Jensen te nomineren voor een eredoctoraat is een gezamenlijk besluit van de wetenschappelijke commissie van Chemical Engineering & Chemistry (CE&C), vertelt Fausto Gallucci, decaan van de faculteit. Hij treedt samen met zijn voorganger Emiel Hensen op als erepromotor van de in Denemarken geboren Amerikaan.
Jensen vertrok na zijn studie in zijn geboorteland naar de Verenigde Staten, waar hij in 1980 promoveerde aan de Universiteit van Wisconsin. Sinds 1989 is hij hoogleraar aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT).
Vorig jaar was Jensen ook al genomineerd voor een eredoctoraat door de faculteit CE&C, maar vanwege de coronapandemie is die onderscheiding in 2020 niet uitgereikt. Gallucci: “Jensen heeft een indrukwekkend cv, met veel publicaties, citaties en patenten binnen onderzoeksgebieden waarin wij ook actief zijn. Zoals microreactors voor nieuwe reacties op het vlak van energievoorziening, maar ook flow chemistry voor bijvoorbeeld medicijnproductie.”
Ook buiten zijn faculteit ziet de decaan aanknopingspunten met het werk van Jensen. “Hij werkt aan quantum dots, net als hier bij Applied Physics en gebruikt machine learning. Samenwerking met de groep van Jensen zou ook interessant kunnen zijn voor onze instituten EAISI en ICMS.” De faculteit CE&C heeft al banden met Jensens werkgever MIT, maar met de toekomstige eredoctor lopen nog geen gezamenlijke projecten. “Daar hopen we voor de toekomst natuurlijk wel op”, zegt Gallucci.
Oud-decaan Hensen benadrukt dat Jensen een scheikundig technoloog is die altijd de verbinding zoekt met chemische onderwerpen. Hensen: “Onze faculteit is gebouwd op die twee pilaren: chemische technologie en scheikunde. Klavs Jensen kan daarom een inspirerend voorbeeld voor ons zijn om die synergie zoveel mogelijk te benutten.”
Rolmodel
“Een geweldige, inspirerende onderzoeker”, zegt hoogleraar Biomedical Materials & Chemistry Patricia Dankers over David Mooney. “En een aimabele en prettige collega”, benadrukt Carlijn Bouten, hoogleraar Cell-Matrix Interactions in Cardiovascular Regeneration. “David een toonaangevend wetenschapper en tegelijkertijd heel down to earth; echt een rolmodel voor ons vakgebied”. Dankers en Bouten treden beiden op als erepromotor voor de Amerikaan Mooney, die scheikundige technologie studeerde in zijn geboortestad Madison, Wisconsin, alvorens te promoveren aan MIT.
Sinds 2004 werkt hij als hoogleraar aan de Harvard School of Engineering and Applied Science. Daarnaast is hij als medeoprichter verbonden aan het Wyss Institute for Biologically Inspired Engineering van diezelfde universiteit in Cambridge, Massachusetts.
Mini-sabbatical
Mooneys zeer multidisciplinaire werk sluit goed aan bij het onderzoek van de faculteit Biomedical Engineering en het Institute for Complex Molecular Systems (ICMS), vertelt Bouten. Dankers en zij kennen de Amerikaan onder meer vanuit diens positie als lid van de adviesraad van het zwaartekrachtprogramma Materials-Driven Regeneration, waarvan Bouten de coördinator is. “David kent onze universiteit goed en is meermaals in Eindhoven op bezoek geweest, onder meer in de vorm van een mini-sabbatical van twee weken. Bij het begeleiden van TU/e-studenten die externe stage lopen in zijn groep, heeft hij zich een zeer toegewijd opleider en mentor getoond. En ook wij leren van hem.”
Bijzonder is ook dat Mooney fundamenteel onderzoek verbindt met klinische toepassingen, benadrukt Dankers. “Hij zoekt onder meer naar materialen voor regeneratieve geneeskunde, een vakgebied waarin hij immuno-engineering heeft geïntroduceerd.” Ze schetst kort wat deze nieuwe vorm van geneeskunde inhoudt: “Je implanteert een stukje plastic, dat bepaalde lichaamscellen aantrekt en deze cellen instrueert om tumoren aan te vallen.” Op die manier wordt het eigen afweersysteem aangezet om kanker te bestrijden. “David is daar heel bescheiden over”, vult Bouten aan, “maar hij is als eerste gestart met het maken van materialen met dit doel.”
De beide erepromotoren hopen dat het eredoctoraat zal bijdragen aan intensievere samenwerking tussen de TU/e en Harvard University. “Maar het belangrijkste is dat hij deze onderscheiding echt verdient”, zegt Bouten. “En door hem te lauweren willen we David ook als wetenschappelijk voorbeeld tonen aan onze studenten en promovendi.”
Discussie