Voor het eerst reikte OCW-minister Ingrid van Engelshoven deze middag online zes zogeheten Hogeronderwijspremies uit aan drie docententeams uit de universitaire wereld en drie teams van de hogescholen. Bij de universiteiten was het team van de TU/e innovation Space één van de genomineerden en werd ook direct beslag gelegd op de hoogste premie van 1,2 miljoen euro. De andere twee premies zijn respectievelijk 800.000 en 500.000 euro groot.  

“Deze prijs is een geweldige waardering voor de waarde van de onderwijsinnovatie die we hier in een paar jaar tijd hebben neergezet”, zegt hoogleraar Isabelle Reymen, wetenschappelijk directeur van TU/e innovation Space. “Het onderwijsconcept Challenge-Based Learning biedt grote meerwaarde aan onze studenten. Ze werken daarbij aan concrete uitdagingen die dicht bij hun passie liggen, waardoor ze in korte tijd grote stappen zetten. We gaan dit onderwijsconcept nog verder ontwikkelen en breder toepassen, en daar helpt deze prijs ons zeer bij.”

“We zijn als College van Bestuur bijzonder verheugd dat innovation Space landelijk erkenning krijgt als de belangrijkste onderwijsinnovatie in universitair Nederland”, zegt TU/e-rector Frank Baaijens. "Ik zie deze waardering als een belangrijke steun in de rug voor de onderwijsvernieuwingen aan de TU/e." 

Het geld wordt bewust toegekend aan teams, want daarmee wil de minister samenwerking in het onderwijs waarderen en stimuleren. De winnaars mogen het geld gebruiken om met een eigen project een bijdrage te leveren aan het vernieuwen en verbeteren van het hoger onderwijs.

Verder uitbouwen

Het Eindhovense team zal de 1,2 miljoen euro gaan gebruiken om het leercentrum dat zich bezighoudt met Challenge-Based Learning, verder uit te bouwen, vertelt Alfons Bruekers, managing director van innoSpace. Diverse experimenten op het gebied van CBL zijn al gestart binnen de TU/e. Over vier jaar moet het een onderwijsconcept hebben opgeleverd dat binnen het Bachelor College en de Graduate School kan worden ingevoerd.

Bruekers: “Dit extra geld betekent vooral een versnelling van het kunnen ontwikkelen van de ict-hulpmiddelen die nodig zijn om CBL verder op te schalen en uiteindelijk uit te rollen binnen de hele universiteit. Binnen innoSpace zeggen we: ‘This is a small step for man, but a giant leap for education’. Je mag deze subsidieaanvraag wel vergelijken met de Mars-expeditie die onlangs succesvol werd uitgevoerd. Met een grote groep mensen werk je een lange tijd samen naar iets toe, maar op het moment suprême weet je nog niet of het gaat uitpakken zoals je gehoopt had. Zo'n moment hadden we hier vanmiddag zeker toen we aan het wachten waren of wij de hoogste premie in ontvangst mochten nemen.”

Bruekers noemt een teamprestatie die verder gaat dan enkel het docententeam van innoSpace. “Allerlei groepen binnen de TU/e en ook veel mensen uit de ondersteunende diensten hebben hieraan bijgedragen. En niet te vergeten de bedrijven uit de Brainport-regio die ons de ‘challenges’ aanleveren die voor deze onderwijsvorm onontbeerlijk zijn.”

Op termijn wordt ook buiten de TU/e gezocht naar samenwerking met onder meer Fontys, Avans en Summa en binnen de 4TU.Federatie en met strategische partnerinstellingen zoals de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht, vertelt Bruekers.

De andere genomineerde universitaire projecten waren de Urban Futures Studio van de Universiteit Utrecht en de RASL-minor van Erasmus Universiteit Rotterdam, die hiervoor samenwerkt met de Willem de Kooning Academie Hogeschool Rotterdam en Codarts.