Universiteiten zetten met dit onderhandelaarsakkoord in op het realiseren van meer vaste banen. De cao-partijen spreken af dat universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren in principe na een jaar in vaste dienst komen. Bij een eerste aanstelling bij een universiteit is deze termijn anderhalf jaar. Ook komt tijdelijk wetenschappelijk personeel met een toegekende Vidi-beurs in vaste dienst. Het ondersteunend en beheerspersoneel komt na een jaar in vaste dienst. Marcel Nollen, vicevoorzitter van de VU en hoofdonderhandelaar namens de VSNU: “Universiteiten zetten samen een mooie stap in het realiseren van meer vaste banen voor zowel wetenschappelijk als ondersteunend personeel. Dit sluit perfect aan bij het recent uitgebrachte middellange termijnadvies van werknemers en werkgevers”. Voorts zijn er nadere afspraken gemaakt over de definiëring van een reorganisatie, waarbij ook de ontslagbeschermingstermijnen in de toekomst zullen worden verkort.

Thuiswerkvergoeding

Cao-partijen verwachten na de versoepelingen van de coronamaatregelen een toename van het werken vanuit huis. Universiteiten willen dit als moderne werkgevers faciliteren. De cao-partijen spreken daarom af dat het voor medewerkers binnen Nederland mogelijk wordt om hybride te werken, voor zover de functie en het werken als team dat toelaat. Leidinggevenden en medewerkers maken samen afspraken over de mogelijkheden om hiervan gebruik te maken. Universiteiten bieden medewerkers daarvoor een internetvergoeding van 25 euro per maand en een thuiswerkvergoeding van 2 euro per dag.

De cao loopt van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2022 en is van toepassing op de ruim 55.000 medewerkers werkzaam in de universitaire sector. De tekst van het onderhandelaars-akkoord is online terug te lezen. De cao-partijen leggen het onderhandelaarsakkoord voor aan hun achterban en streven ernaar uiterlijk op 1 augustus een definitief cao-akkoord te sluiten.

De VSNU, WOinActie, de studentenbonden en de vakbonden blijven intussen streven naar een Normaal Academisch Peil, waarop de student van vandaag kan worden opgeleid om de uitdagingen van morgen aan te pakken. Ze roepen de Tweede Kamer op om de doelmatigheids-korting van 149 miljoen euro uit de Voorjaarsnota te schrappen. Bij het nieuwe kabinet bepleiten ze structurele investeringen in de universitaire sector ter hoogte van 1,1 miljard euro, dat is volgens de partijen nodig om de werkdruk te verlagen en het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek weer op Normaal Academisch Peil te krijgen.