Rector Baaijens wil evenwichtigere waardering van wetenschappers
“We gaan wetenschappers evenwichtiger waarderen om hun talenten en ambities op het gebied van onderzoek, onderwijs, impact en leiderschap”, zegt rector Frank Baaijens vandaag in een artikel dat op de homepage van de TU/e staat. Niet alleen het aantal publicaties, citaties en de grants die iemand binnensleept, zijn straks nog bepalend voor je erkenning als wetenschapper, aldus Baaijens. Excellentie, ook op al die andere gebieden, blijft volgens hem wel het leidende principe.
Met de introductie van een nieuw waarderingssysteem waar de VSNU vorig jaar de komst al van aankondigde, is het de bedoeling dat breder gekeken gaat worden naar de capaciteiten en vaardigheden van wetenschappers dan alleen naar wat ze op het gebied van onderzoek presteren. In een vandaag online verschenen interview zegt rector Frank Baaijens er de teamspirit en het academic citizenship mee te willen bevorderen.
Baaijens: “We hebben als universiteit een verantwoordelijkheid in onderzoek, onderwijs én impact. Met ‘Erkennen en Waarderen’ willen we veel breder naar ons wetenschappelijk personeel kijken en de bijdragen van iedereen weten te waarderen. Kijken naar diversiteit in wat mensen kunnen en naar wat hun talenten en ambities zijn.”
Volgens Baaijens hebben op dit moment veel wetenschappers het gevoel dat ze maar op één ding worden afgerekend “en dat is hun onderzoek. Andere zaken, zoals onderwijs, worden hierdoor als minder belangrijk ervaren, terwijl dat de kerntaak van de universiteit is. We willen dat dat een groter belang krijgt en mensen ook waarderen voor de andere activiteiten die ze doen binnen de faculteit.”
Teamspirit
Baaijens spreekt over teamspirit en academic citizenship. “Samen heb je een faculteit en universiteit te runnen. Je hebt mensen nodig die lid zijn van een examencommissie, een beroepscommissie, een benoemingsadviescommissie, et cetera. Ook voor dat soort dingen moet je waardering uitspreken. Je kunt niet van mensen vragen dat ze overal even goed in zijn. Maar je kunt er wél voor zorgen dat je een team hebt waarin onderzoek, onderwijs en impact gecoverd zijn. Ik geloof in teamspirit: in een groep kun je een ongelofelijk grote kracht ontwikkelen die je als individu nooit kunt bereiken”.
Binnen het onderzoek moet volgens Baaijens nog meer gekeken worden naar kwaliteit “en niet alleen naar het aantal publicaties”. Binnen het onderwijs wil hij dat mensen een portfolio gaan opbouwen, “waarmee ze internationaal kunnen laten zien wat ze aan innovaties hebben bedacht en wat de impact daarvan is”.
Voor wetenschappers die uitblinken in onderwijsvernieuwing, moeten loopbaanstappen ook mogelijk zijn, aldus Baaijens. Het beoordelen daarvan kan volgens hem “in een mengvorm van een narratief: wat is je visie, wat heb je bereikt. Met daarnaast aanwijsbare resultaten, zoals een onderwijsevaluatie, een onderwijsprijs, een publicatie over het onderwijs, waardering van collega’s, internationaal aanzien”.
Leiderschap
Bij de benoeming van bijvoorbeeld hoogleraren moet straks ook gevraagd worden naar “hun visie op onderwijs en impact, hoe ze omgaan met diversiteit, hoe ze ervoor zorgen dat mensen het beste uit zichzelf halen en hoe ze een veilige werkomgeving creëren”, aldus Baaijens. “Je kunt ongelofelijk goed zijn in je onderzoek, maar als je je collega’s intimideert en jezelf onttrekt aan facultaire taken, verdien je het dan om hoogleraar te worden?”
Het hebben van een uitgebalanceerd en divers team is belangrijk. Dat betekent volgens Baaijens “meer gebruikmaken van elkaars talenten om als groep vooruit te kunnen. Als een wetenschapper goed is in wetenschapscommunicatie, zou je dat als core competence kunnen zien. Hetzelfde geldt als iemand heel gedreven is in onderwijsinnovatie. Als het past binnen het team, dan kun je je op dat gebied verder ontwikkelen.”
Impact
Over het beoordelen van de impact van iemands onderzoekswerk zegt hij: “Het gaat breder dan het aantal publicaties of citaties dat eruit voortvloeit. Daarbij kun je denken aan de patenten die iemand heeft vastgelegd, of een eigen onderneming die iemand is gestart. Of nieuwe richtlijnen die iemand heeft ontwikkeld die door bijvoorbeeld het RIVM gebruikt worden, of dat je wordt ingehuurd door een bedrijf naast je werk aan de universiteit”.
Het beschikbaar stellen van data in de vorm van open science noemt Baaijens “cruciaal voor validatie van onderzoek en de snelheid waarmee het onderzoek evolueert. Er zijn ook onderzoekers die ongelofelijk interessante data hebben verzameld, netjes gerangschikt en openstellen voor iedereen om te gebruiken. Dat is geen publicatie, maar als zoveel mensen er gebruik van kunnen maken, levert het wel een belangrijke bijdrage aan onderzoek. Ook dat moet je waarderen.”
Taskforce
Aan de TU/e heeft dit voorjaar een taskforce zes sessies gehouden met zo’n honderdvijftig wetenschappers om te horen wat zij van het nieuwe waarderingssysteem vinden. Voor de zomer zijn daarnaast verdiepende sessies met de drie interfacultaire commissies (IFC) - Engineering, Basic Sciences en Humans, Technology, Management and Design - gehouden.
Baaijens: “We hebben zes uitgangspunten (zie onderstaand kader) geformuleerd en gaan hierover na de zomer verder in gesprek met de IFC’s. Ik hoop dat we na deze gesprekken een pakket hebben waarvan zij zeggen ‘hiermee kunnen we mensen beter evalueren en waarderen’.”
De zes uitgangspunten van Erkennen en Waarderen aan de TU/e
1. Naast excellentie in onderwijs en onderzoek worden wetenschappers ook gestimuleerd om genoemde core competences te ontwikkelen in lijn met hun talenten. Denk hierbij aan ondernemerschap, wetenschapscommunicatie, leiderschap, et cetera.
2. Het stimuleren van diverse en dynamische carrièrepaden gedreven door core competences van wetenschappers.
3. Focus op het waarderen van kwaliteit boven kwantiteit bij het beoordelen van wetenschappers.
4. Bereiken van de juiste balans tussen individuen en het collectief (team).
5. Het stimuleren van open science om onderzoek te delen binnen de maatschappij.
6. Het stimuleren van academisch leiderschap, met focus op inclusiviteit, talentontwikkeling en een veilige werkomgeving.
Discussie