TU/e-faculteit Applied Physics wint diversiteitsprijs
De TU/e-faculteit Technische Natuurkunde heeft de Diversiteitsprijs 2020 van de Nederlandse Natuurkundige Vereniging (NNV) gewonnen. Daarmee is de faculteit volgens de vereniging de natuurkunde-instelling die het meest succesvol een open diversiteitsbeleid in de praktijk brengt. “Niet genoeg vrouwelijke kandidaten? In de natuurkunde is dat bullshit”, aldus decaan Gerrit Kroesen.
Een breed gedragen en “indrukwekkende cultuuromslag” heeft de Eindhovense faculteit volgens de NNV in één tot twee jaar tijd weten te bereiken. De jury keek bij de selectie naar het gevoerde diversiteitsbeleid bij instellingen, naar originele initiatieven en niet in de laatste plaats naar concrete bewijzen van het succes van het beleid.
De faculteit Applied Physics was twee jaar terug trouwens ook al in de race voor de prijs, vertelt decaan Gerrit Kroesen, maar moest toen toezien hoe de Rijksuniversiteit Groningen ermee aan de haal ging. “En terecht”, zegt Kroesen, “Groningen was toen al een stuk verder”.
Inmiddels heeft de faculteit volgens hem laten zien dat ze niet alleen ambitieuze plannen heeft, maar deze ook wáármaakt. Eén vrouw telde de (pakweg zestigkoppige) wetenschappelijke staf van Applied Physics acht jaar geleden, vertelt de decaan. “Nu zijn dat er zo’n vijftien. De meesten daarvan zijn de laatste paar jaar aangenomen.”
Proactief en persoonlijk
Die groei is volgens hem vooral het gevolg van de gerichte, proactieve en persoonlijke benadering van vrouwen door de faculteit. “Het is een bekende frasering: maak een lijst met vijf criteria, een vrouw kan aan drie daarvan voldoen en zal niet solliciteren. Terwijl een man die aan twee van de criteria voldoet, denkt: ‘kat in het bakkie’. We wilden die drempel voor vrouwen wegnemen.”
Als je als faculteit zoiets wil doen, dan moet je je als bestuur ook realiseren dat het dus werk kost
Een belangrijke rol was hierin weggelegd voor de Principal Investigators (kortweg PI’s) binnen de faculteit. Dit PI-model, dat de faculteit twee jaar terug heeft ingevoerd, geeft onderzoekers meer autonomie als het gaat om het bepalen van hun onderzoekskoers. Zo is elke universitair docent en universitair hoofddocent vrij in het bepalen van zijn of haar eigen agenda, onderwijs- en onderzoeksprofiel; ook kunnen ze zelf beslissingen nemen over de financiering van hun projecten en hoeven aanvragen bijvoorbeeld niet meer via de groepsvoorzitter te lopen.
Kroesen: “We hebben alle PI’s binnen de faculteit gevraagd om te komen met namen van vrouwelijke kandidaten - voor allerlei posities, van tenure track tot hoogleraarspost. Dat leverde een lijst van bijna tweehonderd namen op van allemaal vrouwen, die ik ieder een persoonlijke mail heb gestuurd: ‘Uw naam is genoemd door die-en-die, ik nodig u uit om te solliciteren.”
Hij lacht: “Bewerkelijk ja, daar was ik wel een weekend mee kwijt. En onconventioneel; de recruiters hadden dit ook nog niet eerder gezien. Maar als je als faculteit zoiets wil doen, dan moet je je als bestuur ook realiseren dat het dus werk kost. Dat hoeft niet per se door de decaan te gebeuren; het gaat om de persoonlijke benadering, het individuele contact, de aandacht. Dat bleek wel dé trick.”
Handvol woorden
Een andere nadrukkelijke keuze, vertelt Kroesen, was om de functieomschrijving in elke mail kort te houden: “Niet het gebruikelijke A4’tje, maar hooguit een handvol woorden. Want als je een heel specifiek profiel opstelt, solliciteren veel vrouwen dus niet”.
Uit die lijst van tweehonderd namen rolden ongeveer honderd sollicitaties, van waaruit meerdere wetenschappelijke posities zijn opgevuld. Kroesen: “We hebben alle vrouwen ook achteraf nog gesproken en bijna allemaal gaven ze aan dat ze niet gesolliciteerd zouden hebben als we hen niet persoonlijk hadden benaderd.”
Betrek iedereen
De voornaamste tip die Kroesen andere instanties, faculteiten en groepen wil meegeven: zorg dat je iedereen bij het proces betrekt. “Als bestuur kun je de toon zetten, maar iedereen moet meewerken - vanuit overtuiging, niet alleen omdat de baas het zegt.” Zeker in een tijd waarin voorkeursmaatregelen, zoals het veelbesproken Irène Curie-programma van de TU/e, niet alleen worden toegejuicht, maar ook volop worden bediscussieerd.
Lees verder onder de video.
Hij kent de standaardargumenten, zegt Kroesen: “‘Je moet niet op geslacht letten, je moet de beste aannemen’. Terwijl die opmerking eigenlijk al half-discriminerend is, want daarmee insinueer je dat de beste bijna altijd een man is”. Hij haast zich te zeggen: “Natuurlijk moet je je ogen altijd openhouden voor talent, ook mannelijk talent. Maar je moet wel een duidelijk beleid durven voeren. Ook nu is het uitgangspunt bij elke vacature nog steeds: ‘Kom eerst maar met een lijst vrouwelijke kandidaten’”.
Waar je bij Kroesen níet mee aan hoeft te komen, is de suggestie - volgens hem veelal vanuit de wat oudere wetenschappelijke garde - dat er niet genoeg vrouwelijke kandidaten voorhanden zouden zijn. “Bullshit. Dat geldt misschien voor andere disciplines, maar níet voor de natuurkunde. Er zijn kandidaten genoeg en dat hebben we volgens mij ook wel laten zien.”
Behalve de genoemde proactieve benadering van vrouwelijke kandidaten stipt de NNV onder meer ook het facultaire onboarding-programma voor nieuwe medewerkers aan als belangrijke bijdrager aan een inclusievere faculteit. Ook roemt de jury de nadrukkelijke ‘persoonlijke aandacht van leidinggevenden voor de individuele behoeften van nieuwe medewerkers’.
Van der Waals
Daarnaast is ook de rol van studievereniging Van der Waals de jury opgevallen. “Het is bemoedigend dat de volgende generatie zo gedreven is en ook zo kundig blijkt om een cultuuromslag te bevorderen”, beschrijft NNV-voorzitter en wetenschapsjournalist Diederik Jekel.
Decaan Kroesen: “Het bestuur van Van der Waals is ruim een jaar geleden bijvoorbeeld al naar ons toe gekomen met hun voornemen voor een diversiteitswerkgroep. Nu zijn we samen met Van der Waals aan het bekijken hoe we onze voorlichtings- en wervingsactiviteiten zo kunnen bijstellen dat ook het percentage vrouwelijke studenten, nu nog zo’n vijftien procent, toeneemt.”
Bij 35 procent vrouwen houdt het zichzelf eigenlijk in stand. Daar mikken we op
Voor haar wetenschappelijke staf streeft de faculteit op korte termijn in elk geval naar een aandeel van 35 procent vrouwen. Die doelstelling is volgens Kroesen gebaseerd op praktijkervaringen in onder meer Frankrijk: “Daar blijkt dat als het percentage vrouwen eenmaal rond de 35 procent ligt, het zichzelf eigenlijk in stand houdt. Daar mikken we op”. Qua universitair docenten zit Applied Physics overigens al ongeveer op dat aandeel, “bij de hoogleraren en UHD’s zitten we op 20 tot 25 procent”.
Kroesen verwacht dat zijn faculteit het beoogde percentage binnen twee jaar op alle wetenschappelijke niveaus bereikt heeft. “Dat is niet ambitieus, dat is heel realistisch. Of die 35 procent ook echt genoeg is, moeten we dan gaan bekijken.”
Ontsmette plaquette
Voorzitter Diederik Jekel van de NNV maakte de winnaar maandagavond bekend tijdens de (dit keer online) wetenschappelijke conferentie Physics@Veldhoven. Andere kanshebbers waren het NWO-instituut AMOLF en het Amsterdamse Anton Pannekoek Instituut voor Astronomie. De prijs is volgens Jekel vooral bedoeld ter inspiratie. “We willen hiermee niet alleen laten zien hoe belangrijk, maar ook hoe goed het mógelijk is om ons geliefde veld inclusief en divers te maken.”
De plaquette die bij de prijs hoort, wordt volgens Jekel uiteraard eerst nog even goed ontsmet en komt dan naar Eindhoven. Daar krijgt ze een plek in de centrale ontvangsthal van de faculteit in het gebouw Flux. Maar zolang het gebouw, net als de hele campus, door corona nog relatief leeg is, zal de plaquette vooral schitteren op een foto op de homepage van de faculteit, aldus decaan Gerrit Kroesen.
Discussie