Werken aan duurzame energie, maar strijden tegen windmolens
Is Arno Pronk, universitair docent bij Bouwkunde, tegen de energietransitie? Nee, dat niet. Sterker nog, hij ontwierp in 2015 een drijvende zonnecollector die zich zelfstandig naar de zon richt. Maar een rij windturbines pal voor zijn woning in het Amsterdamse IJburg, is een ander verhaal. Zo kan het gebeuren dat deze wetenschapper zich ontpopt tot een moderne Don Quichot, die de strijd aanbindt met zoevende windmolens.
Toen Pronk hoorde van de plannen voor windmolens in het IJmeer - het water waar zijn Amsterdamse huis op uitkijkt - moest hij er eerst een paar weken op broeden. Waarom is dit nauwelijks bekend? “Normaal krijgen we bij elke nieuwe container een brief”, moppert de universitair docent, die werkzaam is bij de vakgroep Innovative Structural Design bij Bouwkunde. “Maar bij dit ingrijpende plan word ik gewezen op mijn burgerplicht mezelf te informeren.” En dan nog de prangende vraag: waarom komt niemand in het geweer?
Want dat het een probleem zou worden, wist Pronk al snel. Niet zozeer omdat zo’n rijtje nieuwe buren in de vorm van tweehonderd meter hoge windmolens weinig bijdraagt aan de waarde van je huis - “in Amsterdam stijgen de huizenprijzen zo hard, dat dat weinig verschil maakt” - maar omdat hij vreest voor gezondheidsschade voor de bewoners van IJburg.
Repeterende zoef
Neem de gigantische wieken. Alleen die al hebben een spanwijdte van 65 meter en maken volgens Pronk elke keer als ze onderaan komen en de mast passeren een laagfrequent geluid. “Het is een soort repeterende ‘zoef’, zo laag dat-ie vrijwel onhoorbaar is, maar de trillingen bezorgen je een gevoel van zeeziekte. Volgens de Leidse audioloog Jan de Laat levert dat ziekte, stress en slapeloosheid op.”
De molens zijn gepland op vierhonderd meter van de bebouwing, wat ongekend dichtbij is, vertelt Pronk. Anderhalve kilometer zou volgens hem het minimum moeten zijn. Volgens De Laat komt daar nog een percentage bij, omdat de trillingen over het wateroppervlak ver dragen. En dat is niet alles. De slagschaduw van de wieken kan een flikkerend lichteffect opleveren in een deel van de IJburgse woonkamers.
Pronk: “Weet je dat ze stroboscopen inzetten als martelwerktuig?” Daarnaast krijgen niet alleen de menselijke bewoners van het gebied last van de turbines, vertelt hij. “De gemeente doorkruist hiermee haar eigen beleid. Er is hier namelijk ook een natuurcompensatiegebied, waar twee belangrijke vogeltrekroutes langs leiden.”
Nimby
De spil van Pronks actie is een petitie, die op het moment van schrijven al ruim negenduizend keer is getekend. Media als de Volkskrant weten IJburg intussen goed te vinden, want: kijk hoe die GroenLinks-stemmers in Amsterdam zich ontpoppen tot nimby’s (not in my backyard). De TU/e-docent had dat verwijt wel verwacht, hoewel vooral de grachtengordel volgens hem GroenLinks stemt. “IJburg is een stuk gemêleerder. Zelf stem ik zéker niet op GroenLinks.”
Wat niet wil zeggen dat Pronk gekant is tegen de energietransitie an sich. Als onderzoeker houdt hij zich aan de TU/e ook bezig met zonne-energie. Hij ontwierp in 2015 de Sun-Spotter, een drijvende bol met spiegels en een zonnecollector, die door een ingenieus systeem steeds optimaal de stand van de zon volgt. Het principe werkt, bleek uit experimenten met het prototype. “Nu is het zoeken naar een project om de economische haalbaarheid vast te stellen.”
Windalarm
Bij de gemeente krijgt Pronks protestgroep Windalarm Amsterdam intussen weinig voet aan de grond. “Ik heb wethouder Marieke van Doorninck al eens een ijskonijn genoemd, zo niet-betrokken reageert ze. Ze stelt: we houden ons aan de regels. Maar die zijn gebaseerd op normen uit 1979, toen waren er nog geen windturbines. GroenLinks wil zich profileren als de partij van de energietransitie en ziet de windmolens voor IJburg daarbij als een onmisbaar statement.”
Pronk heeft geen hoge dunk van het Amsterdamse energiebeleid. De stad wil tachtig procent van de energie voor huishoudens op duurzame wijze zelf opwekken. “Dat kan niet in zo’n dichtbevolkt gebied. En intussen worden er energieslurpende datacentra gebouwd voor de YouTubes en Googles van deze wereld, die energie krijgen voor een cent per kilowattuur.” Waarom zet Amsterdam niet in op het isoleren van de binnenstad, kaatst hij de bal terug naar de grachtengordel. “En leg alle daken vol met zonnepanelen.”
Sowieso begrijpt hij niet dat de overheid windmolenparken over heel Nederland versnippert. “Plaats die dingen bij elkaar in een dunbevolkt gebied of, beter nog, in zee.” Ook voor kernenergie is hij niet bang. “Kijk naar Finland, dat voor zeventig procent op kernenergie draait. De centrales zijn tegenwoordig heel veilig en het afval wordt goed beheerd opgeslagen. En het is schoon: totaal geen CO2-uitstoot, er zijn geen biomassacentrales nodig en het zou een mooie bestemming zijn voor de grote hoeveelheid kernraketten die nog in ons land ligt opgeslagen”, zegt hij lachend.
Bouwen met ijswater
Sinds 2014 komt Pronk ook geregeld in het nieuws met onderzoeksprojecten in het buitenland, met als doel grote structuren te bouwen met behulp van ijswater dat met cellulose is versterkt. Eerst deed hij dat met zijn team in Finland, maar in 2017 heeft hij zijn focus verlegd naar de Chinese stad Harbin, waar hij samenwerkt met de plaatselijke technische universiteit. Eind 2019 liet hij er nog een Eiffeltoren van 3D-geprint ijs verrijzen.
Discussie