Openingszet voor een nieuwe medezeggenschap

De Tweede Kamer wil nieuwe regelgeving rondom de medezeggenschap aan universiteiten en hogescholen. Wetenschappers, studenten en vakbonden grijpen hun kans en doen alvast een voorstel. Cursor vroeg aan Martijn Klabbers van personeelsfractie PUR en Ralph van Ierland van studentenfractie Groep-één of zij vinden dat er zaken anders moeten.

door
foto Shutterstock

Vroeger mochten universiteitsraden meebeslissen over zo’n beetje alles wat hun instelling aanging. Sinds 1998 heeft de universitaire medezeggenschap alleen nog advies- of instemmingsrecht. Volgens Kamerlid Lisa Westerveld van GroenLinks zouden studenten en medewerkers best meer inspraak willen op het reilen en zeilen van hun universiteit of hogeschool.

Maar de wetgeving staat dat in de weg. In een motie riep ze het kabinet op om met wetenschappers, docenten en studenten het gesprek aan te gaan over het ‘moderniseren’ van de regels. Haar voorstel werd in oktober met een nipte meerderheid aangenomen. Van de regeringspartijen stemde alleen D66 voor. VVD, CDA en ChristenUnie voelen niets voor nieuwe regels.

Experimenten

Wij wel, zeggen de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en protestbeweging WOinActie. Deze twee partijen hebben samen met de vakbonden AOb en FNV een voorstel geschreven voor een nieuwe medezeggenschap aan de universiteit. Beslissingen over het dagelijks werk liggen nu te weinig in handen van de mensen op de werkvloer, valt daarin te lezen. ‘De bureaucratie is binnen de universiteiten te ver doorgeslagen en dat belemmert de zeggenschap’.

De partijen pleiten voor het inrichten van een ‘medezeggenschap van onderop’. Verder willen ze experimenteren met een mix van gekozen, vaste en gelote, tijdelijke leden. Beslissingen worden dan genomen op het laagste organisatorische niveau. Bestuurders, van afdelingshoofden tot de leden van het College van Bestuur, zouden gekozen moeten worden. Niet alleen hoogleraren, maar ook andere medewerkers kunnen zich verkiesbaar stellen.

De medezeggenschap zou wat die partijen betreft, over meer onderwerpen moeten meebeslissen of voorstellen in kunnen dienen. Niet alleen over de onderwijs- en examenregeling of de hoofdlijnen van de begroting, maar over alle zaken die te maken hebben met kerntaken als onderwijs en onderzoek.

Draagvlak

PUR-fractielid Martijn Klabbers las het boekje van WOinActie met veertig stellingen over de wetenschap en was niet onder de indruk. "WOinActie heeft één van de problemen goed geïdentificeerd: een te hoge werkdruk door enorme stijging van de werklast”, maar de verdere argumentatie en conclusies vindt hij twijfelachtig. "Je kan betrokkenheid vergroten door meer posities verkiesbaar te maken, maar of het dan beter wordt of meer politiek introduceert, vraag ik me af.” Hij denkt dat de auteurs de kracht van de huidige medezeggenschapsmogelijkheden niet kennen. “Om op die basis meer plannen te maken, waarvan ik vermoed dat die de bureaucratie ook kunnen vergroten, is ondoordacht. De recente wet versterking bestuurskracht heeft ook maar een beperkte impact gehad. Sommige inspraak is daar op een betere plek komen te liggen, maar het heeft zeker ook tot meer bureaucratie geleid.”

Het voorstel om studenten - “onze grootste groep directe stakeholders” -  meer in onze universiteit te betrekken, steunt hij zeker. En ook de wens om te experimenteren. “Ik ben het ook eens dat we zeer gemotiveerde medewerkers hebben, die graag meedenken over het bereiken van een hoge kwaliteit van onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening. Hoe we die relevantie voelbaar maken voor alle medewerkers, daar is het CvB al mee bezig geweest voor het WP en zouden we nu vooral ook voor de professionals/OBP moeten nastreven. Maar de manier waarop dat in dit voorstel wordt gesuggereerd, trek ik in twijfel. Voor medezeggenschap is het nu al lastig om goede kandidaten te krijgen. Van de rechten die de medezeggenschap heeft, wordt nu nog lang niet voldoende gebruik van gemaakt, en verkiezingen voor sleutelposities brengen een andere dynamiek, maar niet noodzakelijkerwijs een beter bestuur.”

Klabbers vindt niet dat de hiërarchie zoals die hierboven wordt geschetst - “..de kerntaken onderzoek en onderwijs [zouden] verpletterd [worden] onder een management-en beheerscultuur.” - aan de TU/e aan de orde is. “Ons CvB zoekt vaak draagvlak voor beslissingen en bureaucratie is niet iets dat ik met de TU/e associeer. We documenteren dingen eerder te weinig. Er is ruimte voor verbetering.”

Slagkracht

Ook Ralph van Ierland, fractievoorzitter van Groep-één, zegt dat zijn fractie over het algemeen tevreden is “met de constructieve manier waarmee we hier gezamenlijk kunnen opereren. Dat hangt samen met een goede relatie tussen bestuur en medezeggenschap en voldoende openheid naar elkaar toe. We merken dat veel studenten willen meepraten, maar zich gelijktijdig afvragen wat de slagkracht van de medezeggenschap is."

Volgens Van Ierland is het belangrijk om goed te weten waar je in je recht staat, en dat je mening ook gezien wordt als waardevol én impactvol. "Als op andere instellingen de mening van studenten en medewerkers onvoldoende wordt gehoord, zal er wat moeten veranderen. In Eindhoven zullen we meedenken hoe we dat zo goed mogelijk vorm kunnen geven. Er moet ook voldoende ruimte zijn om je als medezeggenschap goed te kunnen verdiepen in wat er speelt. En die verdieping moet dan resulteren in een constructief gesprek, tussen medewerkers, studenten en bestuur, zodat je gezamenlijk richting kunt geven.”

Deel dit artikel