Robeyns was tot voor kort een van de drijvende krachten achter protestbeweging WOinActie. Samen met hoogleraren Rens Bod (Universiteit van Amsterdam) en Remco Breuker (Universiteit Leiden) schreef ze het boek ‘40 stellingen over de wetenschap’, waarin het drietal de torenhoge werkdruk en het structurele overwerk aan universiteiten aan de kaak stelt.

Van die ’systematische roofbouw’ deed WOinActie vorig jaar samen met de vakbonden aangifte bij de arbeidsinspectie. De actiegroep verzamelde ruim 700 meldingen van overwerkte wetenschappers en docenten. Robeyns herkende hun verhalen wel, zei ze destijds. “Ik werk zo’n 55 uur in de week en dat weet ik omdat ik het een periode heb bijgehouden.” Vorige maand maakte ze via twitter bekend dat ze haar werk voor WOinActie moest neerleggen vanwege gezondheidsproblemen, onder meer ten gevolge van overwerk. Onder haar draadje regende het bedankjes en beterschapswensen van docenten, wetenschappers en bestuurders.

Snel beklonken

De beslissing om Robeyns dit jaar de AcademieKus toe te kennen was dan ook unaniem en snel beklonken, zegt jurylid en AOb-bestuurder Marijtje Jongsma. Qua aantal nominaties stak Robeyns er met kop en schouders bovenuit. “En niet eens alleen van mensen die al verbonden zijn aan WOinActie.”

Robeyns oogst niet alleen lof vanwege haar werk voor de protestgroep, zegt Jongsma. Ook met haar openheid op twitter heeft ze laten zien dat ze hart heeft voor de wetenschap. “Het gaat om het durven agenderen van problemen waar docenten en medewerkers op de werkvloer zelf tegenaan lopen.”

De AcademieKus is geheel coronaproof uitgereikt via Zoom. In plaats van andere genomineerden waren dit jaar de mensen die Ingrid Robeyns hebben voorgedragen bij de uitreiking ‘aanwezig’.

Het is niet de eerste keer dat de AcademieKus-jury de strijd van WOinActie beloont. In 2018 mocht voorman Rens Bod de prijs namens de hele protestbeweging in ontvangst nemen. Andere eerdere winnaars zijn SP-Kamerlid Jasper van Dijk (2017), UvA- en VU-voorzitters Geert ten Dam en Mirjam van Praag (2019) en genderwetenschapper Marijke Naezer (2020).