Delftse affaire raakt Eindhovense quantumcomputer niet
Een domper voor het onderzoek naar quantumcomputers: de Delftse hoogleraar Leo Kouwenhoven en zijn team blijken toch geen hard bewijs te hebben geleverd voor het bestaan van zogeheten Majorana-deeltjes, gezien als veelbelovende bouwstenen voor quantumcomputers. De nanodraden waarin de Majorana-deeltjes zich gemanifesteerd zouden hebben, komen uit het lab van TU/e-hoogleraar Erik Bakkers. Toch raakt de affaire het Eindhovense onderzoek aan quantumcomputers niet direct, stelt directeur Servaas Kokkelmans van het Center for Quantum Materials and Technology (QT/e).
Het was de afgelopen week groot nieuws, onder meer gebracht door de Volkskrant en NRC: Kouwenhoven en zijn team zouden hun artikel in Nature uit 2018 terugtrekken waarin ze het bewijs presenteerden voor het bestaan van Majorana-deeltjes in quantumstructuren in de vorm van een hashtag (#). Nadat in april 2020 al twijfels waren ontstaan over de geldigheid van dit bewijs, stellen de onderzoekers in een nieuw artikel - gepubliceerd op de openbare preprintserver ArXiv - dat na een nieuwe analyse van de ruwe meetgegevens inderdaad niet meer kunnen claimen daadwerkelijk Majorana-deeltjes waargenomen te hebben.
Die conclusie zou enerzijds volgen uit nieuwe inzichten in het vakgebied, maar ook doordat er wellicht een onzorgvuldige selectie is gemaakt van de ruwe meetgegevens. Vanwege dat laatste loopt er nu een integriteitsonderzoek van de TU Delft naar Kouwenhoven en diens postdoc Hao Zhang, eerste auteur van het artikel uit 2018.
TU/e-hoogleraar Advanced Nanomaterials & Devices Erik Bakkers was met zijn team verantwoordelijk voor het produceren van de nanodraden voor de genoemde nano-hastags en is daarom medeauteur van zowel het artikel in Nature als de publicatie op ArXiv. Hij laat echter weten niet te mogen reageren op de zaak vanwege het bovengenoemde integriteitsonderzoek.
Koude atomen
Ook aan de TU/e wordt gewerkt aan een quantumcomputer. Vorige week meldde Cursor nog over de komst van een gloednieuw, deels ondergronds lab, waar vanaf 2024 een hybride quantumcomputer moet klaarstaan voor gebruik. Directeur Servaas Kokkelmans van het Center for Quantum Materials and Technology (QT/e) leidt dat project en merkt dat de Delftse affaire vragen oproept over de impact op het Eindhovense onderzoek naar quantumcomputers.
Hij stelt dat de zaak QT/e niet direct raakt en legt uit dat de TU/e samenwerkt binnen Quantum Delta NL, waarin vijf ‘quantum techology hubs’ in Nederland zijn aangesloten. Behalve QT/e is dat onder meer ook QuTech van de TU Delft en TNO. “Het onderzoek naar Majorana’s valt echter niet onder Quantum Delta NL; dat zit helemaal bij Microsoft Delft.” Kouwenhoven trad vier jaar geleden in dienst bij Microsoft, dat potentie zag in quantumcomputers op basis van Majorana-deeltjes. Daarnaast bleef hij verbonden aan de TU Delft.
De geplande quantumcomputer in Eindhoven is gebaseerd op ultrakoude atomen, gevangen gehouden in laserlicht dat wordt gebruikt als een soort optisch pincet. Die technologie is volgens Kokkelmans veel verder ontwikkeld dan het onderzoek aan Majorana’s. “Om funding te verkrijgen, is Majorana-onderzoek altijd erg gehypet voor quantum computing, maar ze hebben nog nooit een quantumbit kunnen demonstreren.”
Discussie