Visiedocument over studentenwelzijn in de maak
Begin oktober werd tijdens het Diversity Breakfast aan de ruim honderd aanwezigen gevraagd problemen op te schrijven waar ze tegenaan liepen bij hun studie. Volgens Charlie Raiser, sinds oktober aangesteld als Student Wellbeing Policy Officer, leverde het veel respons op. Een aantal punten werden inmiddels besproken met het College van Bestuur, aldus Raiser. In opdracht van het CvB werkt ze aan een visiedocument over studentenwelzijn.
Meer ruimte creëren binnen de academische kalender voor studenten om op adem te kunnen komen en het aanstellen van meer studieadviseurs om ze snel bijstand te kunnen verlenen. Het zijn twee punten die studenten die aanwezig waren bij het Diversity Breakfast onder de aandacht brachten van het College van Bestuur. Volgens Charlie Raiser, die een opleiding volgde tot organisatiepsychologe, leverde de ontbijtsessie veel respons op en samen met Student Diversity Officer Lara Hofstra filterde ze er de belangrijkste problemen uit. Die presenteerden ze samen met twee studenten aan het voltallige College van Bestuur. “De bijeenkomst was bedoeld om de CvB-leden te laten zien wat er op dit moment leeft binnen de TU/e-gemeenschap, zowel bij onze internationals als bij de Nederlandse studenten”, aldus Raiser.
Integratie internationals
De reacties van de ontbijtbezoekers begin oktober hadden onder meer betrekking op de integratie van internationals in het onderwijssysteem van de universiteit, die niet in alle gevallen als optimaal wordt beschouwd. "Met name internationals vertelden dat ze geregeld vastlopen in het systeem”, zegt Raiser, “en ze vinden dat de wachttijden van de studieadviseurs te lang zijn om hen snel verder te kunnen helpen. Dat laatste, het tekort aan studieadviseurs, kan vertraging opleveren bij de beantwoording van hun vragen en ze zeggen dat ze soms de verkeerde informatie krijgen aangereikt. Dat leidt dan weer tot veel stress en kan in sommige gevallen ook stevige financiële gevolgen hebben. Bijvoorbeeld als het hen niet lukt tijdig af te studeren en ze zich dan toch weer voor enkele maanden moeten inschrijven.”
Dat vooral internationale studenten deze problemen naar voren brachten komt volgens Raiser omdat “de Nederlandse student misschien toch makkelijker zelf zijn weg weet te vinden in het systeem”. Bovendien waren er die ochtend weinig Nederlandse studenten aanwezig bij het ontbijt, aldus Raiser.
Overvolle agenda
Veel klachten hadden volgens haar ook betrekking op de, in de ogen van de studenten, 'overvolle academische agenda', waardoor studenten het idee krijgen dat ze niet meer de mogelijkheid hebben om gedurende het studiejaar nog op adem te kunnen komen, of om een korte vakantie te kunnen inplannen.
Raiser: “Ze schreven dat de deadline van een bepaald onderdeel soms valt op een zondag en dat de maandag daarop dan weer direct wordt gestart met een nieuw studieonderdeel. De mogelijke periodes om vakantie te kunnen houden, vallen daarnaast dikwijls net voor examenperiodes of voor het aflopen van bepaalde deadlines.”
Ook beschreven studenten hun zorgen rondom de kans om ziek te worden. Raiser: “Ze maakten er melding van dat wie twee weken uitvalt door ziekte, haast geen mogelijkheid meer ziet om de opgelopen achterstand nog in te halen. Want het programma loopt door en daarmee ontstaat een soort sneeuwbaleffect: het wordt allemaal alleen maar meer.”
Oplossingen
Er werden volgens Raiser ook oplossingen door studenten aangedragen, zoals een herziening van de academische kalender, waarbij meer rustperiodes worden ingepland om zo de stress te verlagen. Ook opperden studenten de mogelijkheid om herkansingen direct na een examenperiode te laten plaatsvinden, om zo de opeenstapeling van zaken die nog gedaan moeten worden, te voorkomen. Vooral aan het eind van een studiejaar, omdat internationals er dan op gebrand zijn om zo snel mogelijk huiswaarts te kunnen keren. In september pleitte de TU/e Young Academy of Engineering (EYAE) er nog voor om álle herkansingen te groeperen in de zomer en docenten onderwijsvrije kwartielen te geven.
Raiser was zeer tevreden met het gesprek dat studenten hierover hebben gevoerd met de leden van het CvB en zegt dat er van die kant zeker de bereidwilligheid is om aan de slag te gaan met de punten die zijn aangekaart. “Op het gebied van studentenwelzijn gebeurt overigens al heel wat”, zegt Raiser, “maar ik heb de indruk dat de communicatie daarover soms tekortschiet, waardoor studenten niet doorhebben wat er achter de schermen al plaatsvindt. Ik zie dat de universiteit echt oog heeft voor deze problematiek en er ook snel op wil reageren. Mede daarom hebben ze mij aangesteld om samen met Lara Hofstra kritisch naar studentenwelzijn te kijken en er een visiedocument over op te stellen. Op dit moment worden ook al NPO-middelen (Nationaal Programma Onderwijs, red.) daarvoor ingezet. Onder meer voor het opzetten van een masterclass studentenwelzijn, voor het bouwen van een e-health-platform, en voor de verdere ontwikkeling en uitrol van een gemeenschapsapp. Dat is een begin, maar we realiseren ons terdege dat er nog meer nodig is. Ons visiedocument over studentenwelzijn verwachten we zo rond april volgend jaar klaar te hebben.”
Discussie