Sluitstuk | Organen uit de printer
Dan Jing Wu leidt een druk leven; alles wat op haar pad komt, grijpt ze namelijk met beide handen aan. Geluk bij een ongeluk: dankzij de coronacrisis had de ondernemende promovenda met een passie voor wetenschapscommunicatie even de rust om haar proefschrift te schrijven - over biomaterialen voor regeneratieve geneeskunde. Inmiddels is ze alweer druk met een startup die deze materialen op de markt wil brengen.
Haar promotor Patricia Dankers vond het wel wat voor haar: Faces of Science, een initiatief van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen waarbij jonge onderzoekers laten zien hoe het is om wetenschapper te zijn. “Zij had er vertrouwen in dat ik dat kon, terwijl ik toen nog doodsbang was om iets te presenteren”, vertelt Dan Jing Wu lachend. “Ze zag het eerder dan ik.”
Ze bleek inderdaad aanleg te hebben, en het één leidde tot het ander: een deelname aan FameLab en de Universiteit van Nederland, een internationaal kunstproject rond een ‘menselijke vaas’, betrokkenheid bij de Nationale Wetenschapsagenda, optredens voor radio en televisie: Wu maakte het uitleggen van haar onderzoek voor een breed publiek tot één van de speerpunten van haar promotietraject - ze wijdde zelfs een hoofdstuk in haar proefschrift aan wetenschapscommunicatie. “Ik vind het belangrijk om jonge mensen een inkijkje te geven in de wetenschap. Zodat ze kunnen zien of het misschien ook iets voor hen is.”
Zelf had ze tot haar afstuderen namelijk nooit gedacht dat ze een promotieonderzoek zou gaan doen. “Ik ben geen Einstein; ik dacht dat ik niet slim genoeg was om wetenschapper te worden. Maar onderzoek doen draait ook heel erg om creativiteit en doorzettingsvermogen.” En die eigenschappen bezit ze zeker. Ook dat werd herkend door haar begeleider Dankers, benadrukt Wu. “Ze heeft me eigenlijk volledig de vrije hand gegeven; dat was heel fijn maar tegelijkertijd wel een beetje eng.”
Kunstmatig hart
Wu’s droom is ooit een werkend hart uit een 3D-printer te kunnen laten rollen. “We kunnen al structuren van synthetisch materiaal maken die dienen als een soort bouwsteiger waar lichaamscellen in kunnen groeien”, legt ze uit. Dat ‘bioplastic’ verdwijnt na verloop van tijd vanzelf, waarna er een stukje spier, bloedvat, of hartklep overblijft. De volgende stap is om het materiaal dynamisch te maken: zodat het kan buigen of samentrekken onder invloed van een bepaalde prikkel. Zoals het door licht aangedreven ‘wandelende’ plastic dat elders aan de TU/e is ontwikkeld.
“Op basis van een biomateriaal dat al eerder bij Biomedische Technologie is ontworpen, heb ik een zogeheten hydrogel gemaakt die krimpt of juist uitzet afhankelijk van de temperatuur. Het is in principe een zacht, transparant soort plastic, maar in heet water krimpt het en wordt het wit van kleur. Dat komt doordat de erin opgesloten watermoleculen worden weggeduwd. Stop je het daarna in koud water, dan treedt het omgekeerde effect op.”
En nee; dat is geen ideaal materiaal voor een kunsthart, dat zijn werk zal moeten doen bij een constante temperatuur van zo’n 37 graden. Dat weet Wu ook wel. Toch heeft haar uitvinding nut, denkt ze. “Het bleek heel anders te werken dan we van tevoren hadden verwacht; dat betekent dat we iets nieuws hebben geleerd. Dat is zowel frustrerend als opwindend. Omdat we nog beter willen begrijpen hoe het werkt, ben ik nu bezig met vervolgexperimenten.”
Ik kwam na een nachtelijk radio-interview om vier uur ’s nachts thuis uit Hilversum en stond de volgende morgen om negen uur weer in het lab
Dichter bij een toepassing is een nieuwe techniek om plastic bloedvaten te printen, volgens Wu een uitvloeisel van een ‘vrijdagmiddagexperiment’; een hobbyprojectje als het ware. Als je met een 3D-printer ronde vormen wilt printen, gebeurt dat door telkens kleine stapjes langs de x- en y-as af te wisselen, legt ze uit. Hoe vloeiend de vorm is, hangt dus af van de resolutie van de printer: hoe grover die is, hoe karteliger de geprinte vorm. Samen met technicus Jurgen Bulsink bedacht ze een manier om de printkop van de 3D-printer te bevestigen op een roterende staaf.
“Daar kun je vloeiende spiraalvormen mee printen. Die methode hebben we toegepast op plastic bloedvaten, zodat die niet knikken als je ze rond buigt. Denk aan een stofzuigerslang.” Dergelijke buigzame kunstbloedvaten kunnen voor de vaatchirurg een uitkomst zijn voor het aanleggen van bypasses. “Met de Universiteit Utrecht worden deze zogeheten ‘anti-kinking vascular grafts’ nu al uitgetest in dieren.
Geleefd
Op 30 april zal ze haar proefschrift verdedigen, nadat ze haar promotiedatum een paar maanden had uitgesteld in de hoop dat familie en vrienden aanwezig zouden kunnen zijn. Pas een week vantevoren werd duidelijk dat dit een juiste beslissing was: sinds 28 april zijn de coronamaatregelen ook rond promoties versoepeld. Vervelend, die onzekerheid. “Aan de andere kant heb ik het afgelopen jaar meer tijd gehad om mijn proefschrift te schrijven dan zonder corona het geval was geweest. Ik was gewend om mijn dagen volledig vol te plannen en alleen thuis te komen om te slapen.”
Buiten haar promotietraject bestiert Wu met een vriendin een eigen tassenlabel, NOYA NOIR, deed ze aan wedstrijdboksen, en had een druk sociaal leven. “Alles wat langskwam, zoals mogelijkheden om mijn onderzoek te promoten, pakte ik altijd met twee handen aan. Dat heeft me veel opgeleverd, maar was ook een beetje ‘too much’. Dan kwam ik na een nachtelijk radio-interview om vier uur ’s nachts thuis uit Hilversum en stond de volgende morgen om negen uur weer in het lab. Wat dat betreft voelde het wel goed om even niet geleefd te worden.”
Intussen is Wu, die vóór haar studie Biomedische Technologie nog een halfjaartje Technische Bedrijfskunde studeerde en zich later bij het TU/e Innovation Lab liet bijspijkeren, tóch weer druk. Nu met het opzetten van een bedrijf rond de synthetische biomaterialen uit het lab van haar promotor Patricia Dankers. “Zodat we de ontwikkelingen voor het kweken van weefsels in het lab sneller naar de kliniek kunnen brengen.”
Discussie