“Bovenarm wordt weer bottleneck bij vaccineren”
Het aantal beschikbare vaccins is op dit moment weer de beperkende factor in de vaccinatiecampagne. Dat is goed nieuws, stelt TU/e-student Sjors Melman, die deel uitmaakt van een logistiek adviesteam onder leiding van hoogleraar Jan Fransoo. Nu moet worden voorkomen dat vertraging ontstaat bij het inplannen van afspraken wanneer de komende maanden het aantal geleverde vaccins snel toeneemt. Wat de onderzoekers betreft komt daarvoor zo snel mogelijk een digitaal systeem met pushberichten.
De vaccinatiepuzzel bevat drie elementen, legt Sjors Melman uit. “Simpel gesteld: de prikker, het vaccin en de bovenarm. Die moet je zo efficiënt mogelijk bij elkaar brengen. Als de logistiek op orde is, moet het aantal vaccins altijd de bottleneck zijn.” Dat is nu het geval, stelt hij. “Maar in januari was het aantal prikkers nog het voornaamste probleem, en enkele weken geleden het inplannen van afspraken: de bovenarm dus.”
Rond het paasweekend bleek namelijk dat voor een deel van de zeventigers al prikmomenten beschikbaar waren, terwijl deze groep de papieren uitnodiging nog niet in de bus had gekregen. Daarnaast moesten door het besluit om het vaccin van AstraZeneca te reserveren voor mensen ouder dan zestig jaar, op het laatste moment tienduizenden afspraken worden afgezegd en opnieuw ingepland.
“Toen zag je dat dit systeem te traag reageert op de beschikbaarheid van vaccins. Wij pleiten daarom voor een systeem van pre-registratie: dat je van tevoren kunt aangeven dat je een prik wilt hebben, en zodra het vaccin beschikbaar is via een pushbericht op je mobiel een afspraak doorkrijgt.” Dat is vergelijkbaar met hoe ze in België nu al de restjes vaccin wegprikken, stelt hij. “Je kunt het inderdaad lokaal en last-minute regelen, maar wat ons betreft zou het ook voor de reguliere prikafspraken zo moeten gaan: je kunt zo eventueel enkele weken van tevoren hele cohorten uitnodigen.”
Vaccinatiebereidheid
Nu we een nieuwe fase van de vaccinatiecampagne ingaan, waarin binnenkort ook de jongere, niet in de zorg werkende bevolking aan bod komt, wordt ‘de bovenarm’ volgens Melman weer de kritieke factor. “Het gaat om een doelgroep die een drukker leven heeft en minder risico loopt door het virus, waardoor we moeten voorkomen dat de logistiek de vaccinatiebereidheid zal verlagen. Dus moeten we het makkelijker maken om een afspraak te maken; we horen nu dat mensen uren aan de lijn hebben moeten hangen met het callcenter van de GGD. Dat moet en kan anders.”
Hoewel de GGD volgens Melman de noodzaak niet lijkt in te zien van een efficiëntere manier om de prikafspraken in te plannen, is het team nog wel in gesprek met vertegenwoordigers van het RIVM en het ministerie van Volksgezondheid. “We werken samen met vrijwilligers van ASML, de Vrije Universiteit Amsterdam en bol.com om te kijken hoe zo’n afsprakensysteem gebruiksvriendelijk kan worden ingericht, maar het is in principe geen hogere wiskunde.”
Duimen draaien
Melman is tevreden over hoe de uitvoerende instanties hun adviezen over dat andere logistieke element, de ‘prikkers’, hebben opgepakt. “We hebben voorgesteld om op de priklocaties het administratieve proces zoveel mogelijk los te koppelen van de prikkers zelf, zodat die hun tijd optimaal kunnen benutten.” In de winter stonden de prikkers namelijk nog een flink deel van hun tijd te wachten op ‘bovenarmen’, stelt hij. “Nu is er bij de GGD-priklocaties één wachtrij die leidt naar verschillende balies waar een ID- en gezondheidscheck wordt uitgevoerd. Van daaruit ga je naar het eerste vrije prikhokje.”
Door het zo in te richten, zijn het de in relatieve overvloed beschikbare administratieve medewerkers die tijdens rustige momenten duimen staan te draaien, en niet de schaarse, medisch geschoolde prikkers. ”Zo hebben we de priksnelheid kunnen verhogen van twintig naar zestig vaccins per prikker per uur.”
Weggeprikt
Ook de modellen voor het voorraadmanagement van de vaccins die het adviesteam heeft aangeleverd, vielen volgens Melman in goede aarde. “Je ziet dat de geleverde vaccins in de loop van de week nu vrijwel volledig worden weggeprikt. En minister De Jonge heeft aangegeven dat dat er tweeënhalf miljoen per week moeten kunnen worden. Daar zitten we nog lang niet aan, maar je ziet dat de leveringen nu zo’n beetje exponentieel toenemen.”
Hij heeft daarom goede hoop voor de komende maanden. “We hebben met veel instanties tegelijk om tafel gezeten; het ministerie, RIVM, lokale en landelijke GGD, de huisartsen en ziekenhuizen. Door dat grote aantal partijen gaat alles wat stroperiger dan je zou willen. Aan de andere kant zorgt het feit dat zowel de GGD’s als huisartsen en ziekenhuizen betrokken zijn bij het prikken wel voor risicospreiding en maatwerk voor kwetsbare patiënten. De opschaling van de komende maanden wordt de echte stresstest voor de vaccinatiecampagne.”
Discussie