Inspectie: bijles is booming business, ook in hoger onderwijs
Een op de vijf studenten betaalt voor ‘aanvullend onderwijs’, meldde de Onderwijsinspectie gisteren. Het gaat onder meer om scriptiebegeleiding of bijles om een vak te halen. De kosten liggen rond de tweehonderd euro. Jan van der Veen, hoogleraar bij de Eindhoven School of Education, valt niet van zijn stoel van deze bevindingen. “Dat 71 procent van de bijles-studenten het doet om een vak te halen, vind ik bijvoorbeeld nogal een open deur.”
De studenten willen snel en efficiënt hun studie doorlopen, schrijft de Onderwijsinspectie in het gisteren verschenen rapport De Staat van het Onderwijs. En daarvoor tasten ze graag in de buidel. Dit schaduwonderwijs kan ongelijke kansen tot gevolg hebben. Studenten uit armere gezinnen maken er minder vaak gebruik van dan studenten uit rijkere gezinnen, stellen de inspecteurs vast. “Niet alle ouders en studenten kunnen aanvullend onderwijs betalen.” Het gebeurt aan de universiteiten nog vaker dan aan de hogescholen. Van de masterstudenten heeft 21 procent weleens aanvullend onderwijs ingekocht, tegen 17 procent van de ouderejaars hbo-studenten.
Hoogleraar Jan van der Veen, die in februari is begonnen bij de Eindhoven School of Education, zegt dat het binnen ESoE niet direct een onderwerp is dat bestudeerd wordt. "Wel wordt er in 4TU-verband op dit punt gekeken naar e-learning en hoe daarmee extra scholing geboden kan worden op het gebied van calculus. Heel wat studenten, bijvoorbeeld schakelstudenten uit het hbo, zien dat vaak als een moeilijk onderdeel. Omdat we het aanpakken in 4TU-verband en dus op grotere schaal, is het mogelijk om in de ontwikkeling hiervan te investeren."
Jong geleerd
Met name studenten van grote opleidingen maken volgens het rapport van de inspectie gebruik van bijles, zoals verpleegkunde, pabo, psychologie en rechten. En jong geleerd is oud gedaan: wie vroeger bijles kreeg, maakt in het hoger onderwijs ook vaker gebruik van aanvullend onderwijs.
Zo zijn er meer verschillen. Meer vrouwen dan mannen willen bijles. Ook studenten met een niet-westerse migratieachtergrond maken naar verhouding vaker gebruik van het schaduwonderwijs. Ook strebers trekken de portemonnee voor zulke extra begeleiding: zij willen zo hoog mogelijke cijfers. Andere studenten kampen met een gebrek aan motivatie of concentratie.
Eindwerkstuk
En wat voor begeleiding krijgen ze dan? Van de bijlesstudenten wil 71 procent een vak halen, terwijl 22 procent de ondersteuning (ook) gebruikt bij het schrijven van het eindwerkstuk. Nog eens 18 procent krijgt hulp bij stress of faalangst. Dat het willen halen van een vak de belangrijkste reden is om bijles te zoeken, noemt Van der Veen een open deur. "Dat lijkt me nogal voor de hand te liggen."
Schaduwonderwijs komt volgens de inspectie steeds vaker voor. Bij de Kamer van Koophandel schreven allerlei bureaus voor scriptiebegeleiding zich in. In 2015 waren het er 63, maar in 2019 was dat aantal verdubbeld naar 128.
Dit is dus iets anders dan hulp van vrienden of familie, waar 38 procent van de wo-masterstudenten en ouderejaars hbo-studenten weleens baat bij heeft gehad. Ook kreeg zo’n 12 procent weleens gratis (of bijna gratis) hulp van de studievereniging.
Volgens Van der Veen is de beste bijles die je kunt krijgen "die van medestudenten - zeg maar van je peers - die daar zelf vaak ook weer veel van leren. Ik kan me goed voorstellen dat die peers-begeleiding in deze tijden van corona voor een groot deel is weggevallen, doordat studenten elkaar veel minder zien. Voor studieverenigingen zie ik daar zeker ook een belangrijke rol."
Geen idee
Hogescholen en universiteiten hebben vaak geen idee dat hun studenten extra onderwijs inkopen: 72 procent van deze studenten heeft er tegen docenten niets over gezegd, soms uit angst dat zij er kritisch over oordelen.
Dat moet veranderen, meent de inspectie. Als docenten met hun studenten in gesprek gaan over schaduwonderwijs, dan weten ze “beter dan alleen via vakevaluaties” hoe studenten de begeleiding vanuit de opleiding ervaren en welke behoeften ze hebben.
De Staat van het Onderwijs werd gisteren overhandigd aan demissionair ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob. Bij de presentatie waarschuwde inspecteur-generaal van het onderwijs Alida Oppers voor teruglopende basisvaardigheden en ongelijke kansen.
Eigen benen
Zo vertelde ze dat een kwart van de 15-jarigen niet op basisniveau kan lezen. En zoiets heeft volgens haar gevolgen wanneer jongeren op eigen benen moeten staan. Denk bijvoorbeeld aan het tekenen van een huurcontract of het afsluiten van een lening.
Doordat sommige ouders (of jongeren zelf) meer mogelijkheden hebben om extra onderwijs in te kopen dan anderen, neemt de kansenongelijkheid toe. Bijles, huiswerkbegeleiding, examentrainingen en scriptiebegeleiding… “Met al die ontwikkelingen gaat het onderwijs langzamerhand op een vrije markt lijken. Compleet met billboards en radiospotjes.”
Van der Veen beschouwt het Nederlandse hoger onderwijs nog altijd als zeer toegankelijk, zeker ook als hij het afzet tegen de mogelijkheden in het buitenland. Van der Veen: "De inspectie heeft deze keer dit onderwerp er speciaal uitgelicht, maar eigenlijk controleert de NVAO of opleidingen die worden aangeboden in het hoger onderwijs, nog goed aansluiten op het middelbaar onderwijs en vice versa. Het gaat dan ook over kwaliteitszorg, dus de vraag: is deze opleiding voor een student goed af te ronden?"
Contrastvloeistof
Minister Van Engelshoven vindt al die training en bijles niet ideaal. Ze begrijpt heel goed dat ouders het beste voor hun kinderen willen. “Maar het mag nooit uitmaken of je ouders in staat zijn extra begeleiding of examentraining in te kopen.” En de coronacrisis? Die werkt als een contrastvloeistof, meent de inspectie. De problemen die er toch al zijn, worden beter zichtbaar.
Discussie