Rubicons in het buitenland onder druk
Internationale uitwisseling van wetenschappers staat door de coronacrisis enorm onder druk, vanwege de reisbeperkingen die internationaal gelden. Vooral bij persoonlijke beurzen, zoals de Rubicon voor pas gepromoveerde onderzoekers, zorgt dit voor vervelende situaties. Ook TU/e-winnaars ondervinden hier hinder van. “Flexibiliteit en veerkracht zijn heel belangrijke eigenschappen in deze vreemde tijd.”
Elk jaar gaan zo’n zestig jonge wetenschappers één of twee jaar naar het buitenland met een Rubiconbeurs van onderzoeksfinancier NWO. De laatste jaren hebben veel TU/e’ers deze beurs gewonnen, die is bedoeld om postdocs in het buitenland ervaring te laten opdoen.
De coronacrisis gooit roet in het eten voor sommige Rubicon-laureaten, die niet kunnen afreizen naar de instellingen waar ze hun onderzoek gaan doen.
“Internationale uitwisseling van onderzoekers staat momenteel onder enorme druk vanwege de reisbeperkingen”, zegt Gerard Verschuren, hoofd van het Research Support Office van de TU/e. “Bepaalde landen kom je gewoon niet in. Dat is een groot probleem voor onderzoekers met een beurs die uitgaan van internationale mobiliteit. In Europa is het nu weer op gang gekomen, maar daarbuiten blijft het lastig.”
Thuis in plaats van in Boston
Ivana Abramovic, postdoc bij Applied Physics, zou deze maand afreizen naar MIT om daar met een Rubiconbeurs onderzoek te gaan doen naar fusie als energiebron. Met de nadruk op zóu, want corona gooide roet in het eten. “De onderzoeksgroep bij MIT waarin ik terecht zou komen, moet tot zeker eind van het jaar vanuit huis werken”, zegt ze. Na overleg met NWO, MIT en TU/e is daarop besloten dat ze haar project op afstand start vanuit Eindhoven.
“Het is heel jammer dat ik nu vanuit huis werk in plaats vanuit Boston. Gelukkig komt de tijdlijn van mijn project niet in gevaar hierdoor. Ik heb mijn werktijden omgezet naar de Amerikaanse tijdzone, zodat ik gemakkelijker kan samenwerken met mijn collega’s daar.”
Abramovic hoopt dat de situatie verbetert in 2021 en ze dan alsnog naar de VS kan voor haar onderzoek. “De Rubicon is voor 24 maanden, het zou super zijn als ik toch wat tijd kan doorbrengen in Boston.”
Verlenging
De TU/e is niet de enige universiteit die een tijd in lockdown is gegaan, wat werken in de labs onmogelijk maakte. Als onderzoekers hun werk niet in de geplande tijd gedaan krijgen vanwege de beperkingen door de coronacrisis, wat dan? “Wie gaat een eventuele verlenging betalen?”, zegt Verschuren van het Research Support Office. “Ik hoor binnen Europa nog geen signalen dat onderzoeksfinanciers de portemonnee gaan trekken.”
Postdoc Mani Diba zit in Houston aan Rice University, waar hij onderzoek doet aan materialen die weefselregeneratie bevorderen. “Door de pandemie hebben ze de universiteit hier tijdelijk gesloten”, zegt Diba. “Inmiddels wordt het weer langzaam opgestart, maar de voortgang van mijn onderzoek gaat relatief langzaam. Misschien haal ik niet alle doelen van mijn project, maar ik verwacht het grootste deel op tijd af te krijgen.”
Diba heeft voor zijn vervolgstap een Marie Curie Global Fellowship toegekend gekregen, en verwacht daardoor geen nadelen te ondervinden als de Rubiconbeurzen niet verlengd worden. “Ik ga hierna naar Harvard en kom daarna terug naar de TU/e. Toch hoop ik voor de andere fellows dat ze verlenging krijgen, dat zal velen helpen in deze crisistijd.”
Ook Tommaso Ristori heeft zijn Rubiconbeurs, waarmee hij onderzoek doet naar de vorming van nieuwe bloedvaten aan Boston University, na een jaar weten om te zetten in een andere, tweejarige beurs. “Dat was mijn geluk en ik zal dan ook niet hoeven vragen om verlenging. Het lab in Boston werd drie maanden gesloten en ik zat vast in Nederland vanwege het reisverbod voor mensen uit de Schengenregio. Gelukkig kon ik simulaties draaien en daardoor mijn werk op afstand doen.”
Veerkracht
Postdoc Beatrice Adelizzi werkt al enige tijd aan de École Normale Supérieure in Parijs aan de ontwikkeling van lichtgevoelige, schakelbare moleculen voor fotoakoestiek. Dat zou ze in eerste instantie doen met een Rubiconbeurs, maar ze kreeg voor dezelfde periode ook een Marie Curiebeurs toegekend, en die heeft ze geaccepteerd.
Frankrijk heeft twee maanden in lockdown gezeten. “Ik heb die periode vanuit huis gewerkt. Ik kon data-analyses doen en publicaties schrijven van een eerder onderzoeksproject, maar thuiswerken is verre van ideaal voor een experimentator. Door de lockdown kon ik mijn samenwerking met een andere onderzoeksgroep niet afmaken. Ze konden niet wachten tot mei zodat ik mijn experiment kon afmaken en het paper kon indienen”, zegt Adelizzi.
Ze heeft haar werk en programma zó gereorganiseerd dat ze nu bijna zover is om twee publicaties in te dienen van haar eerste anderhalf jaar als postdoc. “De coronacrisis heeft mijn werk aanzienlijk vertraagd, maar ik geloof heilig dat flexibiliteit en veerkracht heel belangrijke eigenschappen zijn in deze vreemde tijd.”
Wetenschappers mogen momenteel weer vol werken in labs aan de École Normale Supérieure, zegt Adelizzi. “We mogen ook weer andere instituten bezoeken voor samenwerkingen. Maar het aantal coronabesmettingen stijgt momenteel hard in Frankrijk en het is moeilijk te voorspellen hoe het zich de komende maanden zal ontwikkelen.”
Vici opofferen
Drie Nederlandse Rubicon-laureaten deden in de zomer een onderzoek naar de situatie waarin hun mede-laureaten zich bevinden. Daaruit bleek dat velen zich zorgen maken over hun werk en of ze het af krijgen binnen de tijd waarin de beurs loopt. De drie onderzoekers hebben becijferd dat verlenging van drie maanden voor alle Rubiconlaureaten zo’n anderhalf miljoen euro kost.
Vanuit NWO wordt geen extra geld beschikbaar gesteld voor verlenging. De suggestie om een Vici-beurs op te offeren - die bedraagt anderhalf miljoen euro - is niet mogelijk. NWO kan niet zomaar een Vici-beurs schrappen, zegt een woordvoerder. De onderzoeksfinancier kan niet met budgetten schuiven, omdat het geld specifiek voor bepaalde subsidies is bestemd. Regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben schriftelijke vragen gesteld aan de minister of er niet toch iets aan gedaan kan worden.
Discussie