“Kennis en innovatie helpen Brainport uit de crisis”

“De focus op de Brainport-regio is nu tijdens de coronacrisis extra belangrijk.” Collegevoorzitter Robert-Jan Smits zei het afgelopen maandag tijdens de online opening van het nieuwe collegejaar aan de TU/e. Brainport lanceerde onlangs een nieuwe meerjarenagenda, waarmee men de toekomst van de regio wil waarborgen. Waar vinden de TU/e en de Brainport-regio elkaar als het gaat over economische groei en herstel in tijden van corona?

Is er nu, met alle commotie over corona en de daarmee samenhangende maatregelen, nog wel momentum voor een meerjarenagenda? Die vraag moet ook zijn opgekomen bij Paul van Nunen, directeur van Brainport. “Net twee weken voordat de crisis in maart losbarstte was ie klaar”, zegt Van Nunen. “We hebben hem toen even geparkeerd, want de gezondheidscrisis en de nationale veiligheid hadden prioriteit. In de tussenliggende tijd is er veel gebeurd, maar we realiseren ons dat de inhoud gewoon relevant gebleven is. Onze economische strategie is erop gericht om met kennis oplossingen voor grote maatschappelijke transities te bedenken, waar we met onze maakindustrie ook nog machines voor kunnen maken. Dat zorgt enerzijds voor brede werkgelegenheid en anderzijds voor een robuuste positie.” Volgens de Brainport-directeur blijven ook na de crisis de technologieën en de markten die gerelateerd zijn aan mobiliteit, food en digitalisering, relevant.

“Sterker nog”, vult Clément Goossens, hoofd Industrie- en Overheidsrelaties aan de TU/e, hem aan, “die markten zullen nog groter worden. Er is bijvoorbeeld steeds meer aandacht voor de energietransitie en het klimaat. We moeten de al bestaande plannen voor de regio doorzetten, vooral nu. Niet op de rem trappen vanwege de coronacrisis, maar juist nu investeren in energie en sleuteltechnologieën (daarmee worden belangrijke technologieën met een brede toepassing bedoeld, zoals artificial intelligence en nanotechnologie, red.).”

Van Nunen denkt niet dat Brainport Brussel of Den Haag nog moet overtuigen over hoe belangrijk die sleuteltechnologieën zijn voor de economische en geopolitieke positie van Nederland. “Mensen knikken snel ‘ja’ als je over dit verhaal begint”, aldus de Brainport-directeur.

Focus op instituten

Volgens collegevoorzitter Robert-Jan Smits is het nieuwe element in deze meerjarenagenda, die zich ruwweg richt op de periode 2020-2025, een duidelijkere focus op de transities en het nieuwe verdienvermogen van Nederland. Smits: “De instituten EAISI (voor kunstmatige intelligentie) en EIRES (voor hernieuwbare energie) dragen daar aan bij.” Goossens aanvullend: “Het is niet alleen de focus op het hebben van instituten op zich, maar ook dat het opzetten ervan samen gebeurt door het onderwijs, onderzoeksinstituten en het bedrijfsleven. Je ziet dat we in de vorige agenda nog wat zoekende waren hoe we innovatie willen organiseren. Nu is het meer een geoliede machine.”

Van Nunen: “Doordat we samenwerken in die instituten, is het ook nuttig voor alle partijen: waar ligt de kracht van de technologie, wat heeft de wereld nodig en waar kan geld mee verdiend worden? Doordat overheden, kennisinstituten, onderwijs en bedrijfsleven vanaf het begin aan tafel zitten wordt over al die zaken nagedacht. Het zou zot zijn als bedrijven heel andere dingen maken dan waar het hele onderwijs de werknemers van de toekomst voor klaarstoomt.”

Hoe gaat dat investeren in instituten er dan uit zien? Wat mogen we verwachten?

Smits: “We kijken naar wie de partners in de regio zijn die in de instituten kunnen samenwerken. Welke industrieën kunnen straks machines maken op basis van onze kennis? Ja, de universiteit stopt geld in die instituten, maar wij willen ook dat de industrie zich langdurig committeert aan de ambities die de universiteit heeft. We willen dat de Brainport-regio lange termijn gaat werken en zoekt naar strategische partners. Een cruciaal thema in de regio is bijvoorbeeld artificial intelligence in mobiliteit. Ik ben echt onder indruk van de enorme zichtbaarheid die EAISI nu al heeft: niet alleen regionaal maar ook nationaal en internationaal. Dan zie je het nut van zo’n investering in een instituut.”

Komt het doel ‘arbeidsmarkt in balans’ in het gedrang nu expats wegblijven en er reisbeperkingen zijn?

Van Nunen: “Er staan nu zesduizend vacatures op de Brainport jobportal midden in coronatijd, waarvan duizend Engelstalig. Die mensen hebben we niet en dat blijft een enorm aandachtspunt. De mate waarin we mensen nodig hebben is dusdanig hoog dat de TU/e alleen dat ons niet kan leveren: we blijven ook extra internationaal talent nodig hebben.” Goed te weten hierbij is dat de TU/e afgestudeerde ingenieurs levert, maar dat de regio talent nodig heeft op alle niveaus, van mbo tot universitair geschoold.

Goossens: “Tegen alle verwachtingen in stijgt het aantal aanmeldingen van internationale studenten toch in deze tijd. De aantrekkingskracht van Nederland is en blijft groot. Het grote vraagteken hierbij is hoe de situatie zich gaat ontwikkelen in de komende maanden en of een eventuele tweede golf ernstige reisbeperkingen met zich mee zal brengen.”

In welke startup ziet de TU/e de grootste kans voor innovatie als daarbij gekeken wordt naar maatschappelijke impact?

Goossens: “De TU/e is heel sterk in system engineering, ook automotive systemen horen daarbij. Lightyear is daar een voorbeeld van (voortgekomen uit Solar Team Eindhoven, red.). Die technologieën zijn echt vernieuwend, die startups kunnen out of the box denken en zijn niet bang om tegen de gevestigde orde aan te schuren. Daar hebben we veel hoop in. Net als structuren van onderwijs zoals in de TU/e innovation Space. Die proberen studenten in beweging te krijgen om oplossingen te vinden voor de huidige crisis. En ja, die is acuut, maar het klimaat en de energietransitie zijn dat ook en daar moet ook aandacht voor blijven. Startups kunnen daarbij zorgen voor extra beweging.”

Tessie Hartjes, TU/e-alumna en marketeer bij Lightyear, liet onlangs weten dat de salariseis die de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) stelt voor hoogopgeleide internationals, startups nekt. Die kunnen er niet aan voldoen en dat levert problemen op bij het aanstellen van internationaal talent. Is daarvoor aandacht in de agenda?

Smits: “We betalen een prijs voor het succes. Als universiteit kunnen wij tot nu toe toptalent aantrekken, maar ik kan me voorstellen dat dat voor startups een issue is. Veel van onze eigen studenten willen juist ook graag voor een coole startup werken.

Van Nunen: “De kracht van Brainport kan hier sowieso van meerwaarde zijn: als zo’n bericht via een partner in het netwerk op de collectieve tafel komt kunnen we er ook samen iets aan doen.”

Hoe verhoudt de meerjarenagenda van Brainport zich tot de Strategievisie 2030 van de TU/e?

"Strategy 2030 gaat specifiek over onze eigen universiteit, de meerjarenagenda over onze positie in de regio en de samenwerking met de partners uit de regio", vertelt Smits. "De meerjarenagenda voor de Brainport-regio is juist nu opportuun: meer en meer wordt duidelijk dat we uit de crisis moeten komen door kennis en innovatie. Dat is de enige manier. Door al die geopolitieke spanningen is er ook meer besef gekomen dat het belangrijk is betrouwbare partners dichtbij te hebben. Lees: in de regio. De supply chain van kennis moet worden herzien. Als we goede kennis voorhanden hebben in de regio Eindhoven, moeten de bedrijven die niet elders gaan zoeken. Deze meerjarenagenda is daarom ook gewoon een beetje de agenda van de TU/e”, zegt Smits.

Volgens Smits sluit hij ook goed aan op de Strategy 2030. "We zien dat bijvoorbeeld terug door een stukje onderwijs in de agenda, talent aantrekken en opleiden, etc. We moeten meer dan ooit terug naar onze roots en deze internationale universiteit verankeren in de regio. Samenwerken in en met de regio en doen waar we voor zijn opgericht: mensen opleiden en kennis ontwikkelen.”

Van Nunen is het er roerend mee eens: “We zien in alle sterke ecosystemen in Nederland - Twente, Wageningen, Delft en Eindhoven, zonder hier een volgorde van waarde aan toe te kennen - dat daar een goede universiteit centraal in gelegen is. Dat is een vitaal onderdeel van een succesvol ecosysteem. Zonder de TU/e zou Brainport nooit zo sterk zijn.”

Wat is de Brainport meerjarenagenda?

Stichting Brainport is ooit opgericht door 21 gemeenten uit de Brainport-regio, die ook zorgen voor de financiering ervan. In het bestuur zitten lokale overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven die er samen voor willen zorgen dat de regio sterk is in de maakindustrie. Ook willen ze voorkomen dat er nog ooit zo’n harde dip komt als in de jaren negentig toen de werkloosheidcijfers razendsnel ophoog liepen.

De meerjarenagenda van Brainport wordt opgesteld vanuit deze samenwerking en is bedoeld om alle neuzen dezelfde kant op te houden en de economische ontwikkeling te blijven ondersteunen. De TU/e speelt hier een essentiële rol in met haar onderzoek en heeft ook een zetel in het stichtingsbestuur: die wordt nu ingenomen door collegevoorzitter Robert-Jan Smits.

Deel dit artikel