Diversity officer TU/e: “Actieplan voor meer diversiteit blijft te vaag”
Het hoger onderwijs en onderzoek heeft meer vrouwelijke onderzoekers nodig, en meer onderzoekers met een migratieachtergrond. Ook moet er iets gebeuren aan pesterijen en machtsmisbruik, staat in een nieuw landelijk actieplan, dat gisteren werd gepresenteerd. Van hoogleraar Evangelia Demerouti, de diversity officer aan de TU/e, had het een stuk concreter mogen zijn. “Er wordt in dit plan van alles beloofd, maar ik vind het veel te vaag.”
Minister Ingrid van Engelshoven presenteerde het landelijk actieplan gisteren aan de Universiteit Leiden. Het hoger onderwijs krijgt nog vijf jaar de tijd om resultaten te boeken. Als dat niet lukt, dan moeten er misschien quota komen, staat in het plan.
Diversity officer Evangelia Demerouti is niet onverdeeld gelukkig met het plan dat er nu ligt. “Dit plan had SMART moeten zijn, dat wil zeggen specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden. Nu is het weer vijf jaar wachten op wat er dan uiteindelijk van uitgevoerd is. En dan komen er wellicht acties. Juist die acties mis ik, die hadden er nu in moeten staan. Maar blijkbaar spelen er veel belangen en dat levert dan zo’n plan op.”
Een actieplan dat de TU/e in juli 2019 zelf in werking had gesteld om meer vrouwen aan te trekken, het Irène Curie Fellowship-programma, werd twee maanden geleden door de Commissie voor de Rechten van de Mens beoordeeld als 'een te zwaar middel om dit doel te bereiken'. Demerouti betreurt die beslissing nog altijd, "want dit programma is echt effectief gebleken in het binnenhalen van meer vrouwelijke wetenschappers". Samen met het College van Bestuur bereidt ze een aanpassing van het programma voor. "Deze aanpassing gaan we voorleggen aan het College voor de Rechten van de Mens", aldus Demerouti, "maar voor het eind van het jaar moet er een aangepast programma liggen."
Verankeren
Het landelijke actieplan is ondertekend door negen partijen, waaronder wetenschapsfinancier NWO, wetenschapsgenootschap KNAW, universiteitenvereniging VSNU, het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) en het Promovendi Netwerk Nederland. Diversiteit en inclusie willen ze ‘beter verankeren’, bijvoorbeeld bij de beoordeling van onderzoeksvoorstellen en opleidingsprogramma’s.
Daarnaast moet beter zicht komen op de diversiteit onder medewerkers en studenten: het is nu nauwelijks bekend hoeveel medewerkers een migratieachtergrond hebben. Wellicht kan dit leiden tot nieuwe streefcijfers voor culturele diversiteit.
De instellingen gaan hun diversiteitsplannen bundelen, er wordt een nationaal kenniscentrum opgericht en voor goed beleid worden prijzen uitgedeeld. Ook hierbij plaatst Demerouti vraagtekens: “Iedereen weet dat elke universiteit anders is en dat die niet met elkaar te vergelijken zijn. We kunnen niet allemaal met één methode gaan werken die moet gaan zorgen voor meer diversiteit, daar is per instelling maatwerk voor nodig. Kijk bijvoorbeeld naar onze universiteit en de Universiteit Utrecht. Die laatste is stukken groter en daar is men al veel verder gevorderd met diversiteit."
Evalueren
Over vijf jaar wordt geëvalueerd wat er van alle plannen terecht is gekomen. Bij onvoldoende voortgang zal worden gekeken naar andere maatregelen, ‘zoals de mogelijkheid om quota in te stellen op verschillende niveaus en bij verschillende werkgevers’, aldus het actieplan.
Ook de rol en het functioneren van de diversity officer komt in het plan aan bod. Zo zou beter in kaart gebracht moeten worden welke kennis, expertise en competenties aanwezig moeten zijn om diversiteitsbeleid op het gebied van onderwijs en onderzoek, medewerkers en studenten naar de verschillende eenheden te kunnen vertalen.
Daar wil Demerouti kijkend naar haar eigen instelling ook wel iets over zeggen: “Hier luistert het College van Bestuur naar me en accepteert het ook mijn adviezen. Ik heb echter maar één dag tot mijn beschikking om deze functie in te vullen. Ik praat en overleg veel met mensen, probeer mensen met elkaar te verbinden, maar het ontbreekt me aan extra capaciteit om mijn ideeën en plannen ook uitgevoerd te krijgen. Aan andere universiteiten bestaat er vaak een diversity office. Als ik iets wil implementeren, maak ik me meteen zorgen dat ik daarmee iemand extra werkdruk ga bezorgen.” Voor het einde van dit jaar hoopt Demerouti dat ze meer capaciteit krijgt om acties ook werkelijk te kunnen uitvoeren. “Want daaraan ontbreekt het hier in Eindhoven niet, in tegenstelling tot het nationale actieplan.”
Sociale veiligheid
Sociale veiligheid in het hoger onderwijs komt ook aan bod in het plan. Vakbonden waarschuwen regelmatig voor pesten, roddelen en machtsmisbruik en ook het LNVH trok aan de bel. In verplichte ombudspersonen op universiteiten en hogescholen zag de minister eerder niets. Voor de zomer kreeg oppositiepartij PvdA onvoldoende steun voor een landelijk meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag. Van Engelshoven erkent dat er nog veel te verbeteren valt en ze vraagt de KNAW om een advies over het voorkomen van intimidatie en wangedrag.
Een nationale adviescommissie, voorgezeten door rector Vinod Subramaniam van de Vrije Universiteit, gaat toezien op de voortgang van het actieplan. Subramaniam pleitte eerder al voor nationale streefcijfers voor wetenschappers met een migratieachtergrond. Waar het uiteindelijk om gaat, is hoe plannen worden vertaald naar de praktijk, zei hij. “We moeten van ideeën naar acties.” Dat is iets dat diversity officer Demerouti alleen maar kan beamen.
Discussie