Zorgeloos een paar maanden studeren in een zonnig ver land? Dat zit er in coronatijd voor veel studenten niet in. In het voorjaar werden al veel uitwisselingsprogramma’s voortijdig afgebroken of online voortgezet.
Nu het virus weer aan een wereldwijde opmars bezig is, gaat ook het tweede semester op de schop. De Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam hebben hun uitwisseling uit voorzorg vast geschrapt. Net als de Hogeschool van Amsterdam, die uitgaande studenten in die periode geen programma’s aanbiedt.
Ook de Universiteit Utrecht heeft de uitwisseling geannuleerd. “Het wel of niet doorgaan van uitwisseling heeft effect op huisvesting, bijbanen, het boeken van vliegtickets, etc.”, legt de universiteit uit op haar website. “We weten echter niet hoe de situatie in het voorjaar van 2021 zal zijn en achten de onzekerheid te groot.”
Nagelbijten
Soms lijkt de maatregel minder zwartwit. Zo heeft de Radboud Universiteit Nijmegen besloten om in het tweede semester “fysieke studie-uitwisselingen niet te faciliteren”, maar kan er “in specifieke gevallen” een uitzondering worden gemaakt. Eén voorwaarde is bijvoorbeeld dat het land van bestemming vanaf 1 november tot en met de vertrekdatum een groen of geel reisadvies heeft. Dat wordt voor reislustige studenten dus nog even nagelbijten.
Ook elders wordt november een spannende maand. De Hogeschool Rotterdam neemt volgende maand een besluit over studiereizen naar het buitenland voor 2021, schrijft de hogeschool op haar website. Het bestuur van de TU/e zal medio november de knoop doorhakken over uitwisseling in het tweede semester, schreef Cursor begin oktober.
Andere instellingen wachten de ontwikkelingen nog even af. Voor studenten in Twente en Wageningen bijvoorbeeld lijkt uitwisseling komend semester vooralsnog wel mogelijk – mits het uitwisselingsland een groen of geel reisadvies heeft.
Alternatieven
Ondertussen wordt er voor de thuisblijvers hard gewerkt aan alternatieven. Leiden bijvoorbeeld onderzoekt een uitbreiding van het keuzeaanbod.
Hogescholen en universiteiten kijken bovendien naar wat er digitaal allemaal mogelijk is, meldt een woordvoerder van het Europese Erasmus+-programma. Hierbij valt te denken aan ‘virtuele mobiliteit’ (online uitwisseling vanuit huis) of ‘blended mobiliteit’. In dat geval krijgen de studenten eerst online les en gaan ze naar het buitenland als de reisbeperkingen zijn opgeheven.
Alle goede bedoelingen ten spijt, een online uitwisseling zal hoe dan ook niet hetzelfde zijn als jezelf volledig onderdompelen in het (studenten)leven van een verre stad. Hoe kunnen studenten toch ‘internationale competenties’ opdoen in zo’n digitaal klaslokaal? Daar geeft internationaliseringsorganisatie Nuffic volgende week een webinar over.
Discussie