Groep-één stemt tegen ‘noodoplossing’ voor Mechanical Engineering
De zes fractieleden van studentengroepering Groep-één stemden maandag tegen de tijdelijke ‘noodoplossing’ die het College van Bestuur voorstelt om komend collegejaar de instroom bij de bachelor van Mechanical Engineering te beperken. Groep-één vindt de extra toelatingseis - instromers moeten Nederlands beheersen op NT2-niveau - onrechtvaardig, omdat dit buitenlandse studenten uitsluit. De invoering van een numerus fixus was volgens Groep-één eerlijker geweest, aldus fractievoorzitter Ralph van Ierland. De resterende twaalf U-raadsleden stemden wel in met het voorstel van het CvB.
In het heetst van de discussie, die gisteren online werd gevoerd in de drie uur durende vergadering van de universiteitsraad, deed vicevoorzitter Nicole Ummelen een directe oproep aan de leden van U-raad toch akkoord te gaan met de “tijdelijke noodoplossing”, die moet voorkomen dat de bachelor van Mechanical Engineering komend collegejaar weer een overvloed aan studenten te verwerken krijgt.
Opleidingsdirecteur Hans Kuerten had vrijdag tegen Cursor al zijn bezorgdheid uitgesproken dat dit de faculteit echt voor onoverkomelijke problemen zou stellen. De instroom is volgens Kuerten dit collegejaar al dermate groot - in totaal schreven 384 eerstejaars zich in - dat de wetenschappelijke en ondersteunende staf er nu al grote problemen mee heeft.
De kwestie spitste zich uiteindelijk toe op de vraag of het in dit stadium nog mogelijk is om voor Mechanical Engineering een numerus fixus in te stellen. Die moet officieel voor 1 december bij DUO worden aangemeld en studiekiezers moeten zich dan voor 15 januari 2021 vooraanmelden voor die opleiding. Volgens rector Frank Baaijens was dat in deze fase nagenoeg onmogelijk. Enerzijds moest er volgens hem dan in zeer korte tijd een enorme hoeveelheid administratief werk worden verzet, en dat in een tijd dat het systeem vanwege corona al zwaar onder druk staat. Anderzijds moest contact gezocht worden met de studiekiezers die zich al hebben vooraangemeld en die daarbij in de veronderstelling verkeerden dat een strenge selectie niet aan de orde zou zijn.
Vertrouwen
Baaijens moest echter het antwoord schuldig blijven toen Ralph van Ierland, fractievoorzitter van Groep-één, vroeg om hoeveel mensen het daarbij precies gaat. Ook Patrick Groothuis, directeur van Education & Student Affaires (ESA), had dat aantal niet direct paraat. Wel had Groothuis iets daarvoor een opsomming gegeven van alle werkzaamheden die komen kijken bij het instellen van een numerus fixus. Van Ierland vroeg zich vervolgens af of dan dat eerste argument - te veel werk voor zo’n korte periode - ook wel steekhoudend was. Kon de U-raad het College van Bestuur op dat punt dan vertrouwen?
Baaijens reageerde direct met de vraag of de U-raad geen vertrouwen meer had in de mededeling die het CvB hierover had gedaan. Van Ierland vond dat te ver gaan, maar zei wel te vinden in zijn recht te staan om voor dit deel van de argumentatie te vragen om een nadere uitleg. Dit aangezien het CvB de groep studiekiezers als argument had aangedragen, zonder te weten om hoeveel mensen het daarbij precies gaat.
Wet Taal & Toegankelijkheid
Na de eerdergenoemde interruptie door vicevoorzitter Nicole Ummelen met haar pleidooi nu akkoord te gaan met deze “tijdelijke noodoplossing, in afwachting van de wet Taal & Toegankelijkheid, die de universiteit in de toekomst hopelijk betere middelen biedt om de instroom van opleidingen te reguleren”, trokken de leden van de U-raad zich een half uur terug voor overleg.
Bij terugkomst las Heleen van Rooij, fractielid van Groep-één, het uitgebreide advies voor van de raadscommissie die zich met deze kwestie heeft bezighouden. In dit advies werden alle argumenten genoemd die ervoor zouden pleiten om wel of juist niet in te stemmen met het voorstel van het CvB. Onder meer werd er gewezen op het afschrikwekkende effect van een numerus fixus, waardoor de instroom juist sterk kan afnemen, en op het gevaar dat het aandeel buitenlandse bachelors te groot gaat worden, waardoor de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten afneemt.
Maar de regeling werd ook getypeerd ‘als een vorm van discriminatie’, en er werd opgemerkt dat het niet in lijn is met het streven van de universiteit naar de vorming van een international classroom. Ook zou nog onderzocht moeten worden of het invoeren van de toelatingseis - Nederlands beheersen op NT2-niveau - wettelijk wel is toegestaan.
Hoofdelijke stemming
Bij de daaropvolgende hoofdelijke stemming over het voorstel, iets wat al sinds zeer lange tijd niet meer was voorgekomen bij een U-raadsvergadering, stemden de drie leden van studentenfractie DAS Eindhoven en de negenkoppige personeelsfractie PUR ermee in. De zes leden van Groep-één stemden allen tegen. Maar met een meerderheid van twaalf stemmen voor kunnen het CvB en de faculteit Mechanical Engineering nu verder.
Van Ierland voegde er tot slot nog een persoonlijk commentaar aan toe, waarin hij zei te begrijpen dat het instellen van een numerus fixus veel extra werk zou opleveren. “Maar ik denk dat we met het uitvoeren van dat werk de openheid laten zien waaraan we naar eigen zeggen zoveel waarde hechten. Dit is een fout van de universiteit en niet van de internationale gemeenschap. Voor mij voldoende reden om tegen te stemmen en mijn voorkeur uit te spreken voor een numerus fixus.“
Discussie