Ontmoeten staat centraal in nieuw ontwerp Studentensportcentrum
Het Studentensportcentrum gaat op de schop om meer ruimte te bieden aan de ruim dertienduizend leden. Een thema dat daarbij centraal komt te staan, is ‘ontmoeten’. Rondom de nieuwe centrale ontmoetingsruimte, c.q. ruimere entree, worden uitbreidingen en renovaties gerealiseerd voor de fitnessruimte en groepslessen. Tegelijk wordt gekeken naar een betere logistiek in het gebouw. Het ontwerp is nog niet helemaal rond: er moet onder andere gekeken worden naar de locatie van het huidige transformatorhuisje.
Corona heeft relatief weinig opzeggingen veroorzaakt, maar de stijging van nieuwe leden loopt achter op de normale ontwikkeling, weet Wim Koch, directeur van het Sportcentrum. Toch is het sportcentrum ook voor het huidige aantal leden te klein en is uitbreiding nodig. “Door corona zijn ook andere zaken belangrijker geworden: neem bijvoorbeeld de smalle gangen die we veel hebben. Dat is gewoon niet handig bij het afstand houden. Daarnaast is de entree te klein en zorgt die voor opstoppingen.”
Behoud Rietveld-ontwerp
In het ontwerp van het nieuwe sportcentrum staat de ‘ontmoetingsruimte’ centraal. “Daar kom je altijd doorheen of bij terug in het ontwerp”, zegt Koch. Daaromheen zijn ruimtes voor fitness, groepslessen, zwemmen en teamsporten. “Het ontmoeten vinden we heel belangrijk, juist ook voor de inclusiviteit die de universiteit nastreeft. Vroeger ging je sporten, pakte je misschien een biertje en ging je weer weg. Nu ga je meer samen sporten, of sporten om elkaar ook te ontmoeten. Het is een laagdrempelige manier om mensen bij elkaar te brengen, maar daar moet wel ruimte voor zijn. De horecavoorziening die er nu is, is daarvoor te klein.”
Het huidige gebouw is ontworpen door de bekende Nederlandse architect Gerrit Rietveld. Die uitstraling moet in het nieuwe ontwerp behouden blijven en daar wordt vanuit de kwaliteitscommissie van de TU/e op toegezien. Koch: “We bouwen er niet zomaar een paar blokken aan. Momenteel zitten we in de ontwerpfase: wat zijn op basis van het programma van eisen de bouwmogelijkheden en wat zijn de consequenties daarvan? Moet je naar het westen (richting de hockeyvelden, die overigens intact blijven, red.) uitbreiden? Of meer naar het noorden, of een beetje naar allebei?”
De studies daarnaar blijken zeer nuttig, want zo bleek een transformatorhuisje een duur struikelblok: dat kun je niet zomaar even verplaatsen. Daaruit komt de gehele elektriciteitsvoorziening van het SSC. “Integreren of verplaatsen is dus een belangrijke overweging”, aldus Koch.
Welke optie het ook wordt, er komen een grote en kleine omnizaal en een Body&Mind-ruimte in de uitbreiding van het sportcentrum. Een omnizaal is een ruimte met verschillende mogelijkheden, maar vooral bedoeld voor groepslessen. Daarnaast kunnen er ook verdedigingssporten en yoga plaatsvinden. De zalen hoeven niet heel hoog te zijn, maar moeten, afhankelijk van de grootte, plaats bieden aan 30 tot 70 mensen. Nu worden veel groepslessen in de grote hallen gegeven, die dan verdeeld worden in een A- en een B-deel. Dat is te doen, maar het belemmert weer de sporten die daar plaatsvinden, zoals zaalvoetbal en volleybal. "Als we die nieuwe zalen hebben voor groepslessen, dan komt er ook weer meer ruimte voor teamsporten. En die omnizalen zijn ook beter ingericht voor de groepslessen: sfeer, licht, muziek en geluid zijn allemaal geïntegreerd", zegt Koch.
Renovatie
Naast uitbreiding wordt een aantal bestaande ruimtes gerenoveerd. Zo worden bijvoorbeeld de kleedlokalen bij het zwembad groter gemaakt. Door de sluiting in de coronatijd konden de vloeren van de hallen worden vernieuwd en zijn de muren geverfd.
De kantoorruimtes voor de medewerkers van het sportcentrum worden gerenoveerd, maar niet uitgebreid. Koch: “Corona heeft ons geleerd dat je ook anders kunt werken. Bijna iedereen hier heeft nu een laptop en mensen kunnen meer thuiswerken. Natuurlijk ben ik wel realistisch: sommige mensen die van ver komen of die veel les geven, kunnen gewoon hier werken. Maar ikzelf kan best een dag thuis werken en dan is mijn kantoor gewoon een werkplek voor wie die nodig heeft. We gaan wel proberen om de toestroom van sporters die via de gang langs de kantoren naar de kleedlokalen gaan via een andere route om te leiden. Zo kunnen onze medewerkers rustiger werken”, zegt Koch.
Total engineering
De eerste schop gaat waarschijnlijk in het najaar van 2021 de grond in. Door corona is alles wat opgeschoven. “We hopen nu begin 2023 klaar te zijn, afhankelijk van wat we nog tegenkomen in het proces. We hebben een total engineering aanpak, verzorgd door architectenstudio DP6. Daarbij wordt vanaf het begin holistisch gewerkt en worden de implicaties van het ontwerp ook budgettair, duurzaam, archeologisch en bouwtechnisch bekeken zodat er zo min mogelijk verrassingen achteraf zijn. Dat kost in het begin misschien wat meer tijd, maar op de lange termijn win je daarmee juist tijd en kosten", zegt Koch.
Het project is begroot op elf miljoen euro en volgens Koch is daarmee een uitbreiding mogelijk van maximaal 2.440 vierkante meter. "Bij alle ontwerpen houden we die vierkante meters in het oog. En we kijken direct al naar de toekomst: als we over vijftien of twintig jaar verder willen uitbreiden moet dat goed kunnen aansluiten op deze vernieuwing. Als het schetsontwerp van de architectenstudio straks klaar is, gaan we voor het detailontwerp om tafel met de gebruikers - sporters, sportdocenten, etc. Wat is een efficiënte indeling van de ruimtes? Wat moet er zeker aanwezig zijn in de ruimtes? Waar moet de ingang komen? Dat stemmen we samen af”, vertelt Koch.
Sporters hoeven niet direct bang te zijn dat er straks door de verbouwing tijdelijk minder capaciteit is. “We gaan kijken hoe we dat oplossen", zegt de SSC-directeur. "Misschien kunnen we tijdelijk extern ruimtes huren. Er kan van alles om mensen toch te laten sporten.” Als de verbouwing klaar is, verwacht Koch weer flinke groei van het aantal leden, “maar dat is ook afhankelijk van de groei van de universiteit natuurlijk".
Discussie