Afbeelding | Shutterstock / Andrey Suslov

Consortium voor veilig Internet of Things trapt online af

Van de Consumentenbond tot het Ministerie van Economische Zaken, van Siemens tot TNO en van Brainport tot de TU/e: zo’n 45 bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties werken de komende acht jaar samen om de veiligheid van het Internet of Things te waarborgen. De online conferentie INTERSCT20, verzorgd door penvoerder TU/e, vormt op 14 en 15 oktober het startschot van deze publiek-private samenwerking, die door NWO met ruim acht miljoen euro wordt ondersteund.

door
illustratie Shutterstock / Andrey Suslov

Het Internet of Things is de benaming voor het totaal aan apparaten en sensoren dat aan het internet is gekoppeld, van je eigen elektriciteitsmeter en slimme deurbel tot de Tesla van de buurman en temperatuursensoren in energiecentrales. Allemaal best handig, maar vaak ook erg kwetsbaar voor kwaadwillende hackers. Het consortium INTERSECT (hetgeen staat voor Internet of Secure Things) heeft onlangs van NWO een subsidie van 8,2 miljoen euro gekregen om dat probleem aan te pakken. Projectleider is TU/e-hoogleraar Sandro Etalle, die bij Wiskunde & Informatica de onderzoeksgroep Security leidt.

De - bijna - gelijknamige conferentie is met name bedoeld om vanuit verschillende invalshoeken de probleemstelling en mogelijke oplossingsrichtingen van INTERSECT verder toe te lichten, vertelt Harold Weffers, vanuit de TU/e belast met het management van de publiek-private samenwerking. Het zal daardoor zeker geen typische wetenschappelijke conferentie worden, stelt hij. “INTERSCT20 brengt een zeer gemêleerd gezelschap vanuit industrie, overheid, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties samen; hierdoor zullen de onderwerpen voor een breed publiek toegankelijk zijn.”

Nationale Wetenschapsagenda

Daar komt bij dat de conferentie ook een manier is om een breder publiek te bereiken. “We willen in dit prille stadium al zoveel mogelijk partijen bij INTERSECT betrekken; het gaat om een programma uit de Nationale Wetenschapsagenda dat uitdrukkelijk tot doel heeft maatschappelijke problemen op te lossen; banden met belanghebbenden zijn daarvoor belangrijk.”

Weffers geeft toe dat beveiliging van het Internet of Things bij uitstek een internationaal probleem is, maar benadrukt het belang van nationale expertise op dit vlak. “We willen niet volledig afhankelijk zijn van buitenlandse partijen voor onze digitale veiligheid; we moeten binnen Nederland voldoende kennis opbouwen op dit vlak, ook bij de overheid en in de industrie.”

Filmstudio

De conferentie vindt volledig online plaats, hoewel een deel van de ‘keynote speakers’ aanwezig zal zijn in een filmstudio in Eindhoven. Het programma voorziet daarnaast in paneldiscussies en parallelsessies in workshopvorm per onderwerp. Deelnemen via Zoom kost niets, maar registeren is verplicht. De opening wordt verzorgd door TU/e-collegevoorzitter Robert-Jan Smits en de presentatie op de eerste conferentiedag, 14 oktober, is in handen van ict-onderzoeker en schrijver Chris van ’t Hof.

De meeste presentaties zullen een half uur duren en worden afgewisseld met gelegenheden tot interactie, vertelt Weffers. “Interactie met het publiek is online lastiger, maar wel cruciaal. Mede daarom zijn we ook in zee gegaan met enkele professionele partijen, zoals Techwatch, regisseur John Heijligers en Mike Attinger Studio.”

Deel dit artikel