Terug naar de thuiswerker: universitair docent Roy
Werk thuis als het kan, riep premier Rutte mensen in Noord-Brabant maandagavond 9 maart als eersten dringend op. Zou het twee weken duren? Vier? Langer? Ruim acht maanden aan coronanieuws, discussies, maatregelen, veranderingen en bijgestelde verwachtingen verder weten we wel beter - net als de TU/e’ers uit onze thuiswerkersreeks van afgelopen voorjaar. Hoe vergaat het ze? Deze week praten we elke dag bij met één van hen en blikken we terug op uitspraken van toen.
“Aanstaande vaders mogen weer mee naar binnen bij echo’s” (mei 2020)
‘Thank you for your email. I am currently on leave to manage the in vivo experiment (n=2) my wife and I have started.’ Desondanks reageert Roy van der Meel, universitair docent binnen de groep Precision Medicine (Biomedische Technologie) binnen twee etmalen enthousiast op de mail van Cursor. Exact een week eerder is hij vader geworden van dochter Billie en zoon Leo, ter wereld gekomen middels een keizersnede nadat weken daarvoor al was gebleken dat de onderste van de twee in een stuit lag, “met de ander er dwars overheen”.
Zijn zwangerschappen en kraamweken altijd al gedenkwaardige periodes, corona gooit er dit jaar nog een onmiskenbaar sausje overheen. Zo blijft het kraambezoek in huize Van der Meel beperkt tot een piepkleine kring van heel directe familie, zoals de kersverse grootouders, oom en tante. Zijn vrouw Anna is Oostenrijkse; haar moeder en jongste zus wonen nog altijd in Tirol en hebben de pasgeboren tweeling tot dusver alleen via een beeldscherm kunnen bewonderen.
“Eigenlijk is het voorlopig natuurlijk niet de bedoeling dat je naar het buitenland gaat, maar we zijn intussen toch wel een beetje aan het kijken naar de mogelijkheden.” De bijkomende verplichte quarantaines, zowel daar als weer terug in Nederland, zouden ze met plezier voor lief nemen, zegt Van der Meel. “Wij zitten met z’n vieren toch al in een soort bubbel nu; het is gemakkelijker voor ons om daarheen te gaan dan andersom.”
Lees verder onder de foto.
En eerlijk is eerlijk: die maandenlange en nog altijd aanhoudende bubbel bevalt het stel stiekem best prima. “Natuurlijk wil ik het liefst van de daken schreeuwen dat ik een trotse vader ben en net als de Lion King aan iedereen onze baby’s laten zien.” Van der Meel strekt zijn armen uit, een denkbeeldige Simba in zijn handen. “Dat dat nu even niet kan, is moeilijk. Maar we zijn gezond, onze familie is gezond en ondanks corona is ons het allermooiste overkomen wat ons kan gebeuren.”
Het wegvallen van een weken-, misschien wel maandenlange stroom aan kraambezoek heeft bovendien ook zo zijn voordelen: “Het is fijn dat we onszelf nu eigenlijk alleen op Anna’s herstel en de baby’s hoeven te richten.” Al was het maar omdat Anna op het moment “echt topsport bedrijft”, zo vindt Van der Meel, met het de klok rond voeden van twee baby’s. De kersverse vader probeert daarnaast zoveel mogelijk van de overige zorg en huishoudelijk werk op zich te nemen, “het is echt teamwork”.
Hij prijst zich dan ook gelukkig met de extra weken verlof die hij - dankzij een opgebouwde voorraad vrije uren en in overleg met zijn leidinggevende en collega’s - heeft kunnen opnemen. “Willem (Mulder) en Ewelina (Kluza) nemen de komende tijd de begeleiding van alle aio’s en masterstudenten op zich, dat is fijn. Op maandag en vrijdag zijn er online groepsbesprekingen; ik hoop richting de feestdagen weer aan te sluiten.”
“Het was de afgelopen weken niet altijd even makkelijk voor onze groepsleden” (mei 2020)
Ondanks zijn verlof probeert hij wel een lijntje te houden met de jonge onderzoekers binnen zijn groep. Een leeftijdsgroep die volgens Van der Meel in een extra moeilijke situatie verkeert, waarin ze zelf weinig risico lopen, terwijl ze wel vastzitten aan allerlei restricties. “Iedereen probeert er op een fantastische manier het beste van te maken. Maar ik hoor wel dat mensen het pittig vinden en dat de lontjes, zoals overal, soms wat korter zijn.”
Vanaf begin mei kon de groep weer terecht in zijn vertrouwde labs op de derde verdieping van Helix, waar de leden vooralsnog zes uur per dag mogen werken. “Maar wat mij betreft zouden ze gewoon hun normale tijd mogen werken; sommige experimenten kunnen ook gewoon niet in één ochtend- of middagdienst.” Gelukkig, zo vertelt de universitair docent, heeft een goede samenwerking tussen stafleden van de faculteiten Chemical Engineering & Chemistry en Biomedical Engineering en de gebouwbeheerder van Helix geleid tot een weekendopenstelling, zodat onderzoekers die dat willen, ook op zaterdag en zondag aan hun experimenten kunnen werken: “Uiteraard op een goed georganiseerde en veilige manier, binnen de kaders van het RIVM en de TU/e”.
Bovenal is hij erg te spreken over hoe vlot de TU/e - “en Helix in het bijzonder” - haar laboratoria na twee maanden van sluiting “als een van de eersten in Nederland” weer heeft opgestart, waar labs elders veelal nog tot juni of zelfs juli dicht bleven. “Daarnaast was er binnen de groep een ontzettende behoefte om eens per week fysiek bij elkaar te komen, in een grote zaal, voor bijvoorbeeld een groepsschrijfsessie of bespreking. Belangrijk vanwege het sociale aspect, maar ook gewoon ontzettend noodzakelijk voor hun persoonlijke ontwikkeling. Mensen worden bovendien knettergek als ze alles online moeten doen.”
Lees verder onder de foto.
Daags voor het interview heeft hij buiten voor zijn huis nog even staan praten met aio’s David Schrijver, Anne de Dreu en Stijn Hoftstraat, die namens de Precision Medicine-groep langskwamen om toepasselijke kraamcadeautjes te brengen (zie bovenstaande foto). “Iedereen in de groep weet dat ze me tijdens mijn verlof updates mogen sturen, maar niet continu aan de bel mogen hangen. Maar de wetenschap en de groep zijn mijn science babies; ik vind het belangrijk om te weten hoe het met ze gaat.”
“Ik denk niet dat we dit jaar nog met z’n allen in een kamer zullen vergaderen” (mei 2020)
Van der Meel is realistisch in zijn verwachtingen van het verloop van de pandemie. “De situatie waarin we nu zitten, gaat echt nog wel een tijdje duren. Dus kun je maar beter de knop omzetten. Volgens de meest gunstige voorspellingen komt rond de jaarwisseling het eerste vaccin beschikbaar. Daarvoor komen eerst mensen in de zorg in aanmerking, net als leraren en andere specifieke groepen. Maar voor groepsimmuniteit moet je qua vaccinatiegraad toch echt wel boven de negentig procent zitten.”
Hij is opgetogen over het recente nieuws over de effectiviteit van twee COVID-19-vaccins, gebaseerd op mRNA-nanodeeltjes - technologie waaraan ook Van der Meel werkt. Zolang er echter nog geen vaccin op grote schaal beschikbaar is, heeft hij zijn hoop gevestigd op bijvoorbeeld sneltests of het vaccineren van ouderen met BCG. “Dan zouden misschien de werktijden of het maximum aantal mensen in een gebouw weer kunnen worden verruimd”, schetst Van der Meel hoopvol.
Terug naar het oude normaal ziet hij de samenleving voorlopig nog niet gaan. Tot die tijd zoeken mensen de randjes op, zo signaleert hij ook; ziet hij hoezeer studenten hun oude sociale leven missen en hoe ze, ondanks alle maatregelen, bijvoorbeeld toch feestjes geven en opzoeken. “Dat is natuurlijk niet de bedoeling, maar ik kan het ze niet kwalijk nemen. Ik hoop maar dat als een student ervoor kiest om op vrijdag naar een feestje te gaan, dat hij op zondag dan even niet naar oma gaat.” De moraalridder uithangen? Niet Van der Meel. “Sommige mensen vinden het ontzettend nodig om constant voor politieagentje te spelen. Daar heb ik helemaal niks mee.”
Discussie