Terug naar de thuiswerker: student Sanjeeth
Werk thuis als het kan, riep premier Rutte mensen in Noord-Brabant maandagavond 9 maart als eersten dringend op. Zou het twee weken duren? Vier? Langer? Ruim acht maanden aan coronanieuws, discussies, maatregelen, veranderingen en bijgestelde verwachtingen verder weten we wel beter - net als de TU/e’ers uit onze thuiswerkersreeks van afgelopen voorjaar. Hoe vergaat het ze? Deze week praten we elke dag bij met één van hen en blikken we terug op uitspraken van toen.
“Mijn moeder wilde absoluut niet alleen terug naar India” (april 2020)
Zijn moeder was afgelopen maart net op bezoek in Eindhoven toen de besmettingscijfers ook in Nederland hard begonnen op te lopen. En no way dat ze zou terugkeren naar India en haar zoon Sanjeeth Premkumar hier zou achterlaten. En dus reisde hij mee terug naar zijn geboorteland en familie, voor wat uiteindelijk vier maanden zouden worden.
Sanjeeth, masterstudent bij Werktuigbouwkunde, kijkt met een goed gevoel terug op zijn onverwachte maandenlange verblijf in Madras (Chennai), onder één dak met zijn ouders en broer. En zelfs al had hij het gewild; lange tijd kón hij bij een gebrek aan vluchten eenvoudigweg niet terug. Later, toen het vliegverkeer langzaam en onder strikte voorwaarden weer wat op gang kwam, “was het net als shoppen op Black Friday en moeilijk om tickets te krijgen”.
Hij had ook geen grote haast met zijn terugreis, vertelt Sanjeeth, die het naar eigen zeggen prima naar zijn zin had met zijn familie weer om zich heen en rustig zijn kwartiel wilde afmaken in India. En dat lukte ook prima, op afstand en online - al zorgde het tijdsverschil tussen India en Nederland soms voor wat persoonlijke mentale uitdaging. “Meetings voor projectwerk waren voor mij in India vaak in de avonduren; dan was het soms moeilijk om gefocust te blijven.”
“Ik had het zo naar mijn zin in Eindhoven, ik wilde helemaal niet weg” (april 2020)
Half juli keerde hij uiteindelijk terug naar Eindhoven- enigszins tegen de zin van zijn familie in. “Mijn ouders en ook grootouders begrepen niet waarom ik terug wilde, maar mijn huur hier liep intussen gewoon door en ik moest de eindjes toch een beetje aan elkaar zien te knopen.”
Zelf moest hij ook wel even schakelen, bekent hij. Alleen al tijdens zijn terugreis, inclusief twee transfers, waren de verschillen groot geweest: “In India had ik te maken met een enorme stapel papierwerk, temperatuurchecks en veel vragen op het vliegveld, een mondmasker, een gezichtsscherm er nog overheen. Bij mijn overstap in Parijs werd eigenlijk al niks meer gevraagd en kreeg ik zo een stempel.”
In Nederland waren op dat moment onder meer alle restaurants nog open en waren mondkapjes in het straatbeeld nog eerder een uitzondering dan de regel. “Voordat ik vertrok, wist ik wel dat de situatie hier intussen een stuk soepeler was, maar het was toch wennen om er opeens weer middenin te staan. Ik liep van het station in Eindhoven naar huis en vond het overal zo druk. Ik moest echt wennen.” De twee weken verplichte thuisquarantaine hielpen hem enigszins met het opnieuw ‘landen’ in Eindhoven, vertelt Sanjeeth. “Mijn buurman deed intussen boodschappen voor me.”
Ook nu, een paar maanden later, is zijn familie nog steeds bezorgd. Berichten in de media over de besmettingen in Europa helpen daar volgens de student niet bij: “In India, vooral in de stad waar ik vandaan kom, zijn de cijfers nu redelijk laag”. Zelf is hij niet bang om ziek te worden, zegt hij. Hij neemt naar eigen zeggen zijn maatregelen en onder meer bij ASML, waar hij deze maand is begonnen aan zijn afstudeerstage, is alles volgens hem goed en coronaproof georganiseerd.
“Sinds ik in Nederland woon en op mezelf ben aangewezen, ben ik begonnen met koken” (april 2020)
Zijn sociale kring houdt hij compact. “Ik heb een klein groepje van beste vrienden, met een jongen uit Griekenland en één uit Hongarije. We zijn praktisch huisgenoten, zien elkaar elke dag. Na het werk koken en eten we samen, of gaan we samen naar de gym.” Ook de fitnessruimte beneden in het appartementencomplex waar hij woont, helpt hem fit te blijven. Bij roeivereniging Thêta, waarvan hij aan het begin van zijn studentenleven in Eindhoven lid is geworden, is hij mede door alle beperkingen en maatregelen al acht maanden niet geweest.
Lees verder onder de foto.
Hetzelfde geldt trouwens voor de TU/e-campus, waar hij naar eigen zeggen gewoon niet per se iets te zoeken heeft: “Ik kan thuis goed vooruit”. Kleine correctie trouwens: hij komt wel degelijk regelmatig op het universiteitsterrein - maar dan als parttime bezorger voor Uber Eats. Vooral vanuit Atlas wordt volgens hem veel besteld, met name McDonald’s en Taco Bell zijn in trek, vertelt hij lachend.
“Voorlopig is er nog te veel onzeker” (april 2020)
Hij hoopt dat de samenleving de draad volgend kalenderjaar langzaam weer kan gaan oppakken. “De recente berichten over vaccins klinken hoopgevend; ik hoop dat iedereen daar binnen een paar maanden toegang toe heeft en dat dingen daarna langzaam weer open kunnen.” Want naar concerten gaan, of een avondje in een club in het weekend, “ja, dat mis ik wel”. Ook de bioscoop bezoekt hij graag en dat kán - na een korte sluiting - weliswaar ook weer, “maar behalve ‘Tenet’ is er nu eigenlijk niks nieuws te zien”.
Toch zit Sanjeeth thuis niet gelaten af te wachten tot de pandemie voorbij is. Zo is hij, zoals gezegd, begonnen met fitness, “terwijl gewichtheffen me aan het begin van dit jaar nog weinig kon boeien. Ook let ik goed op mijn eten. En ik heb het schrijven weer opgepakt: fictieve verhalen, maar wel gebaseerd op mijn eigen ervaringen”. Niets dat het waard is om te publiceren, zegt de student lachend, “ik schrijf vooral voor mezelf; het geeft me ontspanning”.
Bovenal klopt hij het af dat zijn dierbaren en hij gezond zijn, en verder is ‘berusting’ volgens Sanjeeth in deze coronacrisis het sleutelwoord: “Het is wat het is”.
Discussie