“Sinds ik thuiswerk, weet ik hoe mijn collega’s eruit zien”
Het thuiswerken in coronacrisistijd is ons nieuwe normaal. We leren omgaan met de veranderde kaders en onze valkuilen in deze situatie, vinden thuis steeds beter onze weg en missen de campus en elkaar intussen als nooit tevoren. Cursor belt regelmatig met een mede-thuiswerker om te horen hoe het gaat. Vandaag: Lotte de Bitter, copywriter voor het Communicatie Expertise Centrum, kan niet wachten tot de coronacrisis voorbij is. De anderhalvemetersamenleving is voor haar - als slechtziende - namelijk extra uitdagend.
Lotte de Bitter is een positief ingesteld mens. Ze benoemt daarom al snel een voordeel van de coronacrisis en het verplichte thuiswerken. “Ik kan alleen grote dingen, contrasten en kleuren waarnemen. Als ik mensen live ontmoet, kan ik niet meer zien dan hoe groot ze zijn en misschien welke haarkleur ze hebben. Nu we virtueel samenkomen voor vergaderingen, kan ik ongegeneerd inzoomen op mijn collega’s. Ik weet eindelijk hoe iedereen eruit ziet.”
De Eindhovense werkt sinds januari voor het CEC als copywriter; ze schrijft en vertaalt teksten. Dit klinkt als een bijzondere baan voor iemand die slechtziend is. Dat is ze al sinds ze jong is, maar tien jaar geleden ging haar zicht plotseling flink achteruit. Momenteel is het stabiel, maar hoe het zich zal ontwikkelen, is ongewis.
“Ik heb een heel goed taalgevoel, ik ben alleen iets minder snel met lezen of nalezen”, legt Lotte uit. Als ze op de TU/e aan het werk is, gebruikt ze spraaksoftware om teksten te lezen en na te kijken. “Thuis zoom ik het beeldscherm heel erg in en zet de kleuren andersom, zodat je witte letters op een zwarte achtergrond hebt. Dan is het contrast groter en kan ik het ingezoomd lezen. Maar het kost veel energie. Ik weet dat ik het eigenlijk met spraak zou moeten doen, maar ik ben gewoon een beetje eigenwijs. Ik kan, nu ik thuiswerk, wat meer pauzes nemen, dat is een voordeel.”
Klaar met corona
Daarmee houden de voordelen van thuiswerken op voor Lotte, want ze is wel klaar met de coronacrisis: “Het duurt te lang”. Voor haar ligt isolatie meer op de loer dan voor zienden, vertelt ze.
“Ik woon en ben alleen en voel me een beetje opgesloten door de intelligente lockdown. Je levert een stuk van je zelfstandigheid en vrijheid in.” Natuurlijk kan ze naar buiten gaan en naar de supermarkt, maar vooral het laatste ervaart ze momenteel als een grote uitdaging. De lijnen op de grond die de gewenste anderhalve meter afstand aangeven, zijn niet zichtbaar voor haar, noch voor haar taststok. “Was het maar zo’n feest dat ze daar reliëf in aanbrengen.” Ook de plexiglazen schermen doemen vaak opeens voor Lotte op, omdat ze die niet kan waarnemen. “Ik kan gewoon niet zien wat er op anderhalve meter voor me gebeurt.”
Crimineel
Dus gaat ze met een bekende of familielid naar de supermarkt. “Ik was mijn taststok een keer vergeten en liep met mijn moeder en haar winkelwagentje mee. Daar werd ik op aangesproken, maar toen ik zei dat ik slechtziend ben, was het goed. Toch voel je je bijna een crimineel.”
Nog zoiets: gezichtsuitdrukkingen kan ze niet zien. Een norse blik herkennen als ze iemand te dicht nadert: niet mogelijk. “Zeg gewoon iets als je merkt dat iemand te dichtbij komt. Maak het bespreekbaar in plaats van een boze blik te werpen die ik toch niet zie.”
Netflixen
Op de vraag hoe haar dagen thuis er nu uitzien, klinkt gelach. “Ik werk thuis en probeer zo vaak mogelijk naar buiten te gaan. Ik doe workouts via YouTube en volg een online cursus Spaans. De rest van de tijd ben ik aan het Netflixen.” Hoe ze dat voor elkaar krijgt als slechtziende? “Ik kijk op een tablet en dan kan ik het heel dichtbij houden. Met audiodescriptie wordt er verteld wat er gebeurt als er geen dialoog is. Ook luister ik veel luisterboeken.”
Bloggen
Schrijven voor haar blog is ook een welkome bezigheid. “Op een gegeven moment komt er een verhaal mijn hoofd in en moet het eruit. Dan lig ik in bed en bedenk ik ‘dat is het’. En dan begin ik gewoon te schrijven.”
In haar blogs is ze open, eerlijk en humoristisch over haar visuele handicap. En verbaast ze met een schrijfstijl die niet verraadt dat ze weinig ziet. De toon is altijd positief: “Ik heb ook wel eens een slechte dag, maar dat wil ik niet laten zien in mijn blogs. Ik wil mensen wel iets meegeven: ik ben slechtziend, maar dat weerhoudt me nergens van.” Een rolmodel wil ze zichzelf niet noemen, “ik wil alleen bijdragen aan de bewustwording van mensen hoe het is om slecht te zien.”
Discussie