Moet Werktuigbouwkunde rekenen op hoge instroom?
Zestien dagen voor de deadline van 1 juni staat de teller voor de bachelor van Werktuigbouwkunde al op 750 vooraanmeldingen. Voor komend collegejaar bestaat er geen numerus fixus meer voor, een instroomlimiet is er dus niet. Decaan Philip de Goey zegt echter niet te vrezen voor een extreem hoge instroom in september. “Wij verwachten rond de 350 studenten: 300 uit Nederland en zo’n 50 uit de Europese Economische Ruimte. We gaan ervan uit dat er vanwege de corona-epidemie nauwelijks studenten van buiten Europa naar Eindhoven komen.”
De Business Intelligence Tool van de TU/e geeft aan dat het aantal vooraanmeldingen voor de Eindhovense bacheloropleidingen is gestegen; vorig jaar lag dat aantal rond deze tijd op 3.847, nu op 4.309. Die stijging is bijna volledig toe te schrijven aan de toename van de vooraanmeldingen voor de bachelor Werktuigbouwkunde. Lagen die vorig jaar op 327, nu zijn er dat al 750. Daarmee steekt die bachelor met kop en schouders uit boven de rest. De al jaren populaire bachelor van Computer Science, met een limiet van 325 eerstejaars, volgt met 645 vooraanmeldingen.
De bachelor van Werktuigbouwkunde heeft die instroomlimiet niet, want voor het komend collegejaar is de numerus fixus afgeschaft. Dit collegejaar zat die er nog wel op, met een limiet van 330 eerstejaars. Destijds bestond er de vrees dat veel buitenlandse studenten zouden instromen, omdat de bachelor van Werktuigbouwkunde dit collegejaar voor het eerst volledig Engelstalig is. De vooraanmeldingen bleven echter steken op 320, waarmee zelfs de instroomlimiet niet werd gehaald.
Geen zorgen
Daarom werd eind 2019 besloten de numerus fixus na één jaar al weer ongedaan te maken, dus kan de Nederlandse studiekiezer zich er nu tot 1 juni voor aanmelden. Een decentrale toets is niet meer aan de orde. Het aantal vooraanmeldingen staat nu op 750, en studenten mogen straks instromen mits ze voldoen aan de toelatingscriteria. Buitenlandse studenten hebben zich voor 1 mei al moeten aanmelden, en dat aantal staat op 430, waarvan 242 van buiten Europa.
Maakt decaan Philip de Goey zich geen zorgen dat in september de instroom extreem hoog zal zijn? De Goey: “Het aantal gewogen vooraanmeldingen is met 750 inderdaad erg hoog, maar daarbij zijn er dus 242 van buiten Europa en op dit moment 320 uit Nederland. Dat aantal uit Nederland is iets lager dan twee jaar geleden, toen we ook geen numerus fixus hadden. Toen kwamen we uit op een instroom van iets meer dan driehonderd Nederlanders. We verwachten nu voor komend collegejaar iets vergelijkbaars, of mogelijk een iets kleiner aantal Nederlandse instromers.”
Corona-epidemie
Volgens De Goey komt de BI Tool op dit moment uit op een voorspelde instroom van 455. “Maar het is bekend dat veel van de buitenlandse vooraanmelders uiteindelijk een andere universiteit kiezen, waardoor dit aantal al veel lager uitkomt. De voorspelling van de BI Tool houdt bovendien geen rekening met de gevolgen van de corona-epidemie. De verwachting is dat vrijwel niemand van buiten Europa zal komen, omdat het nagenoeg onmogelijk is te reizen en omdat de mogelijkheden tot het afleggen van de verplichte taaltoets voor het Engels sterk zijn afgenomen.”
Hij zegt daarom een instroom te verwachten van rond de 350 eerstejaars: ongeveer 300 Nederlanders en rond de 50 uit de EER, de Europese Economische Ruimte. “Dit is een aantal dat we heel goed aankunnen. De staf van de faculteit is het afgelopen jaar significant uitgebreid met vijftien nieuwe universitair docenten. Voor al onze projecten hebben we daardoor de inzet van staf in het projectonderwijs kunnen verdubbelen.”
Minder extreem
Bij de andere TU/e-bachelors zijn de verschillen met vorig jaar minder extreem. Voor Bouwkunde, Industrial Design en Computer Science gelden komend collegejaar nog wel instroomlimieten, studiekiezers moesten zich er al voor half januari voor aanmelden. Deze opleidingen hebben inmiddels hun decentrale toetsen achter de rug en de deelnemers daaraan weten op welke positie ze staan voor wat betreft eventuele toelating. Voor Bouwkunde en Computer Science overtrof het aantal vooraanmeldingen ruimschoots het beschikbare aantal plaatsen. Dat zijn er voor beide opleidingen 325. Industrial Design zat met 178 vooraanmeldingen net onder de limiet van 180.
Biomedische Technologie, dat komend collegejaar net als Werktuigbouwkunde geen numerus fixus meer heeft, zag het aantal vooraanmeldingen ook stevig toenemen van 203 vorig jaar naar 332 op dit moment. Technische Wiskunde en Technische Natuurkunde lopen nog iets achter op de resultaten van een jaar terug, maar dat kan de komende weken nog bijtrekken. Dat geldt ook voor Electrical Engineering, waar nu 98 vooraanmeldingen minder te noteren zijn, en Innovation Sciences, waar het verschil met vorig jaar 113 vooraanmeldingen minder is. Industrial Engineering & Management Sciences groeide van 242 naar 333 vooraanmeldingen. Voor Scheikundige Technologie bleef het nagenoeg gelijk; vorig jaar 296, nu 269.
Landelijke daling
Op nationaal niveau is bij de universiteiten een daling zichtbaar. Bij koepelorganisatie VSNU stond de teller op 11 mei op 91.000 nieuwe bachelorstudenten: 2,5 procent minder dan in dezelfde kalenderweek vorig jaar. In Wageningen hebben zich op dit moment zelfs twaalf procent minder nieuwe bachelors gemeld, deelt universiteitsblad Resource mee.
“De aanmeldingen verlopen heel anders dan in voorgaande jaren”, zegt VSNU-woordvoerder Bart Pierik. “Dat maakt het lastig er een vinger achter te krijgen. Zijn er echt minder aanmeldingen, of is er sprake van een 1-juni effect?” Voorlopig blijft het koffiedikkijken en wachten op de laatste aanmelders.
Nederlandse jongeren die voor het komende jaar al een tussenjaar hadden gepland, zullen hun plannen wellicht nog omgooien. Een recordaantal studenten ging vóór de coronacrisis een jaartje backpacken of werken, maar dat zal nu niet erg aantrekkelijk zijn en kan nog heel wat inschrijvingen opleveren. Over de vraag of de internationale studenten straks daadwerkelijk komen opdagen, was internationaliseringsorganisatie Nuffic begin april al somber gesteld. Decaan De Goey verwacht er in ieder geval weinig van buiten Europa.
Discussie