Crisis lijkt geen vat te krijgen op de Eindhoven Engine
Met een derde open call voor projecten haalde de Eindhoven Engine gisteren meer dan twintig nieuwe aanmeldingen binnen. Ruim tweemaal zoveel als verwacht. De crisis lijkt op dit samenwerkingsverband van de TU/e, Fontys, TNO en het bedrijfsleven nog geen vat te krijgen. TU/e-hoogleraar Maarten Steinbuch, het wetenschappelijk boegbeeld van het instituut, denkt ook al na over een rol als uitvoeringsplatform voor een mogelijke nieuwe kenniswerkersregeling.
“We merken op dit moment nog niet veel van eventuele gevolgen van de coronacrisis”, zeggen Steinbuch en algemeen directeur Katja Pahnke in koor. Al moet Steinbuch bekennen dat het wat meer moeite kost om het team alleen via de laptop met elkaar verbonden te houden. “Dat gaat een stuk makkelijker als je fysiek bij elkaar zit in het MultiMediaPaviljoen. Maar dat zal op meer plaatsen zo zijn.”
Gisteren kwamen op de derde open call van het instituut ruim twintig aanmeldingen voor nieuwe projecten binnen, vertelt Pahnke. “Een aanzienlijke stijging ten opzichte van de twee eerste rondes en het biedt ons de mogelijkheid, of beter gezegd de luxe, om daar de beste keuzes uit te maken, uiteraard binnen hoge kwaliteitseisen zoals ook bij de eerdere projecten. De komende maand worden de projectaanvragen verder uitgewerkt door de indienende partijen. Op 4 juni moeten die volledige plannen bij ons binnen zijn.”
Regio Deal Brainport
De projecten waar de Eindhoven Engine het meeste perspectief in ziet, kunnen straks rekenen op een financiële bijdrage uit de middelen die het instituut beschikbaar heeft en die afkomstig zijn uit de Regio Deal Brainport Eindhoven. Steinbuch: “Daarvan is 15 miljoen naar de Eindhoven Engine gegaan, en voor deze derde ronde hebben we twee miljoen beschikbaar. We steken er per project maximaal 500.000 euro in. Van de indienende partij wordt een bedrag van drie miljoen aan matching verwacht, als men de maximale subsidie wil verkrijgen. Dat kunnen financiële middelen zijn, maar het mag ook in kind, in natura. En die partij mag subsidies die bij verschillende instanties zijn verworven, bij elkaar optellen. Als iedereen vraagt om het maximum van een half miljoen, kunnen we weer met vier nieuwe projecten van start.”
De beoordeling wordt uitgevoerd door een onafhankelijk team van experts, een dwarsdoorsnede van mensen uit het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Pahnke: “Die groep varieert van jonge mensen tot zeer ervaren oudgedienden met diverse achtergronden en ze kijken of de projecten optimaal aansluiten bij de uitgangspunten van de Eindhoven Engine.” Volgens Steinbuch betekent het dat ze “de collectieve intelligentie die hier aanwezig is, moeten helpen ontsluiten. Daarmee willen we de innovatieve processen hier in de regio versnellen. Dat is straks na de crisis waarschijnlijk nog meer nodig dan nu al het geval is.”
Verbouwing
Het moet zich allemaal voltrekken in het MultiMediaPaviljoen. Kadans, de vastgoedexploitant die op de TU/e-campus onder meer ook Kennispoort en het Meulensteen House of Robotics in beheer heeft, gaat de komende maanden een verbouwing uitvoeren, die dat streven fysiek moet ondersteunen, zegt Pahnke. “Daarbij is veel aandacht voor licht en lucht, een innovatieve omgeving, er komt een kantine en de binnentuin op de eerste etage blijft behouden. De oplevering is gepland voor het einde van 2020.”
Het ontmoeten van elkaar gaat volgens Steinbuch verder dan alleen het momentje bij de koffieautomaat. “We hebben daar een gestructureerde aanpak voor bedacht, waarbij we werken met workshops, seminars en vaste contactmomenten. Alles is gericht op community-vorming, wat moet leiden tot een open uitwisseling van ideeën.” Op termijn is het de bedoeling dat ook de Singularity University, waar Steinbuch bij aangesloten is, er een eigen vaste plek krijgt en workshops gaat verzorgen.
Reuring
Pahnke schat dat er nu zo’n tweehonderd mensen deel uitmaken van de Eindhoven Engine, die echter niet elke dag in het MultiMediaPaviljoen zitten. “Maar over zo’n twee tot drie jaar verwachten we dat dit aantal gegroeid is naar zo’n vijfhonderd en dat er dan dagelijks wel tweehonderd mensen aanwezig zijn. We zullen werken met flexplekken, mensen zitten niet op vaste plaatsen, maar door het hele gebouw heen en dat geeft reuring en moet de onderlinge communicatie en creativiteit bevorderen.”
Steinbuch ziet ook veel perspectief in het betrekken van studenten bij de projecten die in MMP worden uitgevoerd. “Hier kun je studenten vanuit verschillende disciplines aan één project laten meewerken. Zo zouden studenten van bedrijfskunde een businessplan kunnen schrijven, of verpleegkundigen in opleiding een deel van de stage kunnen doen bij een van de medisch/technische projecten. Het kunnen dus studenten van zowel de TU/e als van Fontys zijn.”
Met die laatste onderwijsinstelling en de derde partner TNO is het volgens Steinbuch ook mogelijk om een uitvoeringsplatform op te zetten voor een mogelijke nieuwe kenniswerkersregeling. “Als het in de nabije toekomst voor bedrijven nodig is om een deel van hun werknemers tijdelijk onder te brengen bij kennisinstellingen, zoals tien jaar terug is gebeurd, wil de Eindhoven Engine daar zeker een rol bij spelen. Mensen kunnen bij ons terecht, maar we kunnen ook een bemiddelende rol spelen om ze op de juiste plek te krijgen.”
Discussie