Online onderwijs, hoe doen onze docenten dat?

Voor docenten die nog niet bedreven waren in het vervaardigen van online onderwijs, waren de afgelopen weken zeer leerzaam. Velen moesten er onder hoge druk mee aan de slag en kregen daar volop ondersteuning bij van medewerkers van Education & Student Affairs (ESA) en Information Management & Services (IMS). Binnen hun eigen faculteit en op centraal niveau. Zo lukte het om op tijd bijna al het onderwijs online te krijgen. Voor Q4 moet dat nu ook gebeuren. Hoe de komende tentamenperiode eruit gaat zien, is nog onzeker. Vier docenten vertellen over hun ervaringen.

door
illustratie Shutterstock

Uit haar groep had niemand ervaring met het live streamen van een college vanuit de eigen huiskamer, vertelt hoogleraar Bettina Speckmann, hoofd van de groep Applied Geometric Algorithms van de faculteit Wiskunde en Informatica. “Mijn mededocent Arthur van Goethem en ik wilden echter alles zo interactief mogelijk houden, dus viel de keuze op Zoom. Vorige week maandag, op de eerste dag, hadden we 297 deelnemers en twee dagen later waren dat er nog altijd 250, dus het werkte. Het is wel belangrijk er iemand bij te hebben die vragen uit de chat beantwoordt, die je laat weten wanneer je iets moet herhalen, en die je attendeert op bepaalde vragen die uit de groep komen. En die snel die ene student uit de sessie verwijdert die twitch links gaat posten.”

Ze heeft veel overleg gevoerd met de ESA-medewerkers van W&I. Iedereen was volgens haar zeer behulpzaam en werkte onvermoeibaar door. Teleurgesteld is ze echter over beslissingen die op centraal niveau zijn genomen door IMS. “Zoom is het enige platform dat je in staat stelt om een interactief college te geven met meer dan honderd studenten. Ondanks dat besloot IMS het toch niet te ondersteunen, vanwege vage redenen die te maken zouden hebben met AVG. Gelukkig loopt binnen onze faculteit een pilot met Zoom en daarom zijn we in het bezit van een licentie. Niet duur en het werkt echt geweldig. Waarom ondersteun je je docenten in deze stressvolle tijden niet met iets dat ze willen gebruiken en dat werkt? En laat ik maar niet beginnen over Office 365. In het weekend voordat het onderwijs online van start zou gaan, crashte mijn laptop op kolossale wijze en was ik de hele zondag kwijt om die weer aan de praat te krijgen. ‘Waarom?’, vraag ik me dan af.”

Zoveel gezichten

Haar studenten reageren positief op de Zoom-colleges en de mogelijkheden die het biedt tot interactie, zoals in de chat, en met non-verbale reacties zoals ‘yes/no’, of de duim omhoog of naar beneden. “Het lijkt zelfs of studenten zich beter op hun gemak voelen om vragen in de chat te stellen, dan ze normaal deden in de collegezaal. Het was ook leuk om zoveel gezichten in een keer te kunnen zien, want Zoom kan simultaan vijftig camerabeelden tonen, en je kunt ook echt direct met iemand praten. Dat werd zeer op prijs gesteld en studenten vertelden me dat het beter werkte dan een videocollege.”

Na Q3 is Speckmann klaar met lesgeven, maar ze begeleidt nog wel enkele masterstudenten. Dat zet ze voort met wekelijkse bijeenkomsten online. Binnen haar cluster Algoritmen worden in Q4 nog drie vakken gegeven. “Voor twee daarvan zal het geen problemen opleveren, maar voor de derde is het moeilijker en zijn substantiële aanpassingen noodzakelijk.”

Over de tentamenperiode maakt ze zich minder zorgen. “Door al jaren te werken met het platform OnCourse voor huiswerkopgaven, was het relatief eenvoudig om online een examen te maken. We hebben er al uitgebreide testen mee gedraaid op het platform Proctorio, en ik heb er vertrouwen in dat het goed zal verlopen de komende tentamenperiode.”

Universiteitshoogleraar René Janssen leidt de interfacultaire onderzoeksgroep  Molecular Materials and Nanosystems. Hij prijst zich gelukkig geen ervaring te hebben met online colleges. “In mijn studietijd was er ook al een videocollege van een enkel vak. Dat ging toen nog met een videoband en een zwart-wit TV. Dat heb ik tien minuten volgehouden. Toen heb ik mijn biezen gepakt en ben het boek gaan lezen van dezelfde hoogleraar. Als online onderwijs de toekomst is, ga ik op zoek naar een echte baan”, zegt Janssen.

Maar feit is dat het voor Janssen de afgelopen weken allemaal zonder veel problemen verlopen is. “Ik was in Q3 bezig met drie verschillende vakken en de laatste colleges heb ik opgenomen voor een onwerkelijk lege collegezaal, of via een powerpoint video waar ik thuis naar een scherm staarde. Dat lukte allemaal, maar leuk is anders. Begeleide zelfstudie heb ik via skype gedaan. Daar werd afgelopen week nog niet veel gebruik van gemaakt. Ik ga nog eens nadenken of dat de juiste manier is.”

"Les voor de toekomst"

Janssen zegt veel hulp gehad te hebben van Yvonne Vervuurt en Daian Saman Yan, ESA-medewerkers bij respectievelijk Technische Natuurkunde en Scheikundige Technologie. “Echt geweldig hoe iedereen mee helpt om deze klus te klaren. De Canvas-sites die zijn aangemaakt voor docenten, staan boordevol tips en trucs. Het is ook goed dat docenten zelf in hoge mate de regie hebben gekregen en nu eens niet door allerlei hoepeltjes van regels moeten springen als ze iets willen aanpassen. Een les voor de toekomst.”

In Q4 geeft Janssen samen met hoogleraar Paul van der Schoot het vak ‘Thermal Physics’ voor studenten van Technische Natuurkunde. “Dat gaan we online doen. Er zijn videocolleges van vorig jaar en alle andere informatie is ook al digitaal. In principe lijkt het opgelost, maar over hoe we de studenten echt gaan bereiken zijn we nog aan het broeden. Het gaat om zo’n 250 studenten en dat is normaal gesproken al een uitdaging voor twee docenten. Het is ook een vak dat door veel studenten als moeilijk wordt ervaren.” 

Tentamens

De meeste zorgen maakt Janssen zich over de eindprojecten voor de bachelor en master. “Ik geloof heilig in theorie, in simuleren en modeleren, maar er is niets mooiers dan een geslaagd experiment. Dus ik hoop dat we snel weer het lab in kunnen met de studenten en weer in potjes kunnen roeren, een piekje kunnen meten, of een dingetje fabrieken. Want Max Planck zei al: ‘Experiments are the only means of knowledge at our disposal. The rest is poetry, imagination’. Uit de mond van zo’n theoretisch fysicus krijgt die uitspraak nog meer reikwijdte.” 

Een ander punt van zorg voor Janssen is de tentamenperiode. “In de komende periode ben ik verantwoordelijk docent voor tentamens bij drie bachelorvakken en mededocent bij nog twee vakken. Dus het houdt me wel bezig. Ik ben me volop aan het verdiepen in online toetsen, want ik ben - of moet ik zeggen was - nog van de oude stijl. Tentamen maak je op papier. Als het aan mij ligt wordt geen van die vijf tentamens uitgesteld of afgesteld. Linksom of rechtsom, dit krijgen we voor elkaar.”

Voor Rudie Kunnen, universitair docent bij de faculteit Technische Natuurkunde, was digitaal onderwijs tot twee weken terug nog volledig onbekend terrein. “Mijn vak, Signals & Systems, is Ontwerpgericht Onderwijs, waarbij studenten in groepen aan een experiment werken. Dat is van de baan. Gelukkig bestaat een deel van de opdracht uit het modelleren van het systeem. Het model kan gesimuleerd worden om toch tot resultaten te komen. We zijn dus vol de simulatietoer op gegaan. Reeds behaalde experimentele resultaten zijn uiteraard wel van harte welkom in het verslag.”

Het feit dat er in de week voordat het hele onderwijs werd stilgelegd, nog individuele presentaties waren gepland, was voor Kunnen het lastigste onderdeel van de digitale transformatie. Kunnen: “Wat moest ik doen? Het live-streamen of opnemen van een daadwerkelijke presentatie vereist dat elke student een groot scherm of een projector heeft. Dat is dus niet handig. Uiteindelijk hebben we gekozen voor de ‘screencast’: een opname van slides met een voice-over van de student. We moeten de opnames nog binnenkrijgen, ik ben benieuwd hoe dat heeft uitgepakt.”

Drempelvrees

Voor het onderhouden van de interactie met studenten besloten Kunnen en zijn mededocenten vrij te zijn voor vragen via Skype tijdens de normale werkuren van het vak. Kunnen: “We merken dat er toch wat drempelvrees is. Als we in de gebruikelijke ruimtes in Flux tussen de groepen doorlopen komen er vanzelf vragen, online is het nu wel wat stiller. Maar studenten lijken er na een week wel wat overheen te komen, steeds meer vragen sijpelen binnen.”

Voor Q4 gaat Kunnen colleges opnemen en goed nadenken over de vorm van interactieve sessies die het wegvallen van de reguliere tutorials moeten opvangen. De komende tentamenperiode levert hem geen problemen op, want zijn studenten maken een verslag en leveren dat digitaal in. Voor de tentamens van Q4 verwacht hij dat er tegen die tijd al veel ‘best practices’ bekend zullen zijn uit de tentamenperiode van Q3.

 


 

Universitair hoofddocent Nico Dellaert, die bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences leiding geeft aan de groep Quantitative Analysis of Stochastic Models for Logistic Design, biedt in Q3 de module Healthcare Management aan.

“Het is een onderdeel van het bachelorkeuzevak Healthcare Management and Modeling", vertelt Dellaert. "Bij dat modelleren moeten studenten een epidemiologisch model (een verspreidingsmodel, red.) ontwikkelen voor virusinfecties, iets wat nu vanzelfsprekend zeer in de belangstelling staat. In het managementdeel wordt gediscussieerd over de planning en controle van allerhande activiteiten die te maken hebben met het runnen van een ziekenhuis.”

Maar plannen voor zulke extreme omstandigheden waar Nederland en de rest van de wereld op dit moment mee te kampen heeft, maakt volgens Dellaert geen onderdeel uit van het lespakket. “Studenten kunnen de module op twee manieren volgen: als een opdracht of participerend in de les. Die eerste versie is oorspronkelijk opgezet voor studenten die vanwege hun BEP niet aanwezig konden zijn bij de lessen. Een populaire variant, want studenten kiezen er steeds vaker voor om het leslokaal te mijden, ze willen graag thuiswerken in hun eigen tijd en tempo.”

Gastcollege zorgplanner

Dellaert maakt er geen geheim van dat hij en zijn mededocenten de voorkeur geven aan de participerende versie. “Studenten moeten dan de lesstof voorbereiden, geven presentaties, ze stellen vragen en gezamelijk discussiëren we daarover. Door het coronavirus konden de laatste drie bijeenkomsten van deze reeks niet doorgaan. Dat betekent dat een discussie over een paper is afgelast, evenals een gastcollege van een zorgplanner uit het Zuyderland Ziekenhuis uit Sittard, wiens aanwezigheid daar natuurlijk dringender gewenst was. Er bleven wel vier onderwerpen over, waarover gediscussieerd kan worden met de studenten.”

Op advies van de facultaire ESA-medewerkers onderzocht Dellaert de mogelijkheden die Canvas Conference hem daarvoor konden bieden. “Een mooi instructiefilmpje liet alles er heel simpel uitzien, maar na de eerste vier individuele sessies werd ik wanhopig. Het systeem was verschrikkelijk traag en ik kon de controlebuttons niet vinden. Pas nadat ik mijn internetverbinding via de vaste kabel tot stand had gebracht, zag ik weer overeenkomsten met wat het filmpje me had beloofd en kon ik een bijeenkomst opzetten met vier studenten die een presentatie zouden geven.”

Problemen

Tijdens die sessies liepen zijn studenten toch tegen hardware problemen aan, zoals een trage wifiverbinding en niet functionerende microfoons of camera’s. “Blijkbaar zijn smartphones voor hen belangrijker dan hun laptops”, merkt Dellaert wat gelaten op.  

Vorige week maandag waren de eerste twee ‘echte’ sessies waar alle studenten voor waren uitgenodigd. Weer botste Dellaert tegen een probleem aan. “Als je een powerpointpresentatie geeft in Canvas worden bestanden met een .ppt-extensie omgezet in een pdf, waardoor alle informatie van de powerpoint animaties verloren gaat. Daar konden we nog omheen werken, door degene die aan het presenteren was haar scherm te laten delen met de powerpoint. Maar dat had als nadeel dat zij de vragen en de antwoorden van de andere studenten uit de chatbox niet kon zien. Ik moest daarom optreden als een soort moderator, door alles wat in de chatbox voorbij kwam hardop voor te lezen.”

In deze sessies heeft Dellaert nog geen gebruik gemaakt van een camera, omdat het de andere studenten zou kunnen afleiden van de presentatie met sheets. “Maar bij toekomstige sessies gaan we kijken welke andere opties Canvas Conference nog te bieden heeft.”

Deel dit artikel