Eindhovens team voorspelt nu ook corona-situatie voor Nederland
TU/e-hoogleraar statistiek Edwin van den Heuvel en zijn collega’s doen inmiddels dagelijks voor twaalf landen voorspellingen over aantal nieuwe besmettingen en doden als gevolg van het coronavirus COVID-19. Ook voor Nederland heeft het team nu voldoende data om drie dagen vooruit te kijken.
Voor China, Zuid-Korea, Italië, Spanje en Iran hebben de onderzoekers een schatting gemaakt van het aantal bevestigde infecties en sterfgevallen waarop in die landen uiteindelijk uit zullen komen. Voor Nederland, Frankrijk, België, Duitsland, Zwitserland, Canada en de Verenigde Staten is het daarvoor nog te vroeg, maar Van den Heuvel verwacht nog deze week voorzichtige eindprognoses voor Nederland te kunnen geven.
Om de geanalyseerde landen beter met elkaar te kunnen vergelijken, is er sinds dit weekend voor gekozen om alle cijfers in de grafieken per miljoen inwoners weer te geven. Dan valt het direct op dat het virus in China relatief weinig schade lijkt te hebben aangericht; volgens het model komen ze daar uit op zo’n drie dodelijke slachtoffers per miljoen inwoners. Dit lijkt voornamelijk te danken aan de rigoureuze afsluiting van de provincie Hubei, waardoor het virus zich slechts mondjesmaat over de rest van het land heeft kunnen verspreiden. Daarbij moet wel worden aangetekend dat onder meer het RIVM ervoor waarschuwt dat in zo’n situatie het virus in een later stadium nogmaals de kop kan opsteken.
Italië
De situatie in Italië is van alle geanalyseerde landen nu het ernstigst: daar lijken ze af te stevenen op zo’n 180 doden per miljoen inwoners. Met zestig miljoen inwoners zou het virus in Italië volgens de huidige prognose dus rond de elfduizend sterfgevallen veroorzaken op 113 duizend bevestigde besmettingen. Dat betekent overigens niet dat het sterftepercentage tien procent is: net als in Nederland zal bij veel mensen nooit de diagnose worden gesteld omdat ze slechts lichte klachten ondervinden van het virus.
Voor betrouwbaardere data zouden ook willekeurige steekproeven moeten worden uitgevoerd, benadruk Van den Heuvel. “De testen worden nu gericht ingezet, waardoor er selectie ontstaat die zowel voor overschatting als onderschatting van de percentages kan zorgen.” Hij verwacht nog deze week te kunnen komen met voorspellingen voor de langere termijn voor Nederland. Daar moet voorzichtig mee worden omgegaan, benadrukt hij. “Het blijft namelijk gebaseerd op een testbeleid dat niet eenvoudig te vertalen is naar de populatie.”
Medische statistiek
Edwin van den Heuvel is geen onbekende in de wereld van de medische data-analyse: voordat hij in 2014 naar de TU/e kwam, was hij enkele jaren als hoogleraar medische statistiek verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen en nog eerder leidde hij de statistiekafdeling van geneesmiddelenfabrikant MSD. Hij kon het als datawetenschapper dan ook niet laten om ook de huidige pandemie te analyseren, zo vertelde hij eerder.
De voorspellingen van Van den Heuvel en zijn collega’s Marta Regis en Zhuozhao Zhan zijn gebaseerd op een zogeheten logistisch populatiegroeimodel dat al in de eerste helft van de 19e eeuw is ontwikkeld door de Belgische wiskundige Pierre-François Verhulst. Dit model met drie parameters wordt door de onderzoekers op de officieel gerapporteerde infectie- en sterfcijfers gelegd, met als startmoment het eerste gerapporteerde sterfgeval. Op basis van deze ‘fit’ maken ze een voorspelling voor het aantal nieuwe infectie- en sterfgevallen voor de volgende dag(en) en - bij voldoende data - een schatting van het uiteindelijke totaal aantal (sterf)gevallen. Dagelijks wordt de nieuwe data toegevoegd om de geschatte aantallen betrouwbaarder te maken.
Betrouwbare prognose
“De voorspellingen voor de korte termijn, maximaal drie dagen in de toekomst, wijken in de meeste gevallen minder dan vijf procent van de gerapporteerde waardes af”, vertelt Van den Heuvel. Het blijkt echter onverwacht lastig om een betrouwbare prognose te geven van het maximale aantal besmettingen en sterfgevallen waar de landen op uit zullen komen. “We moeten die nog dagelijks bijstellen, ondanks dat we dachten dat sommige landen stabiel waren. De oorzaak hiervoor hebben we nog niet gevonden.”
De onderzoekers proberen nu te analyseren hoe de diverse maatregelen van regeringen invloed hebben op de groeisnelheid. Van den Heuvel: “Onze eerste bevindingen lijken aan te tonen dat maatregelen inderdaad een positief effect hebben, maar we zitten nog in een validatiefase waarin we moeten bewijzen dat dit niet een probleem van de data is.”
Bevredigend
Van den Heuvel krijgt veel reacties op zijn werk, vertelt hij. “We worden op de voet gevolgd door een groep mensen die willen weten hoe het zich ontwikkelt, en ons ook bedanken voor wat we doen. Dat is heel bevredigend. Ze sturen artikelen, die we dan natuurlijk ook bekijken, geven ideeën voor het verbeteren van ons werk, soms op presentatie en soms op inhoud.” Maar er zijn ook negatieve reacties. “We krijgen ook te horen dat we er volledig naast zitten met wat we doen en dat we een soort van amateurs zijn. We nemen alles serieus want we willen het zo goed mogelijk doen met de data die we hebben. Ik wil iedereen bedanken die de moeite neemt onze website te bekijken en ons probeert te helpen.”
Discussie