“Dit laat de essentie van ons bestaan weer eens zien: onze gezondheid”
We hebben allemaal wel eens een dagje, vrijwillig of noodgedwongen, thuisgewerkt. Maar hoe geef je vorm aan je werk of studie nu we collectief voor langere tijd op huis zijn aangewezen? Hoe blijf je gefocust, hoe houd je je team bijeen, wat zijn de tips, tricks en valkuilen? Cursor belt elke dag met een ‘lotgenoot’. Vandaag: Maarten Hornikx, hoogleraar Building Acoustics en vice-decaan bij Bouwkunde.
Hornikx stapt net, met zijn tweejarige dochter Louise in de wandelwagen, zijn Eindhovense voordeur uit als we hem bellen. Of het niet toch een beetje ongelegen komt? “Nee hoor, dit is wel efficiënt juist.”
Twee weken geleden trok de vice-decaan op vrijdagmiddag voor het laatst de deuren van faculteitsgebouw Vertigo achter zich dicht, vertelt hij. “Toen was het echt al heel rustig op de campus.” Tja, misschien had hij als leidinggevende een beter voorbeeld moeten geven en eerder die week juist al nadrukkelijk thuis moeten gaan werken - maar de ‘kapitein’ in hem, die bij rampspoed wordt geacht als een van de laatsten het schip te verlaten, won.
Lees verder onder de foto.
Hornikx vindt het prettig dat er, na een fase van elkaar rap opvolgende updates en veranderende richtlijnen, nu in elk geval duidelijkheid is over ieders voorlopige thuiswerkstatus. “Hiervoor was je continu bezig met herijken: wat kunnen we nog doen, waar moeten we onszelf op voorbereiden? Als vice-decaan met de portefeuille onderzoek had ik daar ook een rol, onder meer in het bepalen wie bij hoge uitzondering nog het lab in mogen. Daar zijn strikte regels voor opgesteld.”
Proces van acceptatie
Na twee weken thuis beginnen Hornikx en zijn gezin langzaam een ritme te vinden. “Het is voor mij ook een proces van acceptatie, van accepteren dat ik nu bijvoorbeeld gewoon minder kan werken. Mijn vriendin is is zzp’er; zij was qua werk al wat flexibeler, heeft nu ook minder werk en zorgt voor het grootste deel voor Louise. Maar ik wil daar ook aan bijdragen. Het voelt niet goed om na acht uur eens achter mijn bureau vandaan te komen en te kijken of het eten klaarstaat.”
De akoesticus, die zowel onderwijs-, onderzoeks- als bestuurlijke taken op zijn bord heeft liggen, heeft altíjd al een aardig volle agenda, vertelt hij. “Nu thuis heb je eigenlijk nog méér werk, terwijl je minder kán werken - al was het maar vanwege een kind dat niet naar de opvang kan. Sommige dingen duren daarom wat langer nu. En ja, dat zorgt wel voor wat onvrede bij mezelf; ik rond liever dingen áf.”
En dus is het devies: prioriteiten stellen. “Ik heb twee promoties in de afrondende fase, die hebben altijd voorrang.” En: letten op zijn medemens binnen de faculteit. “We werken allemaal thuis, op andere werkplekken, vaak verre van ideaal. Ga niet acht uur achter elkaar naar zo’n klein schermpje zitten turen. En als je behoefte hebt aan een extra scherm of muis, vraag die dan aan.” Hij ziet hoe mensen binnen zijn faculteit de afgelopen weken “keihard, avonden, weekenden” gewerkt hebben om alles online te organiseren: “Superknap. Maar er zijn ook processen die gewoon vertraging zullen oplopen”.
Lees verder onder de foto.
‘Wat niet kan, kan niet’
‘Denk ná’, zo wil Hornikx mensen op het hart drukken. “Push jezelf niet om dat paper af te ronden zoals je eerder misschien gepland had. Natuurlijk is het mooi als het lukt, maar als je daar vervolgens fysieke klachten mee riskeert, moet je daar misschien eens even over nadenken. Wat niet kan, kan niet. Ik vind dat we ook niet moeten verwachten dat iedereen even productief is als normaal.”
Bovendien, zo vervolgt hij: “We zijn heel erg gefocust op ons werk, maar wat er nu wereldwijd gebeurt, is uniek. Sommige mensen hebben daar mentaal ook echt een klap van gekregen. Maar het laat ook maar weer eens zien wat de essentie is van ons bestaan - en dat is onze gezondheid. Je ziet mensen daarin ook langzaam bijschakelen. In het begin baalden we van een feestje dat niet doorging, of van een afgelaste voetbalwedstrijd. Nu bijna álles is stilgelegd, zie je die teleurstelling plaatsmaken voor berusting. Mensen gaan terug naar wat het allerbelangrijkste is.”
Hardlopen als uitlaatklep
Hij blikt terug op afgelopen weekend, “het eerste weekend in een echt sociaal isolement. Daarvoor waren er altijd heel veel prikkels, feestjes en andere dingen. Het gaf me eigenlijk wel wat rust dat dat nu even niet meer kan”. Hardlopen blijkt momenteel een nog welkomere uitlaatklep voor Hornikx, ook al gaat hij nu alleen in plaats van met zijn vaste loopgroepje. “We motiveren elkaar nu virtueel.”
Lees verder onder de foto.
Hoelang deze situatie nog gaat duren - Hornikx durft het niet te zeggen. “Wetenschappers proberen het verloop van het coronavirus te voorspellen, maar zitten er ook regelmatig naast. Bovendien: misschien dat er in april of mei wel opeens een warmtegolf komt en dat de verwachtingen dan opeens weer heel anders zijn. Het is afwachten en hopen dat het de goede kant opgaat.”
Hij vertelt over Chinese onderzoekers binnen zijn groep, die vanaf het moment van de eerste besmetting in Nederland niet meer op de campus zijn geweest. “Achteraf denk ik: dat was eigenlijk wel goed. Ik sprak gisteren ook een promovendus in China, die al 58 dagen binnen zit. ‘Ga niet naar buiten, dat is gevaarlijk.’ Hij komt pas weer naar buiten een week nádat er geen nieuwe ziekenhuisopnames meer zijn geweest. Als Nederland dat uitgangspunt ook gaat hanteren, dan duurt het nog wel even.”
Kwaliteit boven kwantiteit
Hij hoopt in het najaar in elk geval alsnog zijn intreerede te houden, die eigenlijk op 15 mei zou zijn. “Het wordt nu 18 september; een mooie dag bovendien in Eindhoven.” Maar voorlopig is het: prioriteiten stellen, vooral ook de lichtpuntjes zien en toezien op een gezonde balans in dagelijkse bezigheden.
Bij Hornikx gaat kwaliteit bovendien boven kwantiteit - ook nu, maar eigenlijk altijd. Hij wijst op de nieuwe universitaire commissie Erkennen en Waarderen waarvan hij lid is, die in samenspraak met de VSNU toe wil naar nieuwe beoordelingscriteria voor wetenschappers. “De focus ligt nu nog teveel op publiceren en geld binnenhalen, terwijl er bijvoorbeeld ook mensen heel goed zijn in onderwijs of op andere manieren grote impact hebben. Dan maakt het niet uit of je acht of twaalf uur op een dag werkt.”
Hij besluit: “Uiteindelijk gaat het erom dat we lang en gezond leven. En daarin worden we op dit moment keihard met onze neus op de feiten gedrukt.”
Discussie