“De scheidslijn tussen productief zijn en alles maar laten gaan, is heel dun”
We hebben allemaal wel eens een dagje, vrijwillig of noodgedwongen, thuisgewerkt. Maar hoe geef je vorm aan je werk of studie nu we collectief voor langere tijd op huis zijn aangewezen? Hoe blijf je gefocust, hoe houd je je team bijeen, wat zijn de tips, tricks en valkuilen? Cursor belt elke dag met een ‘lotgenoot’. Vandaag: technologisch ontwerper in opleiding Tamoor Ali, worstelend met zijn gebrek aan productiviteit.
Ja, natuurlijk is de geboren Pakistaan bezorgd om het virus dat de wereld nu al een aantal weken in zijn greep heeft. Maar misschien nog wel meer om het gedrag van medemensen die dat níet zijn dan om het virus zelf. “Ik ga eens per week boodschappen doen en dan valt het me op hoeveel mensen nog steeds bijvoorbeeld gezellig samen buiten op een bankje zitten.”
Zijn indrukken staat in schril contrast met die van Pakistaanse vrienden in bijvoorbeeld Italië en Spanje, die in een totale lockdown verkeren in een poging verdere verspreiding van het virus in te dammen. Maar of zo’n complete lockdown ook voor Nederland een goed idee zou zijn, daar heeft Ali dan ook weer zijn bedenkingen bij. “Ik denk niet dat het iets oplost; voor hetzelfde geld komt zo’n virus daarna gewoon weer terug”.
Zonuren
Tot die tijd zit er weinig anders op dan te vertrouwen op de Nederlandse strategie en op ieders eigen verantwoordelijkheid binnen het grote geheel. Zelf komt hij op het moment in elk geval maar heel beperkt buiten - op de eerder genoemde weekboodschappen en zo nu en dan een avondwandeling na. “Maar dat doe ik maar een keer of twee per week. Even mijn hoofd leegmaken, een beetje frisse lucht pakken.” Gelukkig is diezelfde frisse lucht ook voorhanden in de achtertuin van zijn huis, waar hij dagelijks even neerstrijkt om wat gemiste zonuren in te halen na de Nederlandse winter.
Ali woont in een Eindhovens studentenhuis vlakbij Winkelcentrum Woensel. Van de eigenlijk zes bewoners zijn er op dit moment maar drie in huis, verdeeld over drie verdiepingen. Het social distancing-gebeuren is daarmee aardig afgedekt, ondanks het delen van faciliteiten zoals de badkamer en keuken. “We zien elkaar niet veel, iedereen is redelijk op zichzelf.”
Hij woont nu bijna een jaar in Eindhoven; hij zit in het eerste jaar van zijn tweejarig PDEng-traineeship bij Mechatronic Systems Design aan de TU/e. Sinds ruim een week werkt hij, net als vrijwel iedereen aan de universiteit, thuis.
Lazy approach
Ali moet er nog steeds flink aan wennen; vooral plannen en volgens die planning aan de gáng blijven, blijken een uitdaging. “Op kantoor is iedereen continu met van alles bezig, dat motiveert. Thuis ben je op jezelf aangewezen. Ik probeer mezelf aan mijn schema te houden, maar” - hij lacht - “het gaat nog steeds een beetje via the lazy approach.”
Hij is dus “nog niet maximaal productief”, zoals hij eigenlijk graag zou zien, bekent de TU/e’er. Maar, zo erkent hij ook: “Misschien moeten we in deze omstandigheden ook maar niet ál te streng voor onszelf zijn”. Het eerste grote groepsproject van dit jaar waarbij hij betrokken is, bevindt zich gelukkig in de afrondende fase - dus met de druk binnen dat project valt het mee. “We hebben zo’n twee, drie keer week contact met het team.”
Verder probeert Ali naar eigen zeggen thuis vooral wat achterstallig werk in te halen (“er blijven gedurende het jaar altijd wel dingen liggen”) en leert hij Nederlands via de TU/e: “Binnenkort is het examen”.
De beste thuiswerktip is volgens Ali toch wel: “Doe je dagelijkse dingen alsof je gewoon naar kantoor gaat. Stel jezelf doelen en probeer die te halen. En neem regelmatig pauzes, houd je bloedsomloop in beweging.” Verder probeert hij sinds een paar dagen ook elke ochtend wat basic lichaamsoefeningen te doen, “push-ups, wat planks. Dan blijf ik in elk geval in beweging”.
Statistieken
Het dagelijkse nieuws volgt hij naar eigen zeggen bepaald niet op de voet, “wel probeer ik online de statistieken rond het coronavirus een beetje bij te houden en lees ik de informatie op de website van het RIVM”. Vrienden in Nederland spreekt hij intussen vooral via Whatsapp; met Pakistaanse vrienden elders in Europa belt hij regelmatig even, “al was het maar tegen de verveling”.
Ook houdt hij nauw contact met zijn familie in Pakistan, met de logische bezorgdheid over en weer. “Pakistan is een nogal chaotisch land, een ontwikkelingsland, met niet echt een heel fatsoenlijk gezondheidsstelsel. Ik druk mijn familie dan ook keer op keer op het hart om bijvoorbeeld hun handen regelmatig te wassen en om een beetje bij anderen uit de buurt te blijven.” Hij is er niet treurig om dat hij in deze coronacrisistijd niet naar zijn familie kan. “Alle internationale vluchten van en naar Pakistan zijn gecanceld en dat juich ik op dit moment alleen maar toe. Zo weet je tenminste zeker dat er niet heel veel personenverkeer het land uit- en ingaat.”
Ali gaat er vanuit dat het virus Nederland voorlopig nog wel in zijn greep zal houden. “Ik denk dat het zeker eind mei zal zijn voordat we het normale leven weer een beetje kunnen gaan oppakken.” Hij heeft gemengde gevoelens bij dat vooruitzicht. “Voor de samenleving is dit natuurlijk heel erg, en ik hoop en bid dat we snel uit deze situatie zijn. Maar ik kan er weinig aan veranderen, dus in die zin ben ik ook wel berustend.” Lachend: “Maar ik moet wel écht een manier zien te vinden om productiever te worden. Want de scheidslijn tussen productief zijn en alles maar laten gaan, is heel dun.”
Discussie