Cursor sprak deze middag met de leden van het College van Bestuur over een veelheid aan onderwerpen, die door het uitbreken van het coronavirus allemaal voortdurend in beweging zijn en continu aanpassingen vragen. Het meest urgente onderwerp deze week was echter het online krijgen van de bijna 360 vakken die niet meer met fysiek onderwijs kunnen worden aangeboden.

“Bijna 98 procent van het onderwijs zal maandag 23 maart in een online versie klaarstaan”, vertelt rector Frank Baaijens. “Docenten zijn op allerlei manieren aan de slag gegaan om dat mogelijk te maken. De ene deed het vanuit huis, de ander kwam naar de campus om hier opnamen te laten maken. Een enorme klus, ook voor de medewerkers van Education & Student Affairs (ESA) en Information Management Services (IMS) en de ondersteunde teams op de faculteiten zelf, maar het is gelukt.”

Baaijens waarschuwt er wel voor dat maandag nog lang niet alles optimaal gaat verlopen. “Dit is voor bijna iedereen nieuw terrein, dus hick-ups zullen er ongetwijfeld plaatsvinden. Ik verwacht dat we een aantal dagen bezig zijn om de meeste kinderziektes en fouten eruit te halen.” Bij de vakken waarbij het voor studenten noodzakelijk is om ook experimenteel onderzoekswerk te verrichten, moet volgens Baaijens gezocht worden naar alternatieven. Natuurlijk wordt het ook spannend om te kijken hoe het systeem zich houdt, maar volgens Baaijens wordt dat pas goed duidelijk als het van start gaat. “Maandag is het voor ons D-Day.”

Fysiek onderwijs

Ook Baaijens heeft natuurlijk meegekregen dat enkele universiteiten, zoals die van Leiden en Maastricht, er al op voorsorteren dat al het fysieke onderwijs tot aan de zomervakantie niet meer mogelijk zal zijn. “Ja, dat is iets waar wij natuurlijk ook naar kijken, maar we hebben er op dit moment nog geen besluit over genomen. Het is wel het meest waarschijnlijke scenario. Volgende week dinsdag zullen de universiteiten er een gezamenlijk besluit over naar buiten brengen. Over wat het zou betekenen voor ons onderwijs en onderzoek, kunnen we nu natuurlijk nog geen enkele zinnige uitspraak doen.”

Ook digitale tentaminering is een onderwerp waar de afgelopen periode al nadrukkelijk naar gekeken is, zegt Baaijens. “Maar we waren deze week vooral bezig met het digitaliseren van het onderwijs. We onderzoeken en inventariseren op dit moment hoe we vakken kunnen examineren. Daarbij is de lijn dat we zoveel mogelijk zoeken naar alternatieven. We willen online tentaminering zoveel mogelijk vermijden. We staan ook in nauw contact met andere universiteiten om te kijken op welke manieren men het daar gaat aanpakken. Het is iets wat we van dag tot dag bekijken.”

Over het handhaven van het bindend studieadvies is inmiddels al wel gesproken in VSNU-verband en de TU/e volgt de lijn die daarbij is afgesproken. Baaijens: “Wie na februari 2020 nog bij ons staat ingeschreven, want we zien natuurlijk ook dat mensen zich dit jaar voor die datum hebben uitgeschreven, en straks 45 studiepunten heeft, krijgt uiteraard een positief bsa. Wie dat aantal punten dan nog niet heeft, krijgt een voorlopig advies, mag verder en krijgt in het tweede jaar de mogelijkheid om alsnog voldoende studiepunten te halen. Het aantal te behalen studiepunten zullen we zo snel mogelijk communiceren.”

Positieve draai

Voor het onderzoek, en dan met name dat onderzoek waarbij werk in de laboratoria onontbeerlijk is, zijn de beperking van de toegang tot de gebouwen en de andere maatregelen zeer ingrijpend. Al ziet collegevoorzitter Robert-Jan Smits ook wetenschappers voorbij komen, die er toch nog een positieve draai aan proberen te geven. Smits: “Zo las ik de opmerking van hoogleraar Bert Blocken, bekend van zijn onderzoek in de windtunnel van Bouwkunde, dat hij er nu eindelijk aan toe kwam om enkele publicaties te schrijven.”

Volgens Baaijens is er natuurlijk ook nog een aanzienlijk onderzoeksdeel dat ook nu nog kan worden voortgezet. “Theoretisch onderzoek kan relatief gemakkelijk off-campus plaatsvinden. Denk verder aan het schrijven van artikelen, uitvoeren van literatuuronderzoek, of het schrijven van een projectaanvraag.” Maar hij kan op dit moment niet aangegeven hoe daarbij de verdeling is. Ook verwacht hij niet dat onderzoekers de labs alweer in mogen als de overheid het nog niet toestaat dat fysiek onderwijs weer mogelijk is.

“Het wordt dan toch te complex om in de labs de veiligheid van medewerkers te garanderen.” Het stilvallen van het onderzoek zal volgens hem zeker invloed hebben op de voortgang van grote nationale en internationale onderzoeksprojecten waar TU/e-wetenschappers in meedraaien. “Maar iedereen kampt met deze problemen en hier zal met de nodige coulance mee worden omgegaan.”

Internationals

De groep internationale studenten en promovendi, waarvan velen gehuisvest zijn in Luna en Aurora, blijft niet onopgemerkt door de CvB-leden, maar tot op heden is het moeilijk voor hen om in te schatten waar deze groep precies behoefte aan heeft. Volgens Baaijens is niet precies bekend hoeveel er inmiddels zijn afgereisd naar hun thuisland, “maar op grond van de uitschrijvingen van hun kamer in Luna of Aurora, dat waren er slechts 25, is er of nog een aanzienlijke groep in Eindhoven, of zijn degenen die zijn afgereisd nog zeker van plan terug te komen.”

Nicole Ummelen, vicevoorzitter van de TU/e, zegt dat de universiteit zo goed mogelijk probeert te zorgen voor deze groep, onder meer vanuit ESA. “We proberen ze inzicht te geven in de gevolgen die bepaalde maatregelen kunnen hebben, maar beantwoorden ook vragen op het sociale vlak. Zoals de vraag: hoe vind ik snel een huisarts.” Baaijens hoopt dat vanuit de groep internationals ook duidelijk gemaakt kan worden waar men nu behoefte aan heeft. “Laat ze dat vooral vertellen, dan kunnen wij daarmee aan de slag.”

Campus

Nu de campus nagenoeg verlaten is door de studenten en medewerkers en de gebouwen op slot zijn, werkt de beveiliging volgens het zogeheten Kerstprotocol, aldus Ummelen. “Zelfs nog ietsjes strikter, want alleen mensen met toestemming van de directeur mogen gebouwen betreden en dan enkel om bedrijfskritische processen gaande te houden. Bouwactiviteiten gaan nog wel door, maar de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de uitvoerende bedrijven. Dat betekent dat die dusdanig uitgevoerd moeten kunnen worden dat het voldoet aan de voorschriften van de regering. Dus bijvoorbeeld dat men voldoende afstand kan houden van elkaar.”

De catering ligt inmiddels nagenoeg plat, alleen de University Club zorgt dat er in Atlas voorverpakte broodjes klaarliggen voor mensen die daar nog aanwezig moeten zijn, zoals docenten die opnamen maken voor hun vakken. De automaten met versnaperingen en frisdrank worden volgens Ummelen in Atlas ook nog bijgevuld.

Met de andere partijen die op de campus actief zijn of daar gehuisvest zijn, zoals Fontys, DIFFER, Vestide, Camelot, Kadans, AccTec en andere bedrijfjes, is nauw contact en zijn afspraken gemaakt. Smits: “Naar het gebouw van Fontys op onze campus kwamen twee weken terug al nauwelijks studenten meer, hoorde ik van mijn collega Joep Houterman.”

Koffiedik kijken

Over wat het meest extreme scenario voor de TU/e zou betekenen, pas weer fysiek onderwijs in september van dit jaar, wil geen van de collegeleden een uitspraak doen. Baaijens: “Dat is volledig koffiedik kijken en we weten ook niet hoe alles zich de komende weken nog verder gaat ontwikkelen.” Smits betitelt de afgelopen periode wel als “teambuilding  in optima forma. We zijn in een zeer korte tijd naar elkaar toe gegroeid als een hecht team. Maar die ervaring zullen wij niet alleen hebben.”