In no-time al het onderwijs online krijgen; een mega-complexe taak
Docenten hebben een week de tijd gekregen om hun onderwijs volledig online aan te bieden. Stof overbrengen, vragen beantwoorden, het geleerde checken. Hoe lukt dat? Sommige docenten hebben tegelijkertijd basisschoolkinderen te bedienen.
Meteen toen de maatregel ‘Het onderwijs wordt 23 maart online hervat, dit online onderwijs is verplicht’ op 13 maart door het College van Bestuur werd genomen, heeft Education and Student Affairs (ESA) bij docenten geïnventariseerd waaraan zij behoefte hebben. “Nu proberen we hun wensen in te passen in de bestaande infrastructuur”, zegt Ludo van Meeuwen, ESA-afdelingshoofd van Teacher Support & Quality Assurance. “Met vijfentwintig personen van faculteiten en centraal zijn we gezamenlijk meer dan full time bezig. We waren natuurlijk al aan het digitaliseren, maar deze crisis gooit al onze bezigheden in een hogedrukpan.”
Voor wiskundedocent Tom Verhoeff betekent online onderwijs voor Q3 dat hij de laatste van de zes colleges Programming & Modeling voor eerstejaars moet opnemen in het Auditorium. “Ik had al snel een online formulier gekregen voor het aanmelden voor opnemen van (resterende) colleges. Dat lijkt heel soepel te verlopen. Er is een rooster waarbij docenten een zaal en een tijdslot toegewezen krijgen.”
“Ironisch”, noemt Niels Deen, hoogleraar Werktuigbouwkunde, zijn tijdslot. Op vrijdag de 13de stond hij in AUD1 voor 300 lege stoelen college te geven. “Ik vond het helemaal niks om geen enkele interactie met mijn publiek te hebben, maar hopelijk is het voor de thuis streamende studenten wel nuttig geweest.”
Hij merkt bij iedereen een geweldige positieve spirit om samen in no-time alle studenten vooruit te helpen. “Niet alleen voor de vakken moet iets geregeld worden, maar ook moeten er creatieve oplossingen worden gevonden voor externe stages en experimentele BEP- en MSc-opdrachten. Gelukkig lijkt dat allemaal te lukken; dat is een groot compliment waard voor alle docenten!”, zegt Deen. “We worden heel goed geïnformeerd en betrokken door het crisisteam van de faculteit. Daarnaast staat ESA ook klaar om bij van alles te helpen. Er was al heel snel een zelfhulppagina op Canvas waar de docenten enorm mee geholpen zijn.”
Canvas
De asynchrone communicatie, colleges opnemen en door studenten op aanvraag laten bekijken, loopt vlot. Ingewikkelder is de interactie tussen student en docent. “Voor real life onderwijs kijken we met Information Managment & Services naar functionaliteiten binnen licenties die we nog niet gebruikt hebben”, zegt het hoofd van Teacher Support. “Pilots die liepen worden nu snel omgezet naar een released situation”.
Van Meeuwen hoort over het ongeduld van mensen die activiteiten opzetten met Zoom, maar wil toch begrip vragen voor de mega-complexiteit waarmee zijn team te maken heeft. “De TU/e heeft geen licentie voor Zoom. We zoeken oplossingen die passen in TU/e’s beleid qua privacy en security. We willen gebruiksvriendelijkheid voor student en docent en daarvoor moet het naadloos in Canvas passen. We willen geen wildgroei aan leeromgevingen. Ik had eerst het idee dat het allemaal wel sneller kon, tot ik besefte met wat voor mega-complexiteit we hier te maken hebben. We hebben er niks aan om nu een tool op te tuigen die als het ware lekkages stopt, en vervolgens de hele uni te laten vastlopen. Er moet garantie zijn dat het goed gaat. Daarom gaan we niet over één nacht ijs. We zetten heus alles op alles.”
Niels Deen beaamt dat: “We zijn druk aan het oefenen met Canvas Conferences. Gelukkig is donderdag de gratis versie van open-source webconferentiesysteem BigBlueButton omgezet in een betaalde versie. Tot vorige week had ik er nog nooit van gehoord, maar het voelt wel goed om op grote blauwe knoppen te rammen. De gratis versie kon niet zoveel gebruikers aan, terwijl de (door de TU/e) betaalde versie meer capaciteit biedt nu er veel meer mensen tegelijkertijd gebruik van willen maken.”
Tentamenzorgen
Meer zorgen maken docenten zich over het tentamineren van de stof. Tom Verhoeff hoopt dat er op een of andere manier gesurveilleerd kan worden: “De afsluitende tentamens, een regulier en twee herkansingen, worden een soort ‘take home’. We zoeken naar mogelijkheden voor remote proctoring.”
Van Meeuwen denkt dat als het lukt om alle tentamens online af te nemen, de TU/e een plaats in het Guinness Book of Records verdient. “Er is nu nog geen technische oplossing. We zijn bezig met de eerste testen, maar het is een majeure opgave. We hebben docenten gevraagd om alternatieve toetsvormen te vinden. Het belangrijkste is dat studenten niet de dupe worden.”
Begeleiding
En dan is er ook nog te dealen met de maatschappelijke crisis. Lenneke Kuijer, docent bij Industrial Design, heeft eigenlijk te weinig tijd. “Ik heb er een extra baan naast gekregen omdat de scholen gesloten zijn. Gelukkig helpt mijn man ook, maar de helft van mijn tijd ben ik nu basisschooljuf. Het is best heel leuk om te doen en geeft een uniek kijkje in de leefwereld van mijn kinderen (van 6 en 8), maar hierdoor houd ik minder tijd en energie over voor mijn TU/e werkzaamheden.”
Dit kwartaal coördineert Kuijer geen vak. “Ik begeleid wel zo’n vijftien studenten in projecten. Deze begeleiding gaat nu natuurlijk virtueel, wat ik normaal ook wel eens doe. De lange duur maakt echter wel een groot verschil hier. Elkaar fysiek ontmoeten geeft een veel betere indruk van het werk van de studenten, maar ook van hoe zij zich voelen en hoe de groepsdynamiek is. Ik maak me best zorgen over hoe het gaat met mijn studenten, omdat ik daar nu minder kijk op heb. Zeker omdat ze ook moeilijker kunnen werken met alle beperkingen zoals geen beschikking over labs en geen contact met eindgebruikers bijvoorbeeld.”
Aan het digitaal maken van haar vak in Q4 is Kuijer nog niet begonnen. “Ik kijk daar wel tegenop omdat ik erg houd van de dynamiek van het klaslokaal. Ik probeer er het beste van te maken en zie wel hoe het verder gaat lopen.” Voor haar studenten heeft ze nog een boodschap: “Aarzel niet om contact op te nemen als je vastloopt of gewoon even wilt praten. We vinden altijd wel een gaatje.”
Discussie