- Corona , De universiteit , Student
- 10/03/2020
'Streef ernaar dat je zelfs met tien miljoen wil blijven doen wat je doet'
Waar veel Brabantse werkvloeren vandaag ongetwijfeld wat leger bleven dan normaal, was de Blauwe Zaal van het Auditorium deze dinsdagochtend tot de nok toe gevuld. Televisiepresentator en cabaretier Arjen Lubach opende daar de Career Expo van de Wervingsdagen en betrad daarmee moedwillig de Brabantse “red zone”. “Ik ga de rest van de dag mijn handen wassen.”
Lachen met Lubach - er is soms weinig voor nodig. Als interviewer Lucas Asselbergs (hoofd van Studium Generale) het publiek bij aanvang vraagt of er iemand geen Nederlands verstaat en een student op de tweede rij zijn hand opsteekt, waarschuwt de gast, gedwongen tot Engels: “Oké, dan ben ik vandaag speciaal voor jou dus niet op mijn best”. Waar de student vandaan komt, informeert Lubach nog even. Om zijn stoel grijnzend nog een extra meter naar achter te schuiven wanneer het antwoord ‘Italië’ luidt.
Het coronavirus blijkt ook tijdens deze Q&A een onvermijdelijk thema. Zo gaat het kort over de eerste kennismaking met Asselbergs deze vroege ochtend, tot diens spijt zonder handdruk. Lubach: “Dus hebben we getongzoend.” Over de studenten die niet meer in de Blauwe Zaal pasten en via een videoverbinding meekijken vanuit een andere zaal. “Zitten die in quarantaine?” En over wat de televisiemaker vandaag verder nog gaat doen: “Weer wegkomen uit deze red zone. En de hele dag mijn handen wassen.
Maar boven alles gaat het gesprek met Lubach vandaag over keuzes. Hij vertelt over de keuzes die hij maakt als programmamaker (in een notendop: “we moeten het vooral zélf interessant vinden”, schrijven is schrappen, liefst onderwerpen waarover de meeste mensen nog niet zoveel weten, niet teveel toekomstgespeculeer en gretig gebruikmakend van de onmisbare juice die andere media leveren). Maar ook over zijn keuzes als jongere, opgegroeid in een advocatengezin, waarbinnen een academisch pad toch wel vanzelfsprekend was.
Bleue taxichauffeur
“Ik wilde diplomaat worden, of ambassadeur. Daar had ik een taal voor nodig. Toen ben ik maar Spaans gaan doen.” Over zijn latere studies filosofie en Zweeds, zijn baantjes als havenmeester op Vlieland en als taxichauffeur in Groningen: “Ik was negentien, heel klein en heel bleu. Ik ben dan ook veelvuldig beroofd.”
Hij was naar eigen zeggen gewoon niet zo bezig met zijn toekomst, te druk nog met het dealen met zaken uit het verleden, zoals het jong overlijden van zijn moeder. “In zo’n geval kun je jezelf dood drinken, of zin aan je leven gaan proberen te geven.” Lubach vond zijn zin in de lach en in het vermaken van anderen. “Toen ik dat besefte, werd mijn pad veel duidelijker.”
Het gaat volgens hem niet over óf je gaat studeren of niet, en wát je dan gaat studeren. Het gaat om het vinden van dat wat bij je past en om je plezier daarin. “Voor ‘Zondag met Lubach’ werk ik met een heel team van schrijvers en die groep heeft zo’n lól samen. Het is een pressure cooker van creativiteit. Als zo’n show eenmaal staat, ben ik doodop, maar dolgelukkig.” Of, zoals hij even later zal zeggen: “Zelfs als ik nu tien miljoen zou krijgen, zou ik nog steeds blijven doen wat ik doe. Dáár moet je naar streven, denk ik.”
De ‘hell hole’ genaamd Twitter
Waar hij ook nog naar streeft, zij het vooralsnog tevergeefs: zichzelf een stuk minder aantrekken van wat de buitenwacht van hem vindt, bijvoorbeeld in de hell hole genaamd Twitter: “Alsof ik naar een grote sporthal fiets, met open armen in het midden van de bomvolle hal ga staan en zeg: ‘kom maar op met je kritiek’. Vervolgens fiets ik naar huis, voel ik me vreselijk - maar daarna fiets ik wél weer terug.”
Sowieso wil hij (“ook maar een clown met een mening”) niet te serieus worden genomen, benadrukt Lubach. “Ik besef dat we met ons programma een zekere invloed hebben, maar we beginnen onze vergadering op woensdag niet met: ‘hoe zullen we de samenleving deze week eens gaan veranderen?’. Als ik een politicus in de Tweede Kamer dan hoor vragen of de minister wel naar Zondag met Lubach gekeken heeft, dan denk ik: ‘doe niet, man’. Ik zou ook nooit politicus willen zijn; je wordt dan voor zóveel verantwoordelijk gehouden.”
De studente die meteen daarna vraagt wat Lubach zou veranderen als hij president van de wereld zou zijn, wordt dan ook subtiel op haar nummer gezet. “Ehh, heb je soms niet geluisterd net?” Maar als hij dan toch antwoord moet geven: “Ik zou afrekenen met de bierfiets. En alle bierfietsen omsmelten tot ziekenhuisbedden voor coronapatiënten.” Dan, serieus: “En ik wens elk land ter wereld een seculiere regering en maatschappij, en de mensenrechten en vrijheid die we in Nederland hebben.”
De Q&A besluit met Lubachs ecologische footprint, ingebracht door een studente die zich liet inspireren door het het ‘Use your footprint’-thema van deze Career Expo. Hij is geen heilige, zegt Lubach, “we moeten wel kunnen léven met z’n allen. Maar ik eet geen vlees, pak de trein naar Parijs in plaats van erheen te vliegen, rijd een hybride auto. Dat laatste is natuurlijk bullshit, maar het voelt goed.” Én, hij grijnst weer, “ik heb geen kinderen. Nou ja, mijn vriendin heeft kinderen, maar die zijn niet van mij. Ik ben dus niet verantwoordelijk voor hun footprint.”
De Career Expo is vandaag en morgen nog, met onder meer een bedrijvenmarkt, lezingen en workshops. Kijk op wervingsdagen.nl voor het hele programma.
Discussie