Spinozapremie voor ICMS-directeur Jan van Hest
Polymeerchemicus Jan van Hest ontvangt de Spinozapremie, de belangrijkste onderscheiding in de Nederlandse wetenschap. Aan de premie is een bedrag verbonden van 2,5 miljoen euro. Van Hest, sinds 2018 directeur van het ICMS, houdt zich onder meer bezig met de ontwikkeling van kunstmatige cellen en nanomedicijnen. Het is de vierde keer dat de Spinozapremie wordt toegekend aan een onderzoeker van de TU/e. Eerdere laureaten waren Rutger van Santen (1995), Bert Meijer (2001) en René Janssen (2015).
Jan van Hest (1968) studeerde Scheikundige Technologie aan de TU/e en promoveerde hier bij Spinozalaureaat Bert Meijer. Na een postdocpositie in de Verenigde Staten werkte hij enkele jaren voor DSM voordat hij hoogleraar werd in Nijmegen. In 2016 keerde hij terug naar de TU/e, waar hij nu directeur is van het Institute for Complex Molecular Systems (ICMS). Van Hest is een pionier op het gebied van kunstmatige cellen en organellen, de organen van de cel. Daarvoor ontwikkelt hij geavanceerde materialen die deels natuurlijk en deels synthetisch zijn. Daarnaast werkt de chemicus aan nanoreactoren, die als kunstmatige organellen in levende cellen reacties met enzymen tot stand kunnen brengen.
Van Hest staat aan de wieg van een nieuw onderzoeksveld op het grensvlak van polymeerchemie en biologie. Hij maakte als eerste polymersomen: holle bolletjes die je kunt vullen met bijvoorbeeld eiwitten of medicijnen en in een cel kunt brengen. Met deze techniek wist hij onder andere een kunstmatige cel te maken die het complexe gedrag van een levende cel nabootst. Ook maakte hij constructies van polymeren die lijken op het cytoplasma in cellen, en wist hij met halfdoorlatende bolletjes gevuld met eiwitten fouten in biologische celprocessen te repareren.
In een verklaring prijst de Spinoza-commissie Van Hests unieke aanpak, waarin hij chemie, polymeerchemie en biologie combineert. “Wij verwachten dat Van Hest de komende jaren belangrijke stappen zal kunnen zetten om zijn droom van een volledig kunstmatig gemaakt leven waar te maken.”
Polymeerwetenschappen
Van Hest is uiteraard erg blij met de onderscheiding. “Deze Spinozapremie is niet alleen een eerbewijs voor mijn werk, maar ook voor de polymeerwetenschappen, die dit jaar honderd jaar bestaan. In mijn werk integreer ik dit gebied met het domein van de biologie, zodat we een beter begrip krijgen van de moleculaire opbouw en functie van levende cellen. Deze kennis passen we uiteindelijk toe in de ontwikkeling van efficiëntere therapieën.”
De kersverse Spinozalaureaat wil de premie onder meer gebruiken om kunstmatige cellen te maken die levende cellen instructies kunnen geven om bepaald gedrag te vertonen, vertelt hij. “Ze zouden een levende cel bijvoorbeeld kunnen aanzetten om uit te groeien tot een spiercel of een botcel; dat kan van enorme waarde zijn voor de regeneratieve geneeskunde. En dergelijke communicerende cellen zou je ook kunnen gebruiken voor gerichte medicijnafgifte.” Het mooie van zo’n premie is dat je er exploratief onderzoek mee kunt doen, zegt Van Hest. “Zonder dat je van te voren aannemelijk moet maken dat het gaat lukken, zoals bij het aanvragen van subsidies het geval is. We kunnen nu dus spannende nieuwe lijnen uitzetten.”
Minder feestelijk
De winnaars van de Spinozapremie werden in voorgaande jaren op feestelijke wijze bekendgemaakt tijdens Bessensap, een jaarlijks evenement waar wetenschappers en pers elkaar ontmoetten. Dit jaar is door de coronapandemie echter alles anders en vond de bekendmaking plaats via een persbericht. Ook de formele uitreiking - gepland voor 30 september in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag - zal geen uitbundig feest worden, vreest Van Hest.
“Volgens de richtlijnen zouden daar dan honderd mensen naar binnen mogen; met zes winnaars, inclusief de Stevinpremies, kun je dan per persoon niet veel mensen uitnodigen, maar er wordt gekeken of we misschien iets kunnen doen met een livestream naar de Blauwe Zaal.” Ook is er voor morgen (zaterdag 20 juni) een feestje georganiseerd in de Zwarte Doos, zo heeft de biochemicus begrepen. “Daar heeft Bert Meijer, die met Luc Brunsveld betrokken is geweest bij de voordracht voor de Spinozapremie, voor gezorgd.” Ook die bijeenkomst zal noodgedwongen kleinschalig zijn, verdeeld over twee sessies.
Uitmuntend
De NWO-Spinozapremie wordt sinds 1995 uitgereikt aan wetenschappers die zich hebben onderscheiden door hun uitmuntende, baanbrekende en inspirerende werk. In totaal ontvangen vier wetenschappers dit jaar de premie. Naast Jan van Hest zijn dat Nynke Dekker (TU Delft), Pauline Kleingeld (Rijksuniversiteit Groningen) en Sjaak Neefjes (Universiteit Leiden). Daarnaast zijn ook de winnaars van de Stevinpremies voor maatschappelijke impact bekendgemaakt. Die gaan dit jaar naar Linda Steg (Rijksuniversiteit Groningen) en Ton Schumacher (Antoni van Leeuwenhoek en Universiteit Leiden). De laureaten krijgen ieder 2,5 miljoen euro, te besteden aan wetenschappelijk onderzoek en activiteiten met betrekking tot kennisbenutting.
Discussie