TU/e’er Ruud van Sloun in Elseviers ‘30-onder-de-30’
Zijn naam prijkt op de lijst ’30-onder-de-30’ van Weekblad Elsevier. Hij wordt daarmee gezien als een van de jonge talenten waar we nog veel van gaan horen, de smaakmakers van Nederland. Universitair docent Ruud van Sloun blijft er bescheiden onder. “Als je ziet wie er in dit rijtje staan, ben ik best trots, maar je moet een beetje geluk hebben.”
Ja natuurlijk is hij blij om in de lijst van jonge Nederlandse talenten te staan. “Ik kende de lijst niet, maar vorig jaar stond Max Verstappen erop, dat vond ik cool”, zegt Van Sloun, universitair docent in de Signal Processing Systems groep van Electrical Engineering.
“De lijst gaat breder dan alleen wetenschap. Ze kijken wie er impact heeft gehad in ons land. Voor mijn werk als UD in echografie en kunstmatige intelligentie is dit heel mooi.”
Longecho corona
Je komt niet zomaar op die lijst terecht, daarvoor moet je iets bijzonders hebben gedaan. De coronacrisis wierp Van Sloun een mooie kans in de schoot, waarmee hij zich in de kijker van Elsevier heeft gespeeld. Hij heeft samen met een team van vier promovendi de kunstmatige intelligentie ontwikkeld voor echomachines die binnen enkele minuten kunnen vaststellen of patiënten zieke longdelen hebben, mogelijk veroorzaakt door het coronavirus.
Van Sloun is vooral dankbaar dat hij de kans heeft gekregen om dit te doen. “Ik kreeg een telefoontje van een collega uit Italië: ‘We zijn bezig met een covid-project met echo, kun je ons helpen?’. Ik heb toen snel contact gezocht met vier promovendi met de vraag of ze mee wilden doen. Samen hebben we drie weken lang met vijf man geknald van ’s ochtends vroeg tot in de kleine uurtjes. Dat was heel bijzonder om mee te maken.”
Geluk
Van Sloun benadrukt dat het een teamprestatie was: “Ik ben misschien degene die zegt ‘dit is interessant, hier gaan we aan werken’, maar de credits voor het harde werk gaan naar het team.”
Maar het was zijn naam die werd opgepikt door de media. “Daardoor ben ik denk ik in het oog gesprongen bij Elsevier.” Waarmee hij in zijn bescheidenheid voorbij gaat aan het feit dat hij een jaar eerder ook al een Rubiconbeurs won. “Je moet een beetje geluk hebben. Er zijn nu toevallig een hele hoop steentjes de goede kant op gevallen.”
Hoogleraar
Verwar Van Slouns bescheidenheid niet met zijn ambities, want die zijn torenhoog: “Ik zit niet op deze positie omdat ik niet super ambitieus ben. Natuurlijk wil ik hoogleraar worden en het liefst zo snel mogelijk. Jan Bergmans geeft me superveel mogelijkheden en geeft me het gevoel dat ik snel kan groeien.”
“Ik word superblij van mensen coachen, daar haal ik mijn energie uit. Het tofste vind ik een team sturen en richting geven, zorgen dat iedereen goed kan samenwerken.”
Anders dan anderen
Maar wat hij vooral heel graag, en liefst heel snel wil, is zijn onderzoek naar kunstmatige intelligentie in echografie naar de praktijk brengen.
“Mijn visie is dat je de kunstmatige intelligentie niet moet loslaten op de beelden die uit het echo-apparaat rollen, maar het al bij het meten inzet. Je moet diep in die systemen gaat zitten en er allerlei intelligentie inbouwen, zodat die plaatjes van veel hogere kwaliteit worden. Dat is wat mijn team en ik anders doen dan anderen.”
Dit moet uitmonden in next generation radiografie of echografie die met je meedenkt. “Dat gaan we verder uitbouwen, samen met Philips, om innovatie zo snel mogelijk bij de mensen te krijgen. Daar doe je het uiteindelijk voor.”
Meer TU/e'ers op de lijst
Van Sloun is niet de enige met een TU/e-link die in de lijst voorkomt dit jaar: Bram Cappers, alumnus van Informatica, staat er ook op vanwege zijn start-up AnalyzeData. Met zijn bedrijf werkt hij samen met KPN en de Nationale Politie aan cyberveiligheid. Cursor schreef eerder over zijn promotie-onderzoek.
Ook BMT-alumna Eline van Haaften, inmiddels systeemtester bij Philips, staat in de lijst. Ze promoveerde cum laude op onderzoek naar biologisch afbreekbare buisjes die veranderen in levende bloedvaten zodra ze in het menselijk lichaam worden ingebracht. Cursor interviewde Van Haaften in 2019 over haar onderzoek.
Discussie