Tot het einde van 2020 geldt een transitieperiode waarin alle huidige afspraken tussen de EU en het VK blijven bestaan. Vrij verkeer van studenten en onderzoekers blijft mogelijk en lopende onderzoeksprojecten waarbij data worden uitgewisseld gaan gewoon door. Studenten die met een Erasmusbeurs op uitwisseling zijn, mogen hun studie of stage afronden. En internationale onderzoekers in Nederland en het VK behouden hun financiering.
Het ministerie van OCW beantwoordt op haar website allerlei Brexit-vragen over onderwijs, studie en onderzoek. Wat opvalt is dat de antwoorden op vrijwel alle vragen identiek zijn: tot 31 december 2020 gelden de bestaande afspraken en regels nog.
Onderhandelen
Maar over wat er na die transitieperiode gebeurt, bestaat veel onzekerheid. Zo staat nog niet vast of het VK vanaf 2021 zal deelnemen aan het wetenschapsprogramma Horizon Europe, of aan uitwisselingsprogramma Erasmus+. Die onderhandelingen lopen nog.
TU/e's College van Bestuur-voorzitter Robert-Jan Smits maakt zich zorgen, zo zei hij gisteren in Science|Business. “De uitdagingen waarmee het Verenigd Koninkrijk te maken krijgt, zijn enorm. Ten eerste de omgang met de nasleep van Brexit. Als het Verenigd Koninkrijk niet volledig kan deelnemen aan Horizon Europe en als gevolg hiervan niet langer kan meedoen aan het prestigieuze ERC-programma, zal het nieuwe vennootschappen en programma's met partners van over de hele wereld moeten ontwikkelen. Het zal ook moeite moeten doen om buitenlands talent aan te trekken door uitstekende voorwaarden te bieden en duidelijk te maken dat het Verenigd Koninkrijk nog steeds een aantrekkelijke plek is om onderzoek te doen en dat buitenlandse wetenschappers welkom zijn."
De collegevoorzitter vervolgt: "Dat Mark Walport (algemeen directeur van UK Research and Innovation) met pensioen gaat, maakt het niet gemakkelijk. Mark is een topwetenschapper, manager en diplomaat. Hij zal moeilijk te vervangen zijn. Het goede nieuws is echter dat de geldkoffers goed gevuld zijn. Zelfs Dominic Cummings (strategisch adviseur van Boris Johnson) heeft onderzoek hoog in het vaandel staan."
Volgens Smits zal het ook een uitdaging zijn voor het Britse wetenschapssysteem om 'de politiek buiten de deur te houden'. "Kabinet-Johnson zal veel meer een ‘hands-on mentaliteit’ hebben, tot grote afkeer van de Britse wetenschapsgemeenschap", zegt hij.
Tot slot zegt Smits in Science|Business: "Ik hoop echter dat het Verenigd Koninkrijk volledig kan deelnemen aan Horizon Europe in het belang van zowel Groot-Brittannië als Europa. Meer dan ooit tevoren hebben we elkaar nodig om de grote maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en technologische soevereiniteit te waarborgen.”
Grootste klant
In de tussentijd werpt de Brexit zijn schaduw vooruit. Zo hebben Britse onderzoekers vorig jaar minder aanvragen voor Europese onderzoeksbeurzen ingediend, zegt Mauro Ferrari, president van de Europese Onderzoeksraad ERC tegen The Guardian.
Hij noemt het VK “zijn grootste klant”: sinds 2007 ontvingen Britse wetenschappers in totaal 1.998 ERC-beurzen ter waarde van 3,6 miljard euro. Maar sinds de start van de Brexit-onderhandelingen loopt de belangstelling terug. Het aantal aangevraagde starting grants bijvoorbeeld nam volgens hem af van 544 voor 2017 naar 372 voor 2020.
Nieuw visum
Aan de vooravond van Brexit heeft Boris Johnson een nieuw fast track-visum voor buitenlandse topwetenschappers aangekondigd. Door ’s werelds “knapste koppen” aan te trekken, hoopt de premier dat het VK een wetenschappelijke grootmacht blijft.
Eerder gaf het VK jaarlijks maximaal tweeduizend visa uit aan getalenteerde wetenschappers; een aantal dat overigens nooit werd bereikt. Johnsons nieuwe visum zal onbeperkt worden verstrekt. Het nieuwe fast track-visum treedt al vanaf 20 februari in werking.
Discussie