Geen landelijke maatregelen tegen nepverhuur
Minister Stientje van Veldhoven van Milieu en Wonen ziet niets in een landelijke vergunningsplicht voor kamerverhuurders. De gemeenten moeten zelf bepalen hoe ze wanpraktijken aanpakken. Zelf zet ze in op betere voorlichting aan studenten. De TU/e krijgt bijna nooit meldingen van studenten die zouden zijn opgelicht door een nepverhuurder, vertelt een medewerker van het International Office.
Vorig jaar deed universitaire nieuwssite Delta onderzoek naar de werkwijze van nepverhuurders onder Delftse studenten. Daarin zijn slinkse patronen te ontdekken. Vaak zitten de ‘verhuurders’ toevallig nét in het buitenland, waardoor bezichtiging van een woning niet mogelijk is. Met mooie foto’s zetten zij studenten onder druk om alvast enkele maanden huur of een torenhoge borgsom over te maken. Uiteindelijk blijkt de woning nep te zijn, of al bezet. Het tv-programma Opgelicht heeft een dossier aangelegd van nepverhuurders in Nederland.Ook in Eindhoven komen deze praktijken voor.
Bij het International Office (IO) van de TU/e horen ze "gelukkig bijna nooit dat een student opgelicht is door een nepverhuurder", vertelt IO-medewerker Johanna Mavromichalis. "We hebben hierover tips online staan en verwijzen internationals daar ook naar die per mail vragen aan ons stellen. Zo zorgt de rental checklist ervoor dat studenten weten waar ze rekening mee kunnen houden bij het afsluiten van een huurovereenkomst en via de site van de gemeente krijgen ze tips om een betrouwbare verhuurder te vinden."
Lokaal
Er is geen landelijk overzicht van het aantal studenten dat ten prooi valt aan malafide aanbieders van kamers. Bij de TU Delft zijn sinds 1 juli 2019 elf meldingen binnengekomen over mogelijke oplichting van internationale studenten. Wat vindt de minister van een landelijke vergunningsplicht voor verhuurders, vraagt de SP. Online platforms zoals Kamernet zouden dan oplichters zonder vergunning kunnen weren.
Maar de minister ziet daar niets in. Liever steunt ze lokale vergunningensystemen voor verhuurders, zodat gemeenten zelf kunnen bepalen welke aanpak het best past. Zo hebben verhuurders van kamers aan studenten in Groningen sinds vorig jaar een verhuurvergunning nodig.
Prooi
Wel start de minister later dit jaar zelf een voorlichtingscampagne om studenten te waarschuwen over malafide kamerverhuurders. Ook roept ze universiteiten en hogescholen op hun informatievoorziening te verbeteren. Zij zouden studenten beter moeten wijzen op signalen dat ze met een oplichter te maken hebben, en hen in contact moeten brengen met betrouwbare partijen. De TU Delft bijvoorbeeld heeft een aparte webpagina over kamerfraude. De TU/e wijst in documenten over kamerhuur in Eindhoven ook op oplichtingspraktijken.
De controle op mogelijke nepverhuurders ligt daarnaast ook bij de digitale platforms zelf. “Een site zoals Kamernet waarschuwt huurders over online oplichting en treft daar ook zelf maatregelen voor”, schrijft de minister.
Discussie