Blue Jay wenst iedereen een eigen drone-assistent

“Wij geloven in een toekomst waarin we allemaal een drone-assistent hebben die autonoom kan vliegen en die reageert op emoties”, zegt team- en projectmanager Anne Smits bij de start van het ‘interim event’ van studententeam Blue Jay. Zo’n tachtig geïnteresseerden verzamelden zich daarvoor vrijdagmiddag in het Evoluon.

Het doek wordt onder groot applaus van de drone getrokken en twee grote ogen en strak gestylede wenkbrauwen kijken je aan. “Het scherm voorop de drone reageert op de emoties van mensen. Voor nu reageert het nog enkel op de emotie ‘blij’, maar we willen de software doorontwikkelen zodat ook andere hoofdemoties als ‘boos’ en ‘verdrietig’ te herkennen zijn”, vertelt interaction design engineer Isabel Leus. Daarnaast kan de drone autonoom vliegen.

In de toekomst moeten er nog meer mogelijkheden komen voor interactie met de drone, evenals een betere herkenning van de omgeving en voorwerpen daarbinnen. Blue Jay begon in 2015 met zijn ontdekkingsreis naar wat drones voor ons mensen kunnen betekenen. Van het rondbrengen van bier in een café tot de ondersteuning van hulpverleners: er is een lange weg afgelegd.

Het huidige vijfde team van Blue Jay heeft de drone onder andere kleiner en dunner gemaakt. Het geraamte van de drone is sterker geworden door gebruik van een zogenoemde T-beam-constructie en het omhulsel is gemakkelijker te repareren als er eens gecrasht wordt.

In het verleden richtte het team zich al eens op de zorgsector en ook nu zijn daar weer raakvlakken mee, met de ideeën over een drone ter ondersteuning van hulpverleners. Is dit dan toch de sector waarop Blue Jay zich gaat focussen? Nee, zegt Smits: “Het derde team van Blue Jay heeft daar onderzoek naar gedaan, maar dit bleek niet haalbaar omdat je, als je je product daar op de markt wilt brengen, het eigenlijk al voor 98 procent af moet hebben. Voor nu richten we ons eerst op de hulpverlenersbranche, dat is eigenlijk een tussenvisie om te komen tot ons uiteindelijke doel: your future drone assistant.”

Goede hulp voor de brandweer

Of de hulpverlening zit te wachten op de hulp van zo’n drone? Zeker. De brandweer is aanwezig bij de presentatie en Mark Gijsels van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, waaronder de brandweer valt, is enthousiast. “De drone zou zeker kunnen bijdragen aan preventie en daarmee het voorkomen van slachtoffers. Ik ben specifiek nieuwsgierig naar wat de innovatie van zo’n drone kan betekenen in zorginstellingen. Daar is vooral ’s nachts vaak onderbezetting. Bij calamiteiten is dat een probleem, bijvoorbeeld om op tijd een afdeling te kunnen ontruimen - zeker als je te maken hebt met mensen die ouder of minder mobiel zijn.”

Een brand kan snel om zich heen grijpen, schetst Gijsels: “Na drie minuten kan een gewone brand al een uitslaande brand zijn. Wij hebben een aanrijtijd en zijn er binnen tien tot vijftien minuten. Alle tijd die je bespaart of extra informatie die je intussen kunt inwinnen, is meegenomen. Daarbij is het natuurlijk van toegevoegde waarde als de drone autonoom kan uitrukken bij een calamiteit en ook autonoom met ons kan communiceren over de live-situatie.”

Gijsels denkt ook al verder: “Als er een mini-blussysteem op de drone kan komen dat, indien van toepassing, de eerste kleine brand kan blussen, zou dat helemaal fijn zijn. Het is zeker geen vervanging van de brandweer, maar het zou ons wel kunnen helpen. Bijvoorbeeld ook bij het verkennen van situaties: welke ruimtes zijn veilig en welke niet? Hoeveel mensen zijn er binnen? Wat is hun toestand?”. Lead interaction design engineer Tijmen Poell van Blue Jay: “In de toekomst willen we dat de drones zelf kunnen communiceren met de hulpdiensten en mensen ook naar buiten kunnen leiden via de veiligste uitgang(en), afhankelijk van de situatie.”

Toepassen in het stadion

Naast het algemeen toepassen van de drone voor hulpverleners, kan dat ook specifiek in het stadion. Een stadion is gigantisch en daar kunnen veel mensen in. Als er een calamiteit is, is het soms lastig om snel het probleem te overzien. Als je daarbij hulp wilt van een drone, is het herkennen van emoties in combinatie met gedrag of gebaren belangrijk. Een arm omhoog met de hand als vuist kan in een stadion zowel een juichende supporter zijn als een supporter die op elk moment kan gaan vechten. Als de drone de emotie daarbij leest, kan dat onderscheid gemaakt worden.

Interaction design engineer Fanni Egresits: “We willen dat de software ook een handgebaar kan herkennen in een dynamische omgeving, niet enkel op een witte achtergrond, en dat de drone straks ook kan vliegen op commando van hand- of lichaamsgebaren”. Daar heeft het team ook onderzoek naar gedaan. In MetaForum is aan voorbijgangers gevraagd hoe ze de drone zouden wenken als ze wilden dat die dichterbij kwam. Die output is vervolgens breder getoetst in een enquête en daaruit kwam een gebaar dat een ruime meerderheid als logisch ervoer voor het wenken van een drone. Met die informatie kan het systeem gevoed worden en daar in de toekomst op reageren.

Software engineer Rahul Ramesh vertelt daarnaast over de mogelijkheid van wapenherkenning door de drone: “Met kunstmatige intelligentie wordt dat mogelijk. We hebben een dataset met verschillende plaatjes van pistolen gebruikt, zodat we het systeem trainden om dergelijke wapens te herkennen. Het proof of concept is nog niet helemaal succesvol; de wapenherkenning werkt wel, maar is nog niet heel accuraat. Daar gaan we verder aan werken.”

De toekomst van de drone

Smits: “De grootste uitdaging is toch wel de grootte van de drone; die is nu nog te groot om goed indoor mee te kunnen vliegen. De luchtverplaatsing komt dan terug naar de drone en doet hem crashen.” Finance & pr-manager Marieke Vermeulen: “Daarnaast produceert de drone nu nog te veel herrie om in een thuissituatie een assistent te kunnen zijn.”

Er is dus nog genoeg werk te verzetten. Artificial intelligence (AI) engineer Aditya Raghunath: “Een van de pijlers van de drone is het autonoom vliegen. Een lokalisatiemodule en objectherkenningsmodule helpen daarbij. De drone kan zo lokaliseren waar hij is en de kamer rondvliegen zonder iets te raken.” Lead software & AI engineer Niels Verstappen: “Dat is niet alleen belangrijk om niet te botsen, maar ook om juist om te gaan met objecten in de ruimte. Als we er in de toekomst naartoe willen dat we een home assistant krijgen die bijvoorbeeld de krant voor ons oppakt, is het bijvoorbeeld handig als die drone het verschil ziet tussen een krant en andere papieren op tafel.”

Geen standaard studententeam

“Het interim event hebben we zelf gepland als een soort tussenstation”, zegt Vermeulen. “Veel andere studententeams hebben een race of een andere wedstrijd waar ze naartoe werken. Wij niet en dus moeten we onze eigen doelen stellen. Dat doen we met ons final event (waarschijnlijk eind juni, begin juli, maar nog niet gepland - red.) en dit interim event.”

Tijdens de opening haalt Smits nog even het fijne aan van in een studententeam werken: “De TU/e laat ons vrij en verplicht ons niet tot het maken van een slagend businessmodel bij de doorontwikkeling van de drone. Dat is heel fijn en geeft ons ruimte. Natuurlijk komen soms wel deelproducten van de ontwikkeling in aanmerking om op de markt te komen. Maar we worden niet gedreven door winstgevendheid, maar door ambitie. En dat zorgt ervoor dat wij iets kunnen creëren wat er nog niet is.”

Deel dit artikel