Profpraat | Kanker opsporen met microbubbels
Het werd tijdens de Wereldkankerdag afgelopen week herhaaldelijk benadrukt: diagnose en behandeling van kanker zijn in de laatste jaren ingrijpend veranderd. Dat geldt ook voor de opsporing van prostaatkanker. Mannen met een verdachte bloedwaarde krijgen sinds deze maand eerst een MRI-scan om eventuele tumoren te lokaliseren voordat er een biopt genomen wordt. TU/e-hoogleraar Massimo Mischi hoopt met zijn ontwikkelde echografie-techniek CUDI dit proces nog verder te verbeteren en wil ook aan borstkanker-screening gaan werken.
Bij een verdenking op prostaatkanker - de meest voorkomende kanker bij mannen in Nederland - werd tot voor kort na een positieve bloedtest direct gebiopteerd. Een pijnlijke procedure waarbij de arts via de anus twaalf willekeurige stukjes weefsel uit de prostaat wegneemt. Sinds deze maand werken ziekenhuizen met een nieuwe richtlijn waarbij eerst een MRI-scan gemaakt wordt. Zo kunnen biopten gerichter genomen worden, wat leidt tot minder misprikken en minder complicaties.
“Technologie verbetert de situatie voor patiënt en arts; minder onzekerheid, meer precisie”, beaamt Massimo Mischi, hoogleraar Signal Processing Systems aan de faculteit Elektrotechniek.
Maar de media berichtten te rooskleurig, benadrukken Mischi en zijn collega Hessel Wijkstra, deeltijdhoogleraar aan de TU/e en hoofd Urologisch onderzoek aan het UMC Amsterdam. Wijkstra: “Er komen nu patiënten naar ons toe die denken dat systematische biopten niet meer nodig zijn als de MRI-scan geen verdenkingen laat zien. Een grote misvatting, heel vervelend. Een MRI geeft geen honderd procent garantie en biopten zijn daarom volgens de Europese richtlijnen nog steeds noodzakelijk voor een juiste diagnose. Maar voor nauwkeurige lokalisatie van tumoren heeft MRI zeker een meerwaarde.”
CUDI
Jaren geleden was de door Mischi’s groep ontwikkelde techniek CUDI - Contrast Ultrasound Dispersion Imaging - ook in het nieuws. Met een echo-apparaat kan Mischi aan de hand van piepkleine bubbels die samen met contrastvloeistof worden ingespoten, eventuele tumoren in de prostaat zichtbaar maken. Binnen een paar jaar in het ziekenhuis, kopten tal van Nederlandse kranten destijds.
Ondertussen zijn we al wat verder - “er komt veel meer bij kijken dan de wetenschappelijke ontwikkelingen alleen”, - maar is Mischi nog steeds heel positief en daar heeft hij ook alle redenen toe. “CUDI is een heel mooie techniek, bovendien sneller en goedkoper dan MRI. We werken al ruim tien jaar nauw samen met het UMC Amsterdam en hebben in een recente patiëntstudie aangetoond dat onze methode een vergelijkbare opsporingsgraad van prostaattumoren heeft als een MRI-scan. Met een net ontvangen ERC-subsidie gaan we de techniek nu van het lab naar het ziekenhuis brengen en hebben daarvoor onze startup Angiogenesis Analytics opgericht. Het zou ook mooi zijn CUDI en MRI vervolgens te combineren om zo opsporing en precisie-bioptie naar een nog hoger level te trekken.”
Opsporing borstkanker
Met toepassingen bij prostaatkanker al in een vergevorderd stadium wil Mischi nu ook onderzoeken hoe CUDI gebruikt kan worden om opsporing van borstkanker te verbeteren. Want ook de huidige methode waarbij voor een mammografie de borsten tussen twee röntgenplaten worden platgedrukt met een gewicht van vijftien tot twintig kilo is niet echt patiëntvriendelijk te noemen. “Samen met onderzoekers van de Radboud Universiteit zijn er verregaande plannen om te bekijken of we met CUDI borsttumoren nauwkeurig in beeld kunnen brengen en de mate van agressiviteit kunnen bepalen.”
Want naast lokalisatie en vorm kunnen de geïnjecteerde microbubbels ook iets zeggen over de agressiviteit van een tumor. De microbubbels stromen mee met het bloed en komen door hun geringe afmeting tot in de fijnste haarvaatjes. Doordat tumoren groter dan 2-3 millimeter extra voeding nodig hebben, leggen zij zelf fijnmazige bloedvaatjes aan, vaak met een andere vorm. Microbubbels in deze nieuw aangemaakte bloedvaatjes - een proces dat angiogenese heet - laten zo de tumor duidelijk oplichten. Hoe meer bloedvaatjes, hoe harder de tumor kan groeien en uitzaaiingen kan vormen. Mischi: “Niet alle tumoren hoeven behandeld te worden; sommige prostaattumoren groeien bijvoorbeeld zo langzaam dat structureel monitoren afdoende is. Maar je wilt wel weten wat het risico op uitzaaiingen is. Bloedvatvorming, die we kunnen meten met CUDI, is hier een goede graadmeter voor.”
Betere overlevingskansen voor de kankerpatiënt beginnen al bij de diagnose, benadrukt Mischi. “Hoe eerder je erbij bent, hoe sneller de behandeling van start kan. Helaas is kanker complex, maar wij zijn steeds beter in staat deze complexheid te visualiseren. We kunnen met onze echo-techniek al meerdere parameters meten en gebruik maken van machine learning. Want hoewel het voor de patiënt vaak anders lijkt, gaan de technologische ontwikkelingen op het gebied van kankeropsporing momenteel razendsnel.”
Discussie