Studentenfracties U-raad: “Bied studentbestuurders meer flexibiliteit”
Collegegeldvrij besturen of flexstuderen maken het voor de student een stuk makkelijker om te kiezen voor een bestuursjaar. De beide studentenfracties in de universiteitsraad proberen ook het College van Bestuur daarvan te overtuigen. Dit studiejaar zijn twee eisen die nodig waren om in aanmerking te komen voor een bestuursbeurs, komen te vervallen. Je propedeuse is niet meer verplicht en ook niet het hebben van 75 procent van je studiepunten. Als bestuurslid moet je nog wel een bepaald aantal studiepunten halen in je bestuursjaar.
Het College van Bestuur schrapte beide eisen (de 75%-regel en de propedeuse-eis) naar aanleiding van twee uitspraken van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO). Eigenlijk hadden die het afgelopen collegejaar al niet meer moeten gelden, stelt de U-raad, aangezien de eerste uitspraak al dateert van 1 november 2018. Toen oordeelde het CBHO dat de regeling die de Nijmeegse Radboud Universiteit hanteerde voor de toekenning van bestuursbeurzen, onwettig was. Een regeling vergelijkbaar met die van de TU/e. Het Eindhovense CvB besloot de eigen regeling nog niet te wijzigen. Dit, op basis van wat juristen uit het landelijk juristenoverleg hadden opgemerkt over de CBHO-uitspraak. Procedurele eisen zoals de TU/e die stelde, zouden nog wel gerechtvaardigd zijn, meldde het CvB in juni 2019 aan de raad.
Dit jaar speelde bij het CBHO weer een zaak rondom een Profileringsfonds: dat van de TU Delft. Ook dit fonds is te vergelijken met het TU/e-fonds. De uitspraak van het CBHO op 22 juli van dit jaar luidde dat ook de Delftse regeling onwettig was. Over twee zaken waren dus uitspraken gedaan, die aantoonden dat de legitimiteit van de twee studievoortgangseisen van de TU/e betwistbaar waren. Het CvB besloot onlangs beide eisen te laten vervallen.
Niet volledig eerlijk
De beide studentenfracties binnen de universiteitsraad, Groep-één en DAS Eindhoven, zijn van mening dat die beslissing de regeling nog steeds niet volledig eerlijk maakt. Zo zouden de studentbestuurders van het vorig collegejaar zich benadeeld kunnen voelen. Want waarom is de regeling nu pas aangepast? De studentenfracties zeggen zich moeilijk te kunnen voorstellen dat de tweede recente uitspraak over het Delftse Profileringsfonds, een dusdanig grotere impact heeft gehad dan de eerdere uitspraak van 2018. Volgens Aya Bergkamp van DAS en Thomas Lippens van Groep-één werd bij beide zaken dezelfde redenering toegepast.
Als studenten er vorig collegejaar voor hadden willen kiezen een bestuursjaar te gaan doen, hadden ze op basis van die eerste uitspraak wellicht aanspraak kunnen maken op een bestuursbeurs. De TU/e is op dit moment overigens niet verplicht om de besturen van vorig jaar met terugwerkende kracht nog te compenseren vanwege de recente aanpassing van de regeling, zeggen Bergkamp en Lippens.
Oplossingen
Dan is er nog de hoogte van de bestuursbeurs, die wordt vastgesteld op basis van het te verwachte aantal maanden studievertraging. Hierbij melden Bergkamp en Lippens dat er een maximum aantal maanden is vastgesteld voor elke koepelvereniging. Dat aantal was volgens hen met het ‘oude’ Profileringsfonds al niet voldoende voor sommige koepelverenigingen, waardoor niet elke bestuurder een volledige beurs kon krijgen. Met de recente aanpassing van de regeling gaan mogelijk meer studentbestuurders aanspraak maken op een bestuursbeurs, waardoor dit probleem - te weinig beurzen - alleen maar zal verergeren, denken zij.
Wat is volgens hen dan de oplossing? Dat een moeilijke vraag, zeggen ze, maar ze wijzen op mogelijkheden die op dit moment ook aan andere universiteiten worden besproken. Zoals het concept van het collegegeldvrij besturen. Bergkamp: “Aan sommige universiteiten (onder meer aan de Rijksuniversiteit Groningen, Erasmus Universiteit en Universiteit Utrecht, red.) wordt dat al toegepast. Studenten kunnen een bestuursjaar doen zonder het betalen van collegegeld, waardoor ze niet de stress ervaren van het verplicht moeten halen van vakken. Ze kunnen zich volledig focussen op hun bestuurstaken. Ook zou er een compromis gesloten kunnen worden door het zogeheten flexstuderen in te voeren, een systeem waarbij je betaalt per vak dat je volgt. Dit kan ook voor andere studenten voordelig zijn. Bijvoorbeeld voor degenen die parttime willen studeren, of voor wie nog maar een paar laatste vakken moet volgen voordat die persoon zijn of haar diploma kan halen. Ook voor studenten die nu geen aanspraak kunnen maken op het Profileringsfonds, maar die toch niet fulltime studeren, kan het een oplossing zijn. Denk aan de leden van de vele studententeams die de TU/e inmiddels rijk is. Het biedt hen de mogelijkheid een jaar flexibeler te studeren en ze hebben minder financiële lasten.”
Studiepunten-regel
Overigens zijn studentbestuurders aan de TU/e nog altijd verplicht om tijdens hun bestuursjaar een bepaald aantal studiepunten te halen. Die eis is gehandhaafd. Onder normale omstandigheden moeten ze minimaal vijftien studiepunten behalen, maar vanwege de coronacrisis werd dat aantal het afgelopen collegejaar teruggebracht naar tien studiepunten. Lippens: “Voor sommige bestuurders is het halen van die studiepunten realistisch, maar voor anderen kan deze eis veel stress veroorzaken in een jaar waarin ze al genoeg te doen hebben.”
De gedachte achter de ‘15 ECTS-regel’ is dat studenten na hun bestuursjaar hun studie weer makkelijker kunnen voortzetten. Lippens: “In de praktijk kan de regel er ook toe leiden dat bestuurders drie vakken kiezen die bekendstaan als ‘makkelijk’, om toch maar aan de regel te voldoen. Het is dan echter de vraag of die ‘makkelijke’ vakken wel aansluiten bij de rest van het curriculum van de studentbestuurder.”
Discussie