Online verdediging: “Uiteindelijk voelde het toch heel feestelijk”
Ruim vijf maanden al stond 28 april 2020 dik omcirkeld in zijn agenda, met alle begrijpelijke voorstellingen en verwachtingen van dien. Uiteindelijk verdedigde Robin de Rozario (Control Systems Technology) zijn proefschrift dinsdagmiddag echter niet in een grote zaal, omringd door collega’s, dierbaren en het nodige ceremonieel vertoon, maar via Skype, op afstand. En, hoewel niet verplicht, statig in rokkostuum: “Om toch nog een beetje dat plechtige gevoel te creëren”.
Eigenlijk ging De Rozario ervan uit dat zijn verdediging afgelast was, toen de TU/e op 25 maart aankondigde dat alle evenementen tot 1 juni zouden worden uitgesteld. Geplande promotiezittingen zouden alleen bij wijze van hoge uitzondering, met expliciete goedkeuring van de decaan, digitaal kunnen doorgaan, zo leek de stellige boodschap.
Het werd de onderzoeker echter al snel duidelijk “dat uitstellen meer een keuze was dan een verplichting”. Na de nodige twijfel, afwachten en een slapeloze nacht hakte hij begin april de knoop door en besloot hij, met permissie van de decaan, voor een digitale verdediging te gaan. Een keuze tussen twee kwaden, stelt De Rozario, waarbij onzekerheid ironisch genoeg de doorslag gaf. “Ik kon me niet voorstellen dat er binnen afzienbare tijd een zitting in haar oorspronkelijke glorie zou kunnen plaatsvinden, met een groot publiek en een knallend feest na afloop.”
En zodoende staat hij deze dinsdagmiddag, in vol ornaat, tegen zijn eigen computerbeeldscherm te praten. Niet in zijn huiskamer trouwens, maar in de studio die wordt gehuurd door het bedrijf van zijn vriendin, die op YouTube een food- en wellness-kanaal gericht op een plantaardige leefstijl runt. “Het is praktisch onze tweede woning, waar we eigenlijk nog de meeste tijd doorbrengen.”
Lekenpraatje
In die setting houdt De Rozario via Skype het bekende lekenpraatje, gericht op het grote publiek dat deze middag ontbreekt - met uitzondering van zijn ouders en vriendin. De promovendus heeft zich de afgelopen jaren beziggehouden met de theorie van zelflerende systemen. Meer specifiek heeft hij zich gericht op het ontwikkelen van een alternatieve aanpak voor de wiskundige modellen die veel bestaande technieken nodig hebben voordat ze überhaupt kúnnen leren; modellen die flink wat menselijke expertise vragen en waarbij onnauwkeurigheid op de loer ligt. De Rozario ontwikkelde een “veilig en dummie-proof algoritme” dat niet berust op wiskundige modellen, maar juist slim gebruikmaakt van de data die tijdens het leren geproduceerd wordt.
Na een volgens de onderzoeker stroeve try-out met een behulpzame collega, eerder die dag, gaat de uiteindelijke presentatie “eigenlijk best goed”. Wel is het steeds moeten vragen om de volgende slide even wennen (niet De Rosario zelf, maar iemand anders heeft de regie over de meeting) en in het begin is er wat hinderlijke ruis op de audiolijn, waarschijnlijk afkomstig van zijn eigen microfoon die feedback geeft.
Ook het niet of nauwelijks kunnen zien van de commissieleden tijdens zijn praatje voelt een beetje ongemakkelijk, vertelt De Rozario na afloop; hun schermpjes onderin beeld zijn klein, bovendien worden video en audio omwille van een vlotte verbinding zoveel mogelijk uitgeschakeld. “Het camerabeeld van één commissielid bleef bevroren op het eerste beeld, dat praatte ook wat ongemakkelijk. Je mist dan toch de gebarentaal of lichaamstaal die mensen vaak gebruiken.”
Hora est
Maar, zo blikt de onderzoeker later terug: “De tijd vloog voorbij”. Na exact een uur klinkt weliswaar geen zware bonk op de grond van de traditionele pedelstaf, maar wel het bekende ‘hora est’ uit de mond van één der commissieleden. De commissie gaat in beraad en voegt de promovendus daarna weer toe aan de digitale meeting, om hem te feliciteren met de uitkomst.
De feitelijke verdediging verloopt online dus niet heel anders dan normaal, “al nam het wel wat druk weg nu er niet ook nog tachtig man meeluisterde”. Tegelijkertijd vindt De Rozario dat ook jammer: “Ik heb het altijd als een enorme uitdaging gezien om mijn mannetje te staan voor een groot publiek”. Een livestream voor overige belangstellenden was er niet: “Omdat ik een van de eerste digitale kandidaten ben, wilde men het zo simpel mogelijk houden”. Wel is zijn presentatie opgenomen en wil de onderzoeker binnenkort nog een compilatie daarvan delen op YouTube.
Geen achtbaan
De Rozario blikt terug op een geslaagde middag, met minder zenuwen dan hij vooraf had verwacht. Al noemt hij het niet kunnen houden van een ‘fysieke’ verdediging toch wel een gemis, “vooral omdat je het traject niet groots kunt afsluiten. Normaal is zo’n dag een achtbaan van gebeurtenissen en emoties, die eindigt in een knallend feest.”
Door het aantrekken van een rokkostuum wilde De Rozario naar eigen zeggen “toch nog een béétje een plechtig gevoel creëren” en een deel van de symboliek en traditie in stand houden. De commissieleden waren weliswaar niet in toga (“ik snap dat ze die niet thuis hebben liggen”), maar wel “netjes in pak; dat kon ik zeer waarderen”. Zijn vriendin had zich bovendien “enorm uitgesloofd en een ik-weet-niet-hoeveel-gangendiner gemaakt, er waren bloemen, dus uiteindelijk voelde het toch allemaal wel heel feestelijk. Eigenlijk heb ik niet het gevoel iets gemist te hebben.”
De komende tijd gaat De Rozario “eerst wat persoonlijke projectjes oppakken waarvoor lang geen tijd is geweest”. Maar intussen houdt hij, coronacrisis of niet, wel een schuin oog op de arbeidsmarkt: “Ik heb ook al wel wat leads gehad van mensen die me op beschikbare posities hebben gewezen. Ik maak me dus geen zorgen, er zijn wel wat opties, maar ik heb geen haast”.
Discussie